Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Hedendaagse filosofie
› 7 Weblecture 5 en college 7 Habermas
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Hedendaagse filosofie
7 Weblecture 5 en college 7 Habermas
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Van wanneer tot wanneer leefde Jürgen Habermas? = Hij leeft nog en is geboren in 1928. Welke traditie zet Habermas voort? = Van de kritische theorie, het institut für Sozialforschung in Frankfurt. Waarvan is Habermas een vertegenwoordiger? = Van wat bekend staat als de kritische theorie. Een stroming of project dat gerelateerd is aan het institut für Sozialforschung. Dit is een instituut waar aan sociale wetenschappen werd gedaan en ook filosofie. Het is opgericht door twee bevriende filosofen: Theodor Adorno en Max Horkheimer. Er werken mensen uit verschillende disciplines samen. De leiders hebben veel gedaan. Het meest bekende werk is Dialektik der Aufklärung. Dat is belangrijk om Habermas te begrijpen, want ze gebruiken een belangrijke term: Aufklärung: het Duitse woord voor verlichting. Habermas is de laatste filosoof die nog echt gelooft in verlichting. Wat is Aufklärung? = Verlichting: op de rede gebaseerde wereldoriëntering die de mens onafhankelijk maakt van natuurlijke en historische bindingen. Door wie is de term Aufklärung gedefinieerd en wat bedoelde diegene ermee? = Door Emanuel Kant in de 18e eeuw. Hij heeft een zeer leesbaar essay beschreven en daar definieert hij Aufklärung als zodanig. Waar het om gaat is dat de verlichting hier wordt gedefinieerd als het uittreden van onmondigheid waar de mens schuldig aan is. Onmondigheid is dat je niet vertrouwt op de kracht van je eigen verstand, op je eigen redelijkheid. En daar ben je zelf de schuld van als de oorzaak van het feit dat je je eigen rede niet gebruikt, niet aan gebrek van verstand ligt, maar vooral als het ligt aan een tekort aan wil en moed om je verstand te gebruiken zonder dat je je laat bepalen door anderen. En hij eindigt met te zeggen dat de grote slogan van de verlichting is: Heb de moet je eigen verstand te gebruiken. Wat is het beeld van de verlichting uit die woorden? Hier is het beeld van de verlichting als wereldoriëntering, een manier van kijken die gebaseerd is op de rede. Het is de rede of het verstand dat de mens afhankelijk maakt van bindingen. Van dat wat ons gebonden houdt. Niet de natuur, maar vooral historische bindingen. Wat voor filosofie is verlichtingsfilosofie? = Subjectfilosofie. Wat staat er centraal in de verlichtingsfilosofie? = Het autonome subject dat de bron is van kennisclaims, praktische waardeoriëntering en esthetische evaluaties. Wat is het paradox van de verlichting? = De mens zelf wordt beheerst door de techniek. Waarom zou je kunnen zeggen dat de moderne samenleving een verlichtingssamenleving is? = Een samenleving die sterk gelooft in de rede en het verstand. Wat betekent het dat de verlichting zoals hij door Kant gedefinieerd is in een dialectiek terecht gekomen is? = Daarvan moet je begrijpen dat de toon van het boek van Horkheimer en Adorno totaal anders is dan van Kant. Kant is veel optimistischer. Als we nou gaan geloven in de rede en het debat opzoeken, dan komt het goed met ons. Dan worden we beter. Een betere en rationele samenleving. Het grote optimisme van de verlichting, geloof in de moderne tijd. De grondtoon van die andere twee is veel pessimistischer. Het is in 1947 verschenen. Ze zijn beide Joods en hebben moeten vluchten. Ze zijn in New York terecht gekomen en dit boek is een product van hun ontgoocheling en teleurstelling in hun eigen land. En die teleurstelling wordt filosofisch uitgewerkt als teleurstelling van de moderne tijd, van de verlichting. Het is een project dat de verlichting mislukt is. Wat is dat dialectische dan? Het programma van de verlichting is dat we ons doormiddel van de rede bevrijden. De rede heeft een bevrijdende werking. Op grond van rationele argumenten. We bevrijden ons van de mythe. De verlichting begint daar waar de Europese cultuur begint: bij de Grieken. Bij de Grieken begint het project dat we minder macht toekennen aan de mythe. De Grieken luisteren naar Orakels en priesters die Mythen uitleggen. De verlichting is dus eigenlijk een uittreden uit de mythe meer dan de onmondigheid. Wat is er gebeurt? We zijn in een dialectische tegenstelling beland, want de rede is een nieuwe mythe geworden. De rede breekt met het geloof, maar de rede is zelf een object van absoluut geloof geworden. We worden beheerst door de rede. Daarmee bedoelen ze het moderne wetenschappelijke denken en de techniek. Het idee dat de werkelijkheid naar onze hand gezet kan worden en dat de westerse samenleving product is geworden van techniek. Dus techniek die ons zou moeten dienen is tegengesteld geworden aan onze belangen. Voor hun eindigt de moderniteit in de vernietigingskampen. Het is een terugval naar de