Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Oriëntatie op de samenleving
› 2 Begrippen H2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
Oriëntatie op de samenleving
, deel 12e editie
2 Begrippen H2
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Theoretische benadering / theoretisch perspectief = fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtlijn dient voor theorie en onderzoek Structureel functionalisme = hanteert een kader voor de theorievorming waarin de samenleving als een complex systeem wordt gezien waarin sprake is van onderlinge samenwerking tussen de verschillende delen en dat solidariteit en stabiliteit beoogt Sociale structuur = relatief stabiele sociale gedragspatronen Sociale functie = gevolgen van een sociaal patroon voor het functioneren van de totale samenleving Manifeste functies (Merton) = onderkende en beoogde gevolgen van een sociaal patroon Latente functies (Merton) = niet-onderkende en niet-bedoelde gevolgen van een sociaal patroon Sociale disfunctie = sociaal patroon dat het functioneren van de samenleving kan verstoren Conflictsociologie = denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als een arena van ongelijkheid die conflicten en verandering veroorzaakt Sekseconflictbenadering = vorm van conflictbenadering die zich richt op de ongelijkheid en conflicten tussen mannen en vrouwen Feminisme = streeft naar sociale gelijkheid tussen mannen en vrouwen Rassenconflictbenadering = vorm van conflictbenadering die zich richt op de ongelijkheid en conflicten tussen mensen met een verschillende raciale en etnische achtergrond Oriëntatie op macroniveau = benadering gericht op een totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als geheel gestalte geven Oriëntatie op microniveau = geven van een nauwkeurige en gedetailleerde beschrijving van de sociale interacties in concrete situaties Symbolisch interactionisme = denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als het resultaat van de interacties tussen individuen Rationelekeuzebenadering = denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als een resultaat van kosten- en batenafwegingen Positivistische methode = logisch systeem dat zijn kennis baseert op directe, systematische observaties Positivistische / empirische sociologie = op systematische observaties van het sociale gedrag gebaseerd onderzoek van de samenleving Empirische gegevens = informatie die met de zintuigen geverifieerd kunnen worden Betrouwbaarheid = een meting laat consistentie zien Validiteit = er wordt gemeten wat men wilt meten Correlatie = relatie waarin twee of meer variabelen samen veranderen Oorzaak en gevolgrelatie = relatie waarin een verandering in een variabele een verandering in een andere variabele veroorzaakt Onafhankelijke variabele = oorzaak Afhankelijke variabele = effect Schijncorrelatie = twee variabelen veranderen samen terwijl geen van beide verantwoordelijk is voor de verandering bij de andere variabele Objectiviteit = persoonlijke neutraliteit Interpretatieve sociologie = richt zich in het onderzoek van de samenleving op de betekenissen die mensen aan hun sociale werkelijkheid toekennen Waarnemersperspectief = onderzoekers kunnen de nodige afstand bewaren en nauwkeurige metingen verrichten Deelnemersperspectief = onderzoek in de natuurlijke omgeving waarbij onderzoekers contact hebben met mensen en kunnen inventariseren hoe zij hun bestaan inhoud en betekenis geven Kritische sociologie = laat zich in het onderzoek van de samenleving leiden door de noodzaak van sociale verandering Gender = persoonlijke kenmerken en sociale posities die de leden van de samenleving toeschrijven aan het man of vrouw zijn Androcentrisme = vraagstukken worden vanuit een mannelijk perspectief benaderd Gynocentrisme = vraagstukken worden vanuit een vrouwelijk perspectief benaderd Genderblindheid = totaal geen aandacht besteden aan de factor gender Enquête / survey = onderzoeksmethode waarbij proefpersonen of respondenten reageren op een aantal uitspraken of vragen die hen in een vragenlijst of interview worden voorgelegd Participerende observatie = onderzoeksmethode waarbij onderzoekers het gedrag van mensen systematisch observeren terwijl zij zich bij hen voegen in hun dagelijkse activiteiten
Ingezonden door
milouvdbrug
(
Rijnlands Lyceum Sassenheim
) op 11-06-2017 - 743x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!