Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mathijs
› 10 Duits
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mathijs
, deel 10
10 Duits
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Anforderung = de eis ankreuzen=aankruisen die Anwesenheit=de aanwezigheid die Aufgabe=de opgave die Aufmerksamkeit=de aandacht aufpassen=oppassen ausfallen=uitvallen begreifen=begrijpen beibringen=bijbrengen die Bewertung=de beoordeling bilden=vormen die Bildung=de vorming, het onderwijs durchstreichen=doorstrepen ergänzen=aanvullen erklären=uitleggen die Grundschule=kleuterschool das Gymnasium=het gymnasium die Hauptschule=de basisschool der Kindergarten=de kleuterschool die Klasse=de klas sich konzentrieren=zich concentreren der Lehrer=de leraar die Lehrerin=de lerares lernen=leren sich merken=onthouden die Pause=de pauze die Pflicht=de plicht die Realschule, die Realschulen=ongeveer mavoschool die Schule=de school der Schüler=de scholier die Schülerin=de scholiere sitzen bleiben=blijven zitten die Tabelle=het schema die Tafel=het bord der Unterricht=het onderwijs unterrichten=lesgeven versetzen=overgaan wissen=weten das Zeugnis=het rapport die Abbildung=de afbeelding abgeben==inleveren die Antwort=het antwoord anwenden=gebruiken der Aufsatz=het opstel aufschreiben=opschrijven das Beispiel=het voorbeeld sich benehmen=zich gedragen berechnen=berekenen die Biologie=de biologie der Bleistift=het potlood die Chemie=de scheikunde die Definition=de definitie das Deutsch=het Duits einfach=eenvoudig das Englisch=het Engels das Fach=het vak fortsetzen=vervolgen die Frage=de vraag das Französisch=het Frans die Geografie=de aardrijkskunde die Geschichte=de geschiedenis das Heft=het schrift der Kugelschreiber=de balpen die Kunst=de kunst lesen=lezen die Mathematik=de wiskunde mitmachen=meedoen notieren=noteren die Physik=de natuurkunde rechnen=rekenen schreiben=schrijven die Schrift=het handschrift schwierig=moeilijk die Sozialkunde=de maatschappijleer der Sport=de gymnastiek stimmen=kloppen stören=storen der Stundenplan=het rooster die Summe=de som üben=oefenen die Übersicht=het overzicht die Übung=de oefening unklar=onduidelijk unterstreichen=onderstrepen der Vergleich=de vergelijking der Versuch=de poging weitermachen=doorgaan abschließen=afsluiten die Analyse=de analyse analysieren=analyseren der Ansatz=de aanpak belegen=zich inschrijven voor der Bezug=de relatie die Einführung=de inleiding die Forschung=het onderzoek die Hochschule=de hogeschool das Institut=het instituut der Kurs=de cursus die Methode=de methode praktisch=praktisch die Praxis=de praktijk der Professor=de professor das Semester=het semester der Student=de student studieren=studeren das Studium=de studie theoretisch=theoretisch die Theorie=de theorie die Universität=de universiteit die Vorlesung=het college der Vortrag=de voordracht die Wissenschaft=de wetenschap wissenschaftlich=wetenschappelijk ausbilden=opleiden die Ausbildung=de opleiding der Beruf=het beroep sich bewerben=solliciteren der Bewerber=de sollicitant die Chance=de kans sich eignen=geschikt zijn die Erfahrung=de ervaring der Erfolg=het succes erfordern=vereisen der Lebenslauf=het cv die Lehre=de opleiding der Lehrling=de leerling die Lehrstelle=de opleidingsplaats leisten=presteren die Perspektive=het perspectief der/die Praktikant=de stagiair das Praktikum=de stage spezifisch=specifiek die Tätigkeit=de activiteit vermitteln=in contact brengen met verschaffen=bezorgen voraussetzen=veronderstellen wechseln=wisselen das Abitur=het vwo-examen der Abschluss=het diploma abweisen=afwijzen anstreben=streven naar ausgezeichnet=uitstekend bestehen=slagen beurteilen=beoordelen die Beurteilung=de beoordeling das Diplom=het diploma durchfallen=zakken durchschnittlich=gemiddeld entsprechen=overeenkomen erforderlich=vereist falsch=fout der Fehler=de fout genügend=voldoende die Herausforderung=de uitdaging komplex=complex kompliziert=ingewikkeld korrekt=correct die Korrektur=de correctie korrigieren=corrigeren die Leistung=de prestatie lösen=oplossen die Lösung=de oplossing mündlich=mondeling die Note=het cijfer prüfen=toetsen die Prüfung=het examen das Resultat=het resultaat richtig=juist schlecht=slecht schriftlich=schriftelijk die Schwierigkeit=de moeilijkheid der Test=de test testen=testen ungenügend=onvoldoende verbessern=verbeteren die Verbesserung=de verbetering die Verschlechterung=de verslechtering die Voraussetzung=de voorwaarde vorbereiten=voorbereiden zulassen=toelaten
Ingezonden op 28-05-2017 - 411x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!