Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits16-20K
› 16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits16-20K
, deel 1
hoofdstuk 16
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Arbeitsamt = het arbeidsbureau das Vorstellungsgespräch = het sollicitatiegesprek berufstätig = werkend die Beschäftigung = het werk, de bezigheid die Stelle = de baan hauptamtlich = (als) hoofdbetrekking Feierabend haben = klaar zijn met werken ausspannen = uitrusten zuständig = bevoegd, verantwoordelijk fertigen = fabriceren, vervaardigen wiederherstellen = herbouwen, restaureren handhaben = hanteren das Gaststättengewerbe = de horeca schuften = zwoegen, ploeteren das Gerüst = de steiger das Mauerwerk = het metselwerk der Ziegel = de pan, de dakpan der Klempner = de loodgieter das Rohr = de buis, de pijp die Wartung = het onderhoud der Handwerker = de vakman der Facharbeiter = de vakman, de geschoolde arbeider schweißen = lassen der Kumpel = de mijnwerker der Bergwerkstollen = de mijngang der Vorgesetzte = de chef, de meerdere die Hausangestellte = de huishoudster bügeln = strijken die Friseurin = de kapster der Sachverständige = de deskundige die Agentur = het bureau, het agentschap der Frührentner = de vutter die Gewerkschaft = de vakbond das Gehalt = het salaris die Arbeitsbedingungen = de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden die Tarifverhandlungen = de cao-onderhandelingen die Versammlung = de vergadering der Betriebsrat = de ondernemingsraad sich bewerben um = solliciteren naar der Lebenslauf = het cv der Arbeitsplatz = de arbeidsplaats der Maurer = de metselaar der Metzger = de slager der Bauarbeiter = de werknemer in de bouw der Mechaniker = de monteur die Werkstatt = de garage der Wirt = de caféhouder die Theke = de bar der Vertreter = de vertegenwoordiger kündigen = ontslag nemen entlassen = ontslaan arbeitslos = werkloos streiken = staken Zal ik je eens een goede raad geven? Rust eerst even uit = Soll ich dir mal einen guten Rat geben? Ruh dich erst mal aus! Als ik jouw was nam ik ontslag = Wenn ich du wäre, kündigte ich Geloof mij nou maar: Je kunt beter een nieuwe kopen! = Glaub mir: Du kannst besser eine neue kaufen! Je moet echt eens naar mijn bakker gaan = Du solltest wirklich mal zu meinem Bäcker gehen Dat is makkelijker gezegd dan gedaan = Das ist leichter gesagt als getan Jij hebt makkelijk praten = Du hast leicht reden Je hebt werkelijk geen idee, waar je het over hebt = Du hast wirklich keine Ahnung, wovon du sprichst Ik vraag me af of ik wel moet doen wat jij me aanraadt = Ich frage mich, ob ich wohl tun soll, was du mir rätst
Ingezonden op 07-06-2017 - 570x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!