barbarij. Hoe kan een ontwikkeld volk als Duitsland daar naar terugvallen. Maar je kunt het ook zien als dat Auschwitz een fabriek was en een product van bijzonder gestructureerd en efficiënt nadenken over hoe krijg je zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk naar een kamp waar we ze kunnen vernietigen. Wetenschap keert zich hier tegen de mens. Hoe kunnen we volgens Theodor Adorno en Max Horkheimer nog iets doen aan de moderniteit die wordt beheerst door rede die zich tegen ons keert? = Ze praten op het eind van het boek over de kunst om te ontsnappen aan deze op hol geslagen rationaliteit. De enige manier is de niet rationele kunst. Dat klinkt niet overtuigend. Er is geen verzoening mogelijk. Dit is cultuurkritiek. Deze cultuurkritiek op de moderniteit die in plaats van ons te bevrijden een nieuwe dwang is geworden van de markt, bureaucratie etc. Dit is een vorm van cultuurkritiek die je bij heel veel filosofen in de 20e eeuw terug vindt. Tussen welke twee filosofen zit Habermas? = Tussen Hegel en Nietzsche. Waarmee is volgens Habermas het probleem van de moderniteit op te lossen? = Met moderne middelen. Wat ontstaat er uit kritiek op verlichtingsdenken na de tweede wereldoorlog in de Franse filosofie? = De dood van het subject. Hoe denkt Habermas over de moderniteit? = Hij is in de oorlog als Duitse jongen opgegroeid. Hij is uit de oorlog gekomen met de overtuiging dat Duisters op moesten houden met wantrouwig staan tegenover moderniteit. Habermas omarmt de moderniteit en ziet dat als enige middel tegen datgene wat hij in de oorlog heeft moeten ondervinden. Hij gelooft heel erg in democratie en gelijkheid en dat niemand uitgesloten moet worden. En hij heeft een diepe overtuiging dat dat ook de enige toekomst voor Duitsland kan zijn. Hij vond het goed dat Amerikanen de eerste echte democratische grondwet in Duitsland hadden geschreven. Met andere woorden: alleen al door de eigen ervaring vindt Habermas dat we het ons niet kunnen veroorloven om geen steun te betuigen aan het project van de moderniteit. Er is geen ander project mogelijk. Het opgeven van de moderniteit is terugval in de barbarij. De moderniteit is nog niet af. Het is het enige project, maar dat betekent niet dat het goed is zoals het nu is. Dus er is wel degelijk iets mis met de moderniteit. Er is sprake van bedrijfsongevallen zoals in de 2e wereldoorlog, maar het is op te lossen. Als er in een bedrijf een ongeval is, doek je niet het hele bedrijf op, maar ga je het van binnenuit oplossen. Wat heeft de filosofie volgens Habermas verkeerd gedaan? = Geloof in het subject. Wat zijn Habermas’ twee hoofdwerken? = Theorie des kommunikantiven Handelns (1981): uitwerking van het nieuwe paradigma. Der Philosophische Diskurs der Moderne (1985): analyse van de moderniteit. Wat is het project van Habermas? = Een poging om een filosofie uit te werken die niet meer gebaseerd is op het subject die zichzelf ontdekt, maar die uitgaat van communicatie, interactie en intersubjectiviteit. Communicatie is nieuw ten opzichte van filosofen. Husserl heeft een transcendentaal ego. De late Hussel worstelt met het probleem van intersubjectiviteit. Voor hem is intersubjectiviteit een probleem, omdat hij begint met subjectiviteit. Habermas draait dit om. Hij begint met intersubjectiviteit en gaat dan naar subjectiviteit. Habermas is nog steeds actief. Er komen, ondanks zijn hoge leeftijd, nog steeds publicaties. Hoe ziet Habermas zichzelf? = Als filosoof/socioloog. Waar zet Habermas filosofie voor in? = Voor maatschappelijke debatten. In welke maatschappelijke debatten heeft Habermas een rol gespeeld? = In de historicusstrijd tussen Habermas en een aantal medestanders en een aantal Duitse historici. Het ging over of je de Holocaust mag vergelijken met bijv. terreur van Stalin. Stalin had meer doden op zijn geweten dan Hitler. Je ontdoet de Holocaust van zijn unieke kwaad die geen vergelijking heeft in de wereldgeschiedenis. De historici die die vergelijking wel willen maken, zijn conservatiever. Habermas vindt dat je dat niet moet doen. Een zeer heftig debat. Er zijn veel artikelen en een heel boek waarin alle bijdragen zijn gebundeld verschenen. Toen Duitsland weer één land werd, was er ook weer een heel groot debat over wat nu. Het produceert veel angsten over of ze weer als groot Duitsland beginnen. Moet Berlijn wel weer de hoofdstad worden of herinnert dat te veel aan een slecht verleden. Ook in dat debat over de koers van de nieuwe Duitse staat heeft Habermas zich heel duidelijk laten horen. Habermas was bang voor een opleving van een nieuw soort of tegelijkertijd een oud soort van nationalisme. Hij heeft geprobeerd gebruik te maken van een nieuwe term. Habermas vindt dat je niet zozeer Duits Nationalist moest zijn, maar trots moest zijn op het feit dat Duitsland een democratische grondwet heeft. Dat is het niet geworden, dat bleek veel te abstract. In een milde vorm is Duits nationalisme weer teruggekomen. Belangrijkste motor was voetbal, waarbij Duitsers weer met de Duitse vlag gingen zwaaien en dat was toen nog helemaal niet normaal. Habermas betreurde dat, maar hij vond ook dat de grondwet inmiddels sterk genoeg was geworden om ook dit nieuwe Duitsland aan te kunnen. Dat soort maatschappelijke debatten en nog veel meer. Enorme ruzie met een van die andere in de media bekende Duitse filosoof Peter Slotendijk die het er onwaarschijnlijk van langs krijgt van Habermas. Habermas is erg van communicatie, maar in de polemiek tegen Slotendijk gaan alle remmen los. Hoe heet het hoofdwerk van Habermas en wat staat centraal in zijn filosofie?