Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

HandboekMedischeSecretaresse, deel 1

2 Tumoren

Jaar 1 (mbo)

Oncologie = Gezwelleer
Benigne = Goedaardig
Maligne = Kwaadaardig
Tumoren = Differentiatie expansie uitzaaiingen
Metastase-vorming = Het vormen van uitzaaiingen
Lokale ontwikkeling = Tumoren ontwikkelen zich lokaal vanuit één locatie
Lipomen = Van vetweefsel uitgaand
Fibromen = Van bindweefsel uitgaand
Myomen = Van spierweefsel uitgaand
Adenomen = Van klierweefsel uitgaand
Osteomen = Van botweefsel uitgaand
Chrondromen = Van kraakbeenweefsel uitgaand
Angiomen = Van vaten uitgaand {bloed-lymfe}
Osteochondromen = Mogelijke combinaties zijn benigne tumoren
Maligne degeneratie = verandering van de benigne cellen naar maligne cellen
Cyste = Met vocht scherp begrensd gezwel meestal benigne
Poliepen = paddenstoelvormige gezwellen benigne als maligne
Lymfomen = Opgezette lymfklieren lymfkliergezwellen benigne als maligne
Carcinomen = Maligne gezwel uitgaand van klier- of dekweefsel
Sarcomen = Kwaadaardige gezwellen uitgaand van steun- en bindweefsel spierweefsel bloedweefsel bloed
Melanomen = Deze zijn altijd maligne, men bedoelt eigenlijk melanocarcinomen. Het zijn zeer kwaadaardige gezwellen uitgaande van de pigmentcellen van de huid en het oog.
Gegeneraliseerde maligniteiten = Beginnende tumoren die zich in het gehele lichaam kunnen ontwikkelen.
Leukemie = Kanker van de witte bloedcellen
Ziekte van Hodgkin = Kanker van het lymfatisch systeem
Ziekte van Kahler = Ziekte, waarbij zich op vele plaatsen in beenmerg en skelet woekeringen van abnormale plasmacellen bevinden.
Verschijnsel 1 = Druk op de omgeving, omgevende organen
Verschijnsel 2 = Verhoogde klierfunctie, de tumor produceert bv een overmaat hormoon.
Verschijnsel 3 = Bloedingen en pijn
Verschijnsel 4 = Algemene intoxicatie, vergiftiging door giftige stoffen in tumor
Verschijnsel 5 = Anemie {bloedarmoede} ook vaak tekort aan witte bloedcellen en minder afweer tegen infectieziekten
Verschijnsel 6 = Cachexie {ernstige algemene zwaktetoestand, ook bij ondervoeding en uitputting}
Oorzaak cachexie = De normale cel-eiwitten worden afgebroken tgv groei van het gezwel
Verschijnsel 7 = Functiestoornis van een orgaan
Complicatie 1 = Bloedingen in en van de aangedane organen
Complicatie 2 = Necrose {weefselversterf} in de tumor
Complicatie 3 = Lymfogene en heamatogene uitzaaiing van tumor
Complicatie 4 = Lokale recidieven {herhaling van de tumor op dezelfde plaats}
Röntgenfoto’s = Röntgenonderzoek
Agiografie = De tumor verraadt zich door de abnormaal rijke bloedvatvoorziening.
CT-scanning = Beeldvormingsonderzoek dmv computer tomografie. Dmv röntgenstraling worden via een beeldversterker gedetailleerde beelden van doorsneden van het lichaam gemaakt.
M.R.I.-scanning = Magnetic Resonance Imaging
MRI = Beeldvorming op wijze vergelijkbaar met de CT-scanning, waarbij gebruik gemaakt wordt van magnetische inductie ipv röntgenstraling.
Echo-onderzoek = Beeldvormingsonderzoek dmv ultrageluid.
Endoscopie = Onderzoek door met een endoscoop bekijken van lichaamsholten; de verkregen weefselbiopten worden cytologisch onderzocht.
Cytologie = Onderzoek door het bestuderen van cellen uit weefsels
Histologie = Weefselonderzoek van biopten of totale organen.
Bloedonderzoek op tumor-markers = Onderzoek door stoffen die in verhoogde mate in het bloed aanwezig is bij een bepaald type kanker.
Stagering = De mate van maligniteit van het gezwel wordt bepaald door de differentiatiegraad van het tumor (de mate van anaplasie).
Stagering houdt in = Dat de tumor bij een bepaalde patiënt geclassificeerd (= ingedeeld) wordt volgens de richtlijnen van dit systeem.
T.N.M-systeem = Per tumorsoort bestaat een consensus {overeenstemming}
Stagering T = Grootte van tumor in doorsnede T1 kleine tumor T2 middelgrote tumor T3 grote tumor
Stagering N = Aanwezigheid van metastasen in lymfklieren N0 geen N1 een N2 twee etc aangetaste klieren
Stagering M = Het aanwezig zijn van metastasen op afstand in andere organen M0 geen M1 een M2 twee metastasen op afstand etc
Gestagneerde tumor T1 N0 M0 = Heeft altijd de beste prognose: een kleine tumor zonder lymfogene of haematogene metastasen.
Chirurgische therapie = Het ruim uitsnijden van de tumor en nabijgelegen lymfklieren, die metastasen zouden kunnen bevatten.
Radiotherapie = Het bestralen van gezwellen en/of klierstations met röntgen- of radioactieve stralen. Chemotherapie = Meest intraveneuze of orale therapie met cytostatica , die vooral inwerken op de snel delende cellen van de tumor.
Cytostatica = Medicijnen die kankergezwellen doden, cel vergiften
Hormonale therapie = Bij sommige tumoren wordt de groei geremd of gestimuleerd door hormonen.
Palliatieve therapie = Symptomen worden bestreden om de patiënt zo goed mogelijk door de laatste levensfase te begeleiden.
Multicausaliteit = Samenspel van veel oorzaken van kanker
Erfelijke aanleg = Het familiair voorkomen van bepaalde tumoren, zoals bepaalde vormen borstkanker
Contact met carcinogenen = Kankerverwekkende stoffen in een bepaalde dosis. Bv sigaretten, asbest, anilineverf
Sommige virusinfecties zoals = Humaan papilloma virus en baarmoederhalskanker
Fysische beschadiging = Door röntgenstralen, Uv-licht, radioactieve straling, chronische infecties
Een verminderde afweer = Tegen lichaamsvreemde eiwitten van de kankercel door nog onbekende oorzaken.

Ingezonden op 04-06-2017 - 664x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 19-06-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

HandboekMedischeSecretaresse, deel 1

2 Tumoren