Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans Michael Legerstee
› 7 apprendre 1, 2, 3, 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans Michael Legerstee
, deel 2e editie
7 apprendre 1, 2, 3, 4
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1 La gorge = De keel Le ventre = De buik Le bras = De arm Le dos = De rug Le genou = De knie La jambe = Het been La santé = De gezondheid Sain = Gezond Guérir = Genezen La maladie = De ziekte La fièvre = De koorts Le bouton = De pukkel Gratter = Jeuken; Krabben Avoir mal au coeur = Misselijk zijn Vomir = Overgeven L'hôpital = Het ziekenhuis {mannelijk} Le médicin = De arts L'infirmière = De verpleegkundige {vrouwelijk} Le médicament = Het medicijntje Les consultations = Het spreekuur {vrouwelijk} La piqûre = De prik; De steek; De injectie Se coucher = Naar bed gaan Tôt = Vroeg 2 Interdire = Verbieden Interdit = Verboden Fumer = Roken Le lieu = De plaats Également = Eveneens Le commerçant = De winkelier Le mineur = De minderjarige L'accès = De toegang {mannelijk} En plus = Bovendien Lutter = Strijden Contre = Tegen Le surpoids = Het overgewicht Peser = Wegen Le poids = Het gewicht Déterminer = Bepalen La mesure = De maatregel Débile = Stom Équilibré = Evenwichtig Avoir raison = Gelijk hebben 4 Aïe, ça fait mal! = Au, dat doet pijn! J'ai mal au pied. = Ik heb pijn in mijn voet. Ça ne va pas du tout. = Dat gaat helemaal niet. Madame, vous pouvez m'aider? = Mevrouw, kunt u mij helpen? Vous pouvez me prêter votre portable? = Kunt u mij uw mobiel lenen? Tu peux venir me chercher? = Kun je me komen halen? Ne t'inquiète pas. = Maak je niet ongerust. Comment va Arthur? = Hoe gaat het met Arthur? Ça va mieux = Gaat het beter? Il n'a rien de cassé = Hij heeft niets gebroken. 5 Attention! = Let op! Se lever = Opstaan Ne ... pas du tout = Helemaal niet Le portable = De mobiele telefoon Le mien, la mienne = De mijne Déchargé = Leeg {van bijv. een mobiel} Il vaut mieux = Het is beter Passer = Langsgaan La radio = De röntgenfoto S'inquiéter = Zich ongerust maken Les bonbons = De snoepjes {mannelijk} Voyons = Laten we zien Si = Of Quand même = Toch Fichu = Naar de bliksem {populair} Tant pis = Jammer dan Remplacer = Vervangen
Ingezonden op 06-06-2017 - 738x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!