= Theorie des kommunikantiven Handelns. Centraal in Habermas filosofie staat dus dat communicatieve handelen. Waarvan is er sprake in de Lebenswelt bij Habermas? = “Verständigung” die op te vatten is als een taalhandeling. Op welke drie geldigheidsaanspraken is de taalhandeling gebaseerd? = 1. Waarheid 2. Rechtvaardigheid en 3. Waarachtigheid. Van wie heeft Habermas de term Lebenswelt overgenomen? = Van Edmund Husserl. Wat is de Lebenswelt? = De dagelijkse leefwereld waarin we met z’n allen een bepaalde manier hebben van omgang, etc. Het is niet alleen als feit, maar een wereld waarin we het voordurend met elkaar over alles hebben. Er zijn kaders, bronnen en beslisprocedures. Ze proberen continu met elkaar in overeenstemming te komen. Het is een wereld van communicatie, maar ook van performiteit. We gebruiken taal om dingen voor elkaar te krijgen. Hij is een bewonderaar van de pragmatische benadering van taal. Taalhandelingen staan centraal. Het is de Nederlandse vertaling van het Engelse Speechact. Het is een theorie van Austin, een Britse taalfilosoof die zegt dat we niet bezig zijn met dingen te beschrijven, maar met dingen te doen. Bijv. als je iemand doopt, zeg je: hierbij doop ik je…’ Je doet dingen met woorden. Welke insteek heeft Habermas met taal? = We veranderen de werkelijkheid met woorden en we doen dingen met woorden. Wat doet Habermas met zijn analyse? = Zijn analyse betekent communicatie. In zijn analyse is het zo dat als we gaan kijken naar taal in de werkelijkheid, dan zijn er drie geldigheidsaanspraken. Die geldigheidsaanspraken vinden in elke vorm van de Lebenswelt plaats. Hij gebruikt het woord consensus ook heel veel. Wat vooronderstelt consensus volgens Habermas? = Drie geldigheidsaanspraken: waarheid, rechtwaardigheid en waarachtigheid. Dit moet je zien tegen de achtergrond van het feit dat iedere uitspraak die we doen iets tot stand wil brengen, bijv. overtuigen. Het idee daarbij is dat als je spreekt, er een impliciete claim zit. Namelijk dat je de waarheid spreekt, rechtvaardig bent en dat je het meent, dat je oprecht bent: waarachtigheid. Dat kan expliciet worden gemaakt als de ander gaat doorvragen. Bijv. is dat echt zo? Dan krijg de geldigheidsaanspraak vorm van een legitimatie of argumentatie. Je kan er altijd naar gevraagd worden. De geldigheidsaanspraken kan je legitimeren. Het zijn geen in de lucht zwevende principes. Ze zijn impliciet, maar kunnen altijd expliciet gemaakt worden. Dit is een op consensus gericht dialoog waarin die principes altijd beargumenteerd kunnen worden. Het wil niet zeggen dat je altijd de waarheid spreekt, maar het is intentioneel. Het doet er niet toe of het de waarheid is. Daar gaat het Habermas niet om. Wat is volgens Habermas communicatief handelen? = Handelen volgens die geldigheidsaanspraken. Je hebt een gezamenlijk doel. Waar gaat het volgens Habermas bij communicatief handelen om? = Om een vorm van interactie waarbij we met elkaar in overeenstemming proberen te komen. Wat is volgens Habermas strategisch handelen? = Het is ook een vorm van communicatie en interactie, maar daarbij ben je opzoek naar een resultaat en daarvoor heb je de ander nodig, dus probeer je de ander te overtuigen van iets. Het gaat er niet om om tot een gezamenlijk resultaat te komen, maar ik heb jou nodig en jij misschien mij en als we individuele doelen bereikt hebben, ga je uit elkaar. Welke tegenstelling speelt een belangrijke rol in Habermas’ analyse van de moderniteit? = Van communicatief handelen en strategisch handelen. Wat is volgens Habermas het probleem van de moderniteit? = Hij zegt dat er in onze samenleving moraliteit en rechtvaardigheid zijn verdwenen. Waarheidsaanspraken overheersen. Het gaat dus alleen nog maar om feiten en strategisch handelen overheerst. Heel veel van ons spreken heeft het karakter gekregen van de dingen zo efficiënt mogelijk voor elkaar krijgen. