Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Start Up, deel 11-15

11 !START UP 11-15!

Jaar 1 (mavo/havo/vwo)

passen = to fit
paskamer = fitting room
passen=proberen = to try on
trainingspak = tracksuit
badpak = swimsuit
zwembroek = swimming trunks
laars/hoge schoen = boot
leer = leather
echt = real
rits(sluiting) = zip/zipper
wol = wool
wollen = woollen
onder = under
ondergoed = underwear
schoen = shoe
paar = pair
vies/vuil = dirty
schoon = clean
schoonmaken = to clean
jurk/japon = dress
zich aankleden = to dress
handschoen = glove
materiaal/stof = material
ontwerpen = to design
pak/kostuum = suit
juweel = jewel
bewaren = to keep(kept-kept)
houden = to keep
sportschoenen = trainers
restaurant = restaurant
to invite = uitnodigen
food = eten/voedsel
soup = soep
favourite = lievelings
chicken = kip
to like = houden van/lekker vinden
butter = boter
bread = brood
to eat(ate-eaten) = eten
to want = willen
ice cream = ijs
cheese = kaas
roll/bun = broodje
to cook = koken
cook = kok
excellent = uitstekend
meat = vlees
vegetarian = vegetarier
chocolate = chocolade
bar = reep
beef = rundvlees
pork = varkensvlees
piece = stuk/stukje
steak = lapje vlees
meal = maaltijd
breakfast = ontbijt
lunch = middageten/lunch
dinner = warme maaltijd/diner
ready = klaar
fish = vis
to smell = ruiken
to sell (sold - sold) = verkopen
butcher = slager
salt = zout
pepper = peper
egg = ei
sausage = worstje
enough = genoeg
thin = mager
rice = rijst
sweets = snoep
sauce = saus
hunger = honger
to be hungry = honger hebben
to be thirsty = dorst hebben
not at all = helemaal niet
to boil = koken
to fry = bakken
bacon = spek/bacon
cake = taart/cake
delicious = heerlijk
to taste = proeven
to taste = smaken
sugar = suiker
sweet = zoet
to drink (drank-drunk) = drinken
drink = drank(je)
knife = mes
knives = messen
fork = vork
spoon = lepel
plate = bord
cupboard = kast
saucer = schoteltje
turkey = kalkoen
fond of = gek op
fond of = dol op
refrigerator/fridge = koelkast
people = mensen
table = tafel
to sit (sat-sat) = zitten
round = rondom
round = rond
waiter = ober
to serve = bedienen
service = bediening
self-service = zelfbediening
quick = vlug/snel
to pay(paid-paid) = betalen
please? = alstublieft?
here you are = alstublieft
chips = friet
crisps = chips
fruit = fruit
fresh = vers
vegetables = groenten
banana = banaan
yellow = geel
potato = aardappel
potatoes = aardappels
orange = sinaasappel
juice = sap
to grow = groeien
grew = groeide
grown = heeft gegroeid
tomato = tomaat
tomatoes = tomaten
nice = lekker
glass = glas
pub = cafe
beer = bier
bottle = fles
another = nog een
drunk = dronken
soft drink = frisdrank
empty = leeg
menu = menukaart
coffee = koffie
tea = thee
not allowed = niet toegestaan
to bring = brengen

Ingezonden op 12-06-2017 - 2012x bekeken.
Waardering 6.8 (aantal stemmen: 5)

voting system
1
2
3
4
5

als er fouten in zitten, meld het dan ff, dan verander ik het z.s.m.

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Start Up, deel 11-15

11 !START UP 11-15!