Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Management&Organisatie, deel 2

2 Marketing

Jaar 5 (vwo)

Marketing = zo goed mogelijk inspelen op de wensen van de consument zonder eigen doel te vergeten
Social marketing = marketing voor niet- commerciële organisaties (goede doelen, ziekenhuis)
Omgevingsfactoren marketing (om doelstelling te realiseren) =
Demografische ontwikkelingen
Stand van de techniek
Wetgeving
Gedrag van afnemers
Gedrag van concurrenten
Verandering in afzetkanalen
Cultuur
Marktsegmentatie
Marktsegmentatie = Het opdelen van een markt in verschillende onderdelen (doelgroepen) zodat je iedereen naar wens kan zijn.
Demografische ontwikkelingen = opbouw van de bevolking
Gedrag van afnemers:
Substitutiegoederen = goederen die elkaar kunnen vervangen (appel/peer) › vraag product neemt toe als prijs ander product stijgt
Complementaire goederen = goederen die elkaar aanvullen (pen/papier) › vraag product neemt af als prijs ander product stijgt
Gedrag van concurrenten = homogeen of heterogeen
Oligopolie = concurrentie, aantal aanbieders klein, meteen reactie.
Marktaandeel bedrijf = afzet bedrijf/totale afzet x 100% (kan ook omzet ipv afzet)
Geconcentreerde marketing = onderneming richt marketingbeleid op bepaald marktsegment
Gedifferentieerde marketing = onderneming richt zich op meerdere segmenten, voor elk segment apart marketingbeleid.
Ongedifferentieerde marketing = beleid afgestemd op totale markt
penetratiepolitiek = Lage prijs waardoor het voor concurrenten onaantrekkelijk is op op de markt te treden
Afroompolitiek = Ondernemer start met een hoge prijs en gaat steeds lager
Psychologische prijsstelling = Het denken dat een product goedkoper is door de klant. (€2,98 -› €3,00)
Rabat / Omzetbonus = Korting die je krijgt als je grote hoeveelheden afneemt
Prijsdifferentiatie = variëren van de prijs voor eenzelfde product
Prijsdiscriminatie = De ene afnemer betaald een andere prijs dan een andere afnemer
Productmix = uiterlijk, kwaliteit, technische eigenschappen, verpakking, merk, service en garantie (TSUKMeG V)
Detaillistenmerken = distruantenmerken van de detailhandel (Appie eigenmerk)
Trading-up = luxe- uitvoering om nieuw publiek aan te trekken
Trading- down = Lagere prijs voor nieuw publiek
Directe distributie = rechtstreekse verkoop zonder tussenschakels
Indirecte distributie = Hulp van detailhandel, groothandel.
Convenience goods = Product dat overal wordt verkocht
Shopping goods = Product wordt bij bepaalde winkels verkocht
Specialty goods = Product wordt maar door een winkel verkocht (speciaalhandel)
Push strategie = Fabrikant laat door reclame afnemers het product kopen
Pull strategie = Afnemer gaat door reclame vragen naar het product waardoor een winkel het product in zijn assortiment gaat nemen.
Promotiemix = Sales promotion, Actie reclame en Persoonlijke verkoop
Sales promotion = reclame door het weggeven van monsters en kortingen
Actiereclame = 2 halen 1 betalen reclame.
Persoonlijke verkoop = Nieuwsbrieven en folders

Ingezonden op 09-06-2017 - 530x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

H2 van de lesbrief Marketing en Logistiek

Vakken

Management&Organisatie, deel 2

2 Marketing