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar wat wel mis is, is denken dat iedere vorm van rationaliteit alleen dit zou kunnen zijn. Er is volgens hem een vorm van rationaliteit waarbij je met elkaar in gesprek gaat waar je naar toe wil. Dat is rationeler volgens hem. Zoals het vluchtelingenprobleem. Dat willen we oplossen en dat proberen we hetzelfde op te lossen als vertopte riolering wat we zo snel en efficiënt mogelijk op lossen, met zo min mogelijk tijd en geld. Met die geest kunnen we niet zomaar alle problemen oplossen. Bijv. het vluchtelingenprobleem. Het is geen technisch probleem. Het gaat om moreel geworven en diep gewortelde overtuigingen. Daar komen de geldigheidsaanspraken terug. Habermas analyse van moraliteit is, daar waar we in feite communicatief zouden moeten handelen, zijn alleen gericht op efficiëntie. Waarmee heeft het volgens Habermas te maken dat we alleen nog maar gericht zijn op efficiëntie? = Het specialiseren. Dat is wat Habermas expertsystemen noemt. (Habermas) Noem een paar expertsystemen? = Wetenschap (waarheid), Juridisch systeem (goedheid) en kunstkritiek (schoonheid). Welk gevaar brengen de expertsystemen volgens Habermas? = “Kolonialisering van de leefwereld”, met name door politiek en economie. Waarvoor eist Habermas de term rationaliteit op? = Voor alle drie de dimensies van het menselijk leven. Wat zijn expertsystemen? = Expertsystemen (boven een aantal voorbeelden), die los zijn komen te staan van Lebenswelt en een eigen rationaliteit hebben gekregen, waardoor we dingen makkelijker voor elkaar krijgen. Twee belangrijke: Bureaucratie (de staat) en de markt. Daar gaat het erom dat we zo snel mogelijk met zo min mogelijk middelen ons doel bereiken. Het is een vorm van moderniteit en emancipatie. Ze doen het volgens regels. Het maakt niet uit wie er voor het loket staat, we zijn allemaal nummers en worden allemaal behandelt volgens dezelfde regels. Ten opzichte van de situatie daarvoor is het een verbetering. Daarvoor deed het er wel toe wie je was en werd iedereen anders behandelt, nu is iedereen gelijk. We moeten het zien als bevrijding en dat vinden we moeilijk, maar we moeten kijken waar het vandaan kwam. We zijn nu dan wel nummers, maar we zijn gelijk. Loskomen van de traditionele situatie en de geschiedenis. We worden van die zelfsprekende macht bevrijd. De bureaucratie is dus bevrijdend. Ook bij Habermas krijg je een dialectische situatie. Die expertsystemen hebben zich als zelfstandige systemen gevestigd, maar die systemen gaan eigenlijk weer terug naar die levenswereld. Waarom koloniseren de expertsystemen de levenswereld volgens Habermas? = die systemen hebben de neiging om de leefwereld te gaan veroveren en te gaan onderwerpen aan de eigen logica, want ze hebben een eigen logica. Het meest duidelijke zie je dat in het systeem van de markt. Het heeft een eigen manier van communiceren en morele compassie. Veel mensen zeggen dat de universiteit onderworpen wordt aan de levenswereld van de markt, wordt verovert door de markt of door de bureaucratie. De universiteit moet zich verantwoorden in cijfers, procedures etc. Zoveel studenten erin, eruit, voldoendes, studenten in de klas. Allemaal vormen van beheersingsdenken waarbij dat systeem waarbinnen die vorm van denken zich te veel als een olievlek over die levenswereld uitbreidt. Die systemen zouden ons moeten dienen. De bureaucratie is er voor ons, maar de bureaucratie heeft de neiging te denken dat wij er voor de bureaucratie zijn. De markt wordt een anonieme macht die ons beheerst. De macht heeft zich ontwikkelt als een macht uit de levenswereld en slaat terug, nu zijn wij in de macht van de markt zelf. Voor veel mensen is dat de huidige situatie in onze samenleving. Welke vergelijking tussen Habermas en Theodor Adorno / Max Horkheimer kun je maken bij de kolonisering van expertsystemen? = Je zou kunnen zeggen dat dit dialectische verhaal een overeenkomst is tussen Habermas en Theodor Adorno / Max Horkheimer. Alleen bij Habermas is het veel minder negatief. Bij Theodor Adorno / Max Horkheimer komt het nooit meer goed. Habermas zegt dat het een probleem is en zoekt naar een oplossing, want er is geen andere weg dan de moderniteit. Het verstand is versmalt tot een soort technisch denken. Het zou helpen als we zien dat er ook een andere vorm van rationaliteit is, waarbij we tot consensus komen en met elkaar communiceren. Misschien is het zelfs een hogere vorm van rationaliteit. Wat is Diskurs bij Habermas? = Fundamentele discussie waarin geldigheidsaanspraken zelf worden bediscussieerd. Waarvan is het machtsvrije dialoog een model van? = Van deliberatieve democratie. Wat is discoursdenken volgens Habermas? = Een ethiek waarin de actoren hun overtuigingen kunnen beargumenteren en ze dat wederzijds doen. En dat kan volgens Habermas alleen in het machtsvrije dialoog. Hoe ziet het machtsvrije dialoog bij Habermas eruit? = Hij gelooft heel erg in de publieke sfeer in de zin van een soort arena, forum waar we met z’n allen gelijk zijn en waar we met z’n allen proberen te beslissen, tot een overeenstemming komen waar we naar toe gaan. Dat kunnen we alleen doen als we datgene wat we naar voren brengen kunnen legitimeren, verantwoorden. Discours