Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
V4-Engels
› 3 Finish Up 11-15
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
V4-Engels
3 Finish Up 11-15
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to assess = beoordelen assessment = beoordeling stern, strict = streng lenient = soepel diary = agenda, dagboek to innovate = vernieuwen innovation = vernieuwing innovative = vernieuwend extract = uittreksel scholar = geleerde scholarship = studiebeurs grant = studietoelage to grant = verlenen honorary doctorate = eredoctoraat physics = natuurkunde physicist = natuurkundige mathematics, maths = wiskunde arithmetic = rekenen to multiply = vermenigvuldigen odd = oneven essay, composition = opstel to apply to, to turn to = zich wenden tot to praise = prijzen to suspend = schorsen to expel = wegsturen to be at stake = op het spel staan angle = hoek oral = mondeling gift, talent, aptitude = aanleg, talent fashion = mode fashionable = in de mode, modieus in fashion, in vogue = in de mode old-fashioned = ouderwets garment = kledingstuk to attract = trekken conspicuous = opvallend to wear (wore - worn) = dragen {kleding, bril} shabby = armoedig fabric = stof to mend = maken, repareren {van kleding} collar = kraag, boord fur = bont size = maat to shrink (shrank - shrunk) = krimpen to design = ontwerpen designer = ontwerper design = ontwerp wardrobe = kleerkast casual clothes = vrijetijdskleding laundry = wasserij, wasgoed detergent = wasmiddel zip, zipper = ritssluiting trousers = (lange) broek to tear (tore - torn) = scheuren to fit = passen fitting room = paskamer jewel = juweel bracelet = armband necklace = halsketting chain = ketting pendant = hanger gem, precious stone = edelsteen genuine, real = echt fake = namaak, vals jewellery = sieraden, juwelen gift = cadeau link = schakel splendid = prachtig decent = fatsoenlijk belt = riem, ceintuur underwear = ondergoed scarf {meervoud: scarves} = das, sjaal headscarf = hoofddoek veil = sluier to catch on = aanslaan chips = friet crisps = chips scarce = schaars hardly, scarcely, barely = nauwelijks wholesome = gezond {van voedsel} cereal = graanproduct pie = pasteitje fit, suitable = geschikt curious, peculiar, odd = eigenaardig, vreemd roll, bun = broodje herb = kruid flavour = smaak to complain = klagen complaint = klacht to feed (fed - fed) = voeren to nourish = voeden nutritious = voedzaam malnutrition = ondervoeding shortage = tekort famine = hongersnood to starve = van de honger omkomen starvation = honger to cater = verzorgen, cateren {eten, drank} main course = hoofdgerecht starter = voorgerecht dessert = nagerecht to consist of = bestaan uit to prefer (to) = liever hebben (dan) preference = voorkeur chef = (chef)kok to pass on = doorgeven blunt = bot to mix = mengen landlord = caféhouder, waard pub = café licence = vergunