Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Finish Up

91 lijst 91-100 engels nederlands

Jaar 5 (vwo)

prejudice=vooroordeel
bias=vooroordeel
prejudiced=bevooroordeeld
biased=bevooroordeeld
to interfere (in)=zich bemoeien (met)
interference=bemoeienis/inmenging
to betray=verraden
betrayal=verraad
treason=verraad
traitor=verrader
to insist on (+ ww-ing)=erop staan/aandringen op
aim=doel
goal=doel
objective=doel
to consider=overwegen
to disregard=negeren/in de wind slaan
to regret=betreuren
regret=spijt
spirit=geest
spiritual=geestelijk
myth=mythe
to trust=vertrouwen
to distrust=wantrouwen
to dominate=overheersen
to predominate=overheersen
dominance=overheersing
predominance=overheersing
dominant=overheersend/dominant
predominant=overheersend/dominant
cunning=sluw/listig
sly=sluw/listig
sensible=verstandig
to exist=bestaan
existence=bestaan
faith=geloof/vertrouwen
faithful=trouw
nerve=lef/durf
mutual=wederzijds
to determine=bepalen
determined=vastbesloten
controversy=controverse/grote onenigheid
controversial=controversieel
to stand=uitstaan
hypocrite=huichelaar
hypocrisy=huichelarij
to suspect=vermoeden
to presume=aannemen
presumption=veronderstelling
presumably=vermoedelijk
incoherent=onsamenhangend
to consent (to)=toestemmen (in)
consent=toestemming
to dwell on=stilstaan bij/uitweiden over
versatile=veelzijdig
thesis=stelling
to memorise=van buiten leren
to occupy=bezighouden
far-fetched=vergezocht
far fetched=vergezocht
unanimous=unaniem
to evaluate=evalueren
recollection=herinnering
to grasp=begrijpen
to understand=begrijpen
pitfall=valkuil
to commemorate=herdenken
to associate=in verband brengen/associëren
to satisfy=tevredenstellen
satisfaction=tevredenheid/voldoening
(un)satisfactory=(on)bevredigend
(dis)satisfied=(on)tevreden
(dis)contented=(on)tevreden
to amaze=verbazen
to astonish=verbazen
amazement=verbazing
astonishment=verbazing
amazing=verbazingwekkend
astonishing=verbazingwekkend
relieved=opgelucht
relief=opluchting
to reconcile=verzoenen
reconciliation=verzoening
silly=dwaas
suspense=spanning
impression=indruk
impressive=indrukwekkend
to fear=bang zijn/vrezen
fear=angst
favour=gunst
to scream=gillen
to stun=verbijsteren
to baffle=verbijsteren
to move=ontroeren
pride=trots
proud (of)=trots (op)
temper=humeur
upset=van streek
to upset=van streek maken
to control oneself=zich beheersen
self-control=beheersing
self control=beheersing
extraordinary=buitengewoon
to worry=zich zorgen maken
worried=bezorgd
concerned=bezorgd
worry=bezorgdheid/zorg
concern=bezorgdheid/zorg
grateful=dankbaar
gratitude=dankbaarheid
indignant=verontwaardigd
indignation=verontwaardiging
fuss=drukte
tense=gespannen
tension=spanning
strain=spanning/stress
to envy=benijden
jealousy=afgunst/jaloezie
envy=afgunst/jaloezie
jealous of=jaloers (op)
envious (of)=jaloers (op)
to confide=toevertrouwen
confidence=vertrouwen
confidential=vertrouwelijk
confident=vol vertrouwen
(in)sincere=(on)oprecht
sincerity=oprechtheid
affection=genegenheid/liefde
to adore=erg veel houden van
to appreciate=waarderen
appreciation=waardering
to embarrass=in verlegenheid brengen
embarrassment=verlegenheid
embarrassing=pijnlijk
tie=band
bond=band
revenge=wraak
to revenge=wreken
to beg=smeken
to tremble=beven
anger=boosheid
rage=woede
furious=woedend
grudge=wrok
to bother=lastigvallen/dwarszitten
contempt=minachting
marvellous=schitterend
gorgeous=schitterend
magnificent=schitterend
passion=hartstocht/liefde
passionate=hartstochtelijk
despair=wanhoop
to despair=wanhopen
desperate=wanhopig
to exaggerate=overdrijven
to long for=verlangen naar
to be eager for=verlangen naar
to reassure=geruststellen
delight=vreugde
joy=vreugde
hatred=haat
hate=haat
to tolerate=dulden/verdragen
(in)tolerable=(on)draaglijk/(on)dragelijk
towards=tegenover
(in)tolerant=(on)verdraagzaam
intolerance=onverdraagzaamheid
to take into consideration=rekening houden met