denken is een ethiek waarin de actoren hun overtuigingen kunnen beargumenteren en ze dat wederzijds doen. En dat kan volgens Habermas alleen in een machtsvrije dialoog. Hij gelooft erin dat we alleen maar komen als we een vrije ruimte maken, het politieke debat, die gelokaliseerd is in de media, waar geen sprake is van hiërarchie of politiek of leiders, omdat we met z’n allen burgers zijn en we het met z’n allen moeten doen. In de context van de machtsvrije dialoog gaan we dus proberen om tot overeenstemming te komen en dat gaat alleen als we op een rationele manier met elkaar praten. Een rationaliteit van waarom vinden we dingen goed en niet en argumentatie daarvoor. Hoe denkt Habermas over religie in de publieke sfeer? = Hij heeft in dat debat een middenpositie genomen. Hij gelooft heel erg in scheiding tussen kerk en staat en dat heeft de vorm van de machtsvrije dialoog, waar religie geen plek heeft, maar rationaliteit. Maar religie is voor veel mensen in de levenswereld een belangrijke praxis en bepaalt de overtuigingen, dus je moet erover kunnen spreken. Het is dus niet verboden om in het publieke debat in te brengen, maar dat moet je doen met argumentatie en rationele overtuigingen. Je kunt dus niet zeggen ik vind dit want dat zegt mijn religie. Want iedereen heeft een andere overtuiging en dat is juist het kenmerk van de moderniteit. Je kan dus niets zomaar zeggen, maar vanuit argumentatie. Het ene extreem is dat religie een stem mag krijgen in het publieke debat en het andere extreme is dat religie gewoon zijn kop moet houden in het publieke debat. Tussen die twee extremen van puur religieuze argumentatie en antireligieuze argumentatie, probeert hij een middenpositie op te zoeken, zoals hij altijd doet. Dus bij de machtsvrije dialoog past niet dat religie als zodanig macht krijgt, maar ook niet dat religie wordt uitgesloten, want niets of niemand mag in het publieke debat worden uitgesloten. (Habermas) Hoe zit het met mensen die tegen de publieke sfeer zelf zijn? = Dit is een belangrijke discussie die met Habermas over het internet wordt uitgevochten. Als iedereen mag deelnemen, zou dat ook moeten gelden voor degene die niet in democratie geloven. Wat doe je met dat soort posities? Krijgen ze dezelfde plek, of ga je dan toch eisen dat ze zich onderwerpen aan de regels van de discussie? Maar dan wordt het normatief, terwijl Habermas zegt dat het een vrije plek is. Blijkbaar is het dus minder vrij en open dan Habermas zegt dat het is. Wat is volgens Habermas Deliberatieve democratie? = Burgers aan de macht. Dat betekent dat er over belangrijke beslissingen, burgers daar met z’n allen in vrijheid over zouden mogen beslissen. Het is ook een beetje oppositioneel tegenover de representatieve democratie waar wij vertegenwoordigers kiezen die voor ons beslissen en wij andere dingen gaan doen. Deliberatieve democratie vraagt veel meer participatie van burgers over zaken die ons als samenleving en staat aangaan. Onze huidige democratie is veel meer institutioneel en de vrije dialoog volgens Habermas is iets wat zich buiten de instituties afspeelt. Hoe kunnen we de problemen van de moderniteit en de kolonisering van de leefwereld oplossen volgens Habermas? = Als we geloven in de kracht van rationaliteit en de rationaliteit die veel breder is dan de efficiënte en strategische rationaliteit. Als we maar met z’n allen bij elkaar gaan zitten, tot overeenstemming proberen te komen en met goede redenen komen. Dat wil zeggen met de kracht van de rede. Het is niet zo dat we totaal overgeleverd zijn aan de machten van de bureaucratie. We kunnen met z’n allen bij elkaar gaan zitten en bedenken doe we het willen. De moderniteit is een project dat nog afgemaakt kan worden en misschien nooit helemaal afgemaakt wordt, maar waar we mee verder kunnen. Maar we kunnen het nooit weggooien, want dan zijn we overgeleverd aan de barbarij. Die visie, die contrasteert nogal met die van Heidegger. Hoe denkt Habermas over Heidegger? = Heidegger is voor Habermas een denker die heel erg te vermijden is. Hij staat voor een Duitse vorm van filosofie waar we misschien wel eens klaar mee moeten zijn. Welke overeenkomsten zijn er tussen Heidegger en Habermas? = Je zou kunnen zeggen dat er toch wel een zekere vorm van overeenkomst is tussen beide. Heidegger ziet toch wel problemen in de moderniteit, die al beginnen in de Grieken. Daar, namelijk waar de werkelijkheid benaderen vanuit een subject object dichotomie , daar waar we het zijn versmallen tot dingetjes voor ons en dat is in feite al het begin van de moderne techniek, de techniek die tot een planetaire techniek is geworden, die omvattend is geworden, die letterlijk globaal is geworden en waar we met z’n allen aan onderworpen zijn. Dat lijkt best op een soort van analyse die Habermas heeft over hoe we nu staan met de moderne tijd. De diagnose is, je zou kunnen zeggen er zitten zeker overeenkomsten. Welk verschil is er tussen Heidegger en Habermas? = De oplossing van de moderniteit is verschillend. Bij Heidegger is dat terug naar de oorsprong, voorafgaand een soort van denken, voorafgaand aan dit gestel, deze framing van de werkelijkheid en die kun je alleen maar vinden bij de dichters. En je zou kunnen zeggen bij Heidegger is dat heel erg nostalgie naar verleden, waarbij je je kunt afvragen of het er ooit wel geweest is. Toch wel behoorlijk antimoderne denker. Bij Habermas is het niet het verlangen naar een oorsprong, is het niet loslaten van iedere vorm van denken, maar is het gebruiken van wetenschap, met name wetenschap als sociologie, bijvoorbeeld in te zetten voor een betere menswaardigere toekomst. Dus een groot geloof in de Westerse rationaliteit. Je zou kunnen zeggen bij Heidegger moeten we terug naar een voorafgaand aan het bestaan van de Westerse rationaliteit. Habermas gelooft in een versnelling van de westerse rationaliteit. We moeten het allemaal een beetje beter gaan doen, maar wel met de middelen van de rationaliteit zelf. Groot geloof in wetenschap, zeker in wetenschappen die ons kunnen helpen de wetenschap de analyseren. Habermas was hoogleraar in Frankfurt. Het is een stad die na de oorlog is opgebouwd door wolkenkrabbers. Heidegger was ergens anders hoogleraar en zat bijna altijd in zijn hut in het zwarte woud, want daar was je het dichtst bij het zijn. Twee totaal verschillende werelden in de stad in het woud/het land. Al die andere uitvindingen voor de moderniteit hebben een plek in de stad, in het centrum en daar moet je weg, daar wil je niet zijn. Habermas wil daar juist wel zijn in het centrum. Wat is de kritische theorie bij Habermas? = Zijn geloof in de westerse rationaliteit en wetenschap die we moeten versnellen. Waarom heet kritische theorie zo? = Het heet kritische theorie omdat het een manier is om met behulp van sociologie en andere disciplines als het ware de systemen te onthullen, te laten zien, die machtsystemen ons als subject beheersen. Kritische theorie is ook zelfkritiek, je eigen positie ook beschrijven en legitimeren, maar ook bekritiseren. Daarmee heeft de kritische theorie altijd een emancipatoir doel. Het is geen kritische theorie om kritische theorie, maar met het ook op verbetering van ons leven en onze samenleving. Maar dat doe je met dat soort middelen, met wetenschap en filosofie, maar niet door terug te verlangen naar de oorsprong. Habermas zegt dat denigrerend naar Heidegger. Wat voor tekst is de tekst van Habermas? = Een uitgewerkte versie van een lezing. Naar aanleiding van wat is Habermas gaan praten over de moderniteit als onafgemaakt project? = Naar aanleiding van Adorno. Waar naar verwijst verlichting? = Naar de tekst van Emanuel Kant. Wat voor publiek heeft Habermas? = Al het geletterd publiek. Hoe definieert Habermas de verlichting? = Als het uittreden van de mens uit de onmogelijkheid waar de mens zelf de schuld van is. Volgens Kant is elk mens een redelijk wezen. Er zijn verschillen, maar het wezen van de mens is redelijkheid. Dit is op ethisch niveau Je bent in staat om dingen voor jezelf te bepalen (zelfbepaling) op basis van rede en niet autoriteit. We kunnen zelf denken. We hebben het vermogen redelijk te velen, dat is praktisch leven. Hoe dacht Habermas over dieren? = Daar heeft hij een lage dunk van. Dieren kunnen zichzelf niet bepalen. Ze zijn niet redelijk en die mag je dus gebruiken. Waar ligt de verantwoordelijkheid van het leiden van een redelijk leven? = Bij de burger zelf. De macht van kerk of staat sta je zelf toe. Waarom voelt Habermas de noodzaak om Aufklärung (verlichting) of moderniteit (voor hem hetzelfde) te verenigen? = Hij zegt dat hier al sprake van is aan het begin van de westerse beschaving. Het idee van zelfbepaling begint al bij de Grieken en dat gaat nooit zonder fouten. geen licht zonder duisternis. Dieptepunt Holocaust in de 20e eeuw. Postmoderne filosofen aan de andere kant zeggen dat de verhalen van Kant na de 2e WO niet meer gehouden kunnen worden. Je kunt rationaliteit en dat de geschiedenis emancipatie is niet volhouden. We moeten naar een andere vorm van rationaliteit die kijkt naar verschillen. De mens is een zelfbepalend wezen. Dus alles wat niet zelfbepalend is, hoort er niet bij. Bij de emancipatie van de mens door de redelijkheid, worden er altijd mensen buitengesloten. Waarom heeft Habermas geschreven over moderniteit in de kunst? = Omdat Adorno erover schreef. (Adorno was politiek filosoof, maat heeft ook over kunst geschreven.) Wie is de grondlegger van de sociologie? = Max Weber. Wat voor proces is culturele moderniteit en waarom? = Een scheidingsproces. In de middeleeuwen had alles een plek: religie, staat, etc. De moderniteit gaat alles uit elkaar halen en sluit de kerk buiten. Dat heeft niets met wetenschap te maken. Ook moderne kunst wordt een sfeer op zichzelf, niet meer afhankelijk