to take into account=rekening houden met
to admire=bewonderen
admiration=bewondering
admirable=bewonderenswaardig
obsessed (with)=bezeten (van)
to loathe=walgen van
to annoy=ergeren/irriteren
to irritate=ergeren/irriteren
annooyance=ergernis/irritatie
irritation=ergernis/irritatie
to sympathise=meevoelen
sympathy=medeleven
empathy=inlevingsvermogen
miracle=wonder
to applaud=applaudiseren/toejuichen
remorse=wroeging
shy=verlegen
timid=verlegen
shyness=verlegenheid
timidity=verlegenheid
mood=stemming
to disappoint=teleurstellen
disappointment=teleurstelling
to appeal to=aantrekken
appeal=aantrekkingskracht
sorrow=verdriet
grief=verdriet
to mourn=rouwen om
sensitive (to)=gevoelig (voor)
sensitivity (to)=gevoeligheid (voor)
cheerful=opgewekt
weird=erg vreemd
pity=medelijden
compassion=medelijden
to scare=bang maken
to frighten=bang maken
scared=bang (voor)
afraid (of)=bang (voor)
to be fed up with=het zat zijn
to humiliate=vernederen
humiliation=vernedering
to enjoy=genieten van
to enjoy oneself=genieten
urge=drang/aandrang
ordeal=kwelling/beproeving
to boast=opscheppen/pochen
to brag=opscheppen/pochen
reluctantly=met tegenzin
reluctance=tegenzin
disgust=walging/afschuw
disgusting=walgelijk
hectic=hectisch/erg druk
to embrace=omhelzen
to hug=omhelzen
a nuisance=overlast
what a nuisance=wat vervelend
depressing=deprimerend
token=teken/bewijs
ruthless=meedogenloos
remorseless=meedogenloos
fit=aanval/vlaag
excited=opgewonden
excitement=opwinding
exciting=opwindend
forboding=voorgevoel
creepy=griezelig/eng
inhibited=geremd
inhibitation=remming
staggered=verbijsterd/stomverbaasd
bewildered=verbijsterd/stomverbaasd
bewilderment=verbijstering
paragraph=alinea
according to=volgens
to illustrate=illustreren
to imply=suggereren/laten doorschemeren
to make clear=duidelijk maken
to explain=uitleggen
to express=uitdrukken
purpose=doel
main=hoofd/voornaamste
main point=essentie/hoofdpunt
to serve=dienen ertoe
to refer to=verwijzen naar
to suggest=suggereren
to state=beweren
to argue=beweren
statement=bewering
to deal with=gaan over
to replace=vervangen
attitude=houding/opvatting
view=mening
point of view=standpunt
viewpoint=standpunt
judging from=te oordelen naar/op grond van
to sum up=samenvatten
to summarise=samenvatten
to point out=duidelijk maken
to describe=beschrijven
What is the point made about...?=Wat wordt er gezegd over...?
with regard to=met betrekking tot
with respect to=met betrekking tot
to insert=tussenvoegen
to characterise=typeren
to emphasise=benadrukken
to stress=benadrukken
to account for=verklaren
to conclude=concluderen
to appear from=blijken uit
to reflect=weergeven
to amount to=neerkomen op
quotation=citaat
to derive from=afleiden van
to interpret=interpreteren/uitleggen
interpreter=tolk
confusion=verwarring
dumb=stom
deaf and dumb=doofstom
to meet=voldoen aan
to come up to=voldoen aan
to live up to=voldoen aan
to fall short of=niet voldoen aan
cutting=knipsel
to distort=verdraaien
issue=nummer (van tijdschrift)
glossy=glanzend
tanned=gebruind
lap=schoot
to wink=knipogen
to stoop=bukken
to rub=wrijven
to drag=slepen
to pant=hijgen
to tap=kloppen/tikken
to gaze=staren
to peer=turen
to yawn=geeuwen
object=voorwerp
to comply (with)=voldoen (aan)
to tease=plagen
box office=kassa
to acquire=aankopen
acquisition=aankoop/aanwinst
sculpture=beeldhouwwerk
sculptor=beeldhouwer
heritage=erfgoed
stakes=inzet
noble=addelijk
nobility=adel
racial segregation=rassenscheiding
placard=bord
non-existent=niet-bestaand
non existent=niet bestaand
melting pot=smeltkroes
to obtain=krijgen
to get=krijgen
to persevere=volhouden/volharden
to act=handelen
duty=plicht
spectacle=schouwspel
advocate=voorstander
to advocate=een voorstander zijn van/bepleiten
parish=parochie/kerkelijke gemeente
to release=uitbrengen

Ingezonden op 27-05-2017 - 699x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Finish Up

91 lijst 91-100 engels nederlands