van de kerk. Ook moderne kunst is sociale distantie zoals Weber en Habermas het noemen. In de middeleeuwen bepaalt de koning alles. Dat valt uit elkaar en er ontstaan expertculturen. Ook dat is een term die Habermas van Weber overneemt. De rechter heeft gestudeerd en bepaalt dus. Vertel wat over de expertsystemen van Habermas. = Dankzij de geprofessionaliseerde behandeling van cultuur, zijn er standaarden. Bijv. standaard straffen. Ze krijgen een eigen taalspel en de experts zijn de baas. Het is dus mogelijk dat z’n sfeer in eigen ontwikkeling gaat. Zo’n cultuur kan leren, ontwikkelen, zichzelf bekritiseren. Dat is allemaal mogelijk zonder autoriteit. Dan zegt Habermas dat dit een goede ontwikkeling is en dat er niets mis mee is. Wat gaat er mis met de expertculturen volgens Habermas? = De afstand tussen die expertculturen en het publiek is gegroeid en misschien wel te ver gegroeid. Wat er gewonnen wordt aan expertculturen is heel goed, maar dat wil niet zeggen dat die winst bij het grote geheel komt. Er is geen contact met het publiek. Hij vergelijkt het met 5 museumdirecteuren die bepalen wat kunst is zonder te kijken naar de mening van het publiek. Daarmee wordt de leefwereld verarmd. Het project van de verlichting was het verwerpen van de koning zodat die sferen kun eigen gang kunnen gaan. Maar op hetzelfde moment was die verlichting ook een didactisch project. Verlichting was ook het leren andere mensen verlicht te zijn. De arbeider moet verheven worden, onderwezen worden. Vandaar zondagscholen. Dat was het laatste kind van de verlichting. We krijgen expertculturen, maar die experts gaan wel het volk uitleggen. Dat punt van het volk verheffen en actualiseren vinden we moeilijk te geloven. Het probleem blijft er. Wat doen de expertculturen buiten verarmen nog meer met de leefwereld volgens Habermas? = Koloniseren. De experts hebben het ideaal opgegeven om de bewolking te onderwijzen. De kloof tussen het publiek en de expertculturen is te groot en dat is een probleem. Betekent dat volgens Habermas dat we de verlichtingscultuur op moeten geven? = Nee. Dat het project problemen heeft, wil niet zeggen dat je het op moet geven. Hij vergelijkt het met bedrijfsongevallen. Je leert van een bedrijfsongeval en je gaat het weer opbouwen zoals het bedrijf toen was opgebouwd. Deze vraag is voor hem eigenlijk geen vraag. Waarin lijkt het cognitieve potentieel van de verlichting vooral te zitten? = In de techniek. Expertculturen sluiten zich op in de techniek. We zien verlichting alleen in economie, maar we willen toch moderniteit in de volledige zin, zodat het opbotst tegen techniek die alleen op geloof en wetenschap is gebaseerd. We moeten een soort rationaliteit vinden. Wat zijn waardesferen volgens Habermas? = Wetenschap, praxis en kunst. Wat doen we volgens Habermas als we de moderniteit opgeven? = Dan gaan we terug naar de barbarij en het is dan een bewuste keus voor antibeschaving. Waartegen is er verzet in Frankrijk? = Tegen elke vorm van totaliteit. Vanwege het communisme in Rusland. Het debat of we de verlichting moeten redden speelt nu niet meer. Hoe denkt Habermas over barbaarsheid en redelijkheid? = Het is allebei een potentieel gegeven van de mens en we kunnen er voor kiezen om niet barbaars te zijn. Het is dus geen antropologische basistoestand dat de mens barbaars of verlicht is, maar een keuze. We kiezen om verlicht te zijn. Ook al kunnen we terugvallen. Wat is een argument tegen Habermas? = Habermas is een antitotalitaire denker. Daarom kiest hij de weg van het publieke debat etc. Wat je zou kunnen zeggen is dat ieder menselijk spreken gebaseerd is op consensus een totalitaire uitspraak is. Misschien zegt iemand wel dat hij er niet uit wil komen. Habermas zou dan moeten zeggen, als hij zijn filosofie niet opwil geven, moeten zeggen dat het geen vorm van discussievoeren is. Dat is wat het totalitair maakt. Als je uit een andere cultuur komt en niet wil discussiëren, dan ben je volgens Habermas niet bezig met consensus en dat klopt dus niet. Bij wie ding de Duitse filosofie mis volgens Habermas? = Bij Heidegger. Van welke politieke filosoof zie je veel terug in Habermas? = Van Rawls. Wat gebruikt Habermas in zijn vroege werk wel, maar in zijn late werk niet? = Het Marxisme. Hoe ziet Habermas de productieverhouding bij het Marxisme? = Als een transactie: Ik verkoop een deel van mijn tijd en aandacht. En als er onrechtvaardigheid bij zit, is het niet zijn probleem. Hij houdt zich er niet mee bezig. Hoe ziet Habermas Heidegger? = Habermas was een van de mensen die al vroeg het verband zag tussen Heideggers filosofie en zijn naziesympathie. Hij ziet Heidegger als antimoderne denker. Heidegger vlucht naar de dichters en hij had het niet over politiek, maar alleen over zijn. Dat was ook een opening voor nazi’s dat intellectuelen zich er niet mee bemoeiden. Habermas’ afkeer van Heidegger was dus veel meer dan filosofie en ook politiek. Het was heel goed beargumenteerd, maar wel heel radicaal. Hoe denkt Habermas over de moderniteit? = Hij is daar heel optimistisch over. Het is niet zomaar naïef vertrouwen, maar ethisch gemotiveerd: We kunnen niet anders dan erin geloven. Als je die expertculturen op afstand houdt, kom het goed door instituties te maken waar je in gesprek gaat over waar we nou naartoe willen als maatschappij. In die leefruimte is het oké. En dat kan, want naast rationaliteit van systemen heb je ook menselijke rationaliteit. Wat voor kritiek heeft Habermas gekregen? = Is het niet naïef om te denken dat de leefwereld helemaal machtsvrij is en volledig zonder belangen. Bestaat er wel een situatie waar we het machtsvrij over consensus kunnen hebben. Deze situaties kom je heel weinig tegen. Macht is niet alleen maar de soeverein, maar het kan ook heel subtiel zijn. Wat vindt Habermas verschrikkelijk bij Nietzsche? = Overal is wille zur macht. Hoe denkt Foucault over Habermas? = We moeten eerst kijken naar hoe het zit met macht, anders gaan we geloven in politieke sprookjes en Habermas is een politiek sprookje. Hoe denkt Habermas over Foucault? = Hij vindt hem conservatief, omdat hij de moderniteit opgeeft. Maar Foucault is alles behalve conservatief. Het lijkt erop dat filosofen juist praten over dat waar ze zelf eigenlijk lessen in nodig hebben. Hoe zie je dit bij Habermas terug? = Habermas praat over communicatie en consensus en samen tot een gemeenschappelijk doel komen. Maar tijdens een discussie met Slotendijk reageert hij heel anders dan hoe hij het zelf beschrijft. Hij zou best wat meer mogen overleggen. Slotendijk wijst hem daarop. Welke tegenstelling is er in de jaren 80? = Tussen modern (Habermas) en postmodern (Foucault). Van wie heeft Habermas het vooruit denken? = Van Kant en Hegel. Wat voor idee van macht heeft Habermas en waar houdt hij zich wel en niet mee bezig? = Het oude idee van macht: het grote sociologische politieke verhaal. Hij is veel minder bezig met kleine machtsverhoudingen die je overal ziet, want daar houdt postmoderne filosofie zich mee bezig. Waarom krijgt Habermas nu een probleem met het verlichtingsdenken? = Door de komst van moslims naar Europa, want verlichtingsdenken met dat je allemaal mee mag doen, mag alleen met rationele argumenten. Je zou moslims dan moeten dwingen om verlicht te zijn, ze zouden niets vanuit hun geloof mogen vinden en dat doen ze in hun cultuur wel. Het idee van Habermas blijkt te westers. En dat maakt het totalitair en dat is een probleem. Leg uit wat Adorno en Horkheimer verstaan onder de "Dialektiek van de Verlichting". = Dat de rede de nieuwe mythe geworden is. Want de verlichting begint eigenlijk al bij de Grieken wanneer ze steeds minder in de mythe zijn gaan geloven. Maar tegenwoordig is de rede de nieuwe mythe geworden. Leg uit wat volgens Habermas het verschil is tussen communicatief en strategisch handelen. = Communicatief handelen is met consensus en samenwerking met de ander. Je probeert samen tot een doel gezamenlijk komen. Bij strategisch handelen heb je je eigen doel en gebruikt je de ander om tot jouw doel te komen. Wanneer dit doel is bereikt, gaat de samenwerking meestal uit elkaar. Leg uit wat Habermas bedoelt met de "kolonialisering van de leefwereld". = Er is steeds een grotere kloof tussen de leefwereld en de expertsystemen. De expertsystemen zijn oorspronkelijk in de wereld geroepen om de leefwereld te dienen en makkelijk en efficiënt te maken (Bijv. markt, bureaucratie, wetenschap, etc.) Deze systemen hebben een eigen cultuur en logica ontwikkelt en staan steeds verder af van de leefwereld. Het is de bedoeling dat experts de leefwereld onderwijzen, maar dit gebeurt niet meer. De expertsystemen verarmen nu de leefwereld. Habermas vergelijkt het met een paar museumdirecteuren die dan voor iedereen bepalen wat wel en niet goede kunst is. Niet alleen verarmen ze de leefwereld, maar de kolonialiseren hem ook. De expertsystemen horen de leefwereld te dienen, maar de systemen doen net alsof de leefwereld hen moet dienen en dat is ook waar we de laatste tijd naar zijn gaan leven. Leg uit wat Habermas bedoelt met "Diskursethik". = Discoursehtiek is en ethiek waarin de actoren hun overtuigingen kunnen beargumenteren en ze dat wederzijds doen. En dat kan volgens Habermas alleen in het machtsvrije dialoog. Leg uit wat Habermas bedoelt met "geldigheidsaanspraken". = Er zijn er drie: 1. Waarheid 2. Rechtvaardigheid en 3. Waarachtigheid. Als je een uitspraak doet vooronderstel je al een heleboel dingen. Namelijk dat je de waarheid spreekt dat je rechtvaardig bent en dat je waarachtig bent, dat je oprecht bent. Dit is wat consensus vooronderstellen. Dit gaat meestal impliciet, maar het kan expliciet gemaakt worden als iemand doorvraagt, bijv. ‘Is dat echt?’.
Ingezonden op 26-05-2017 - 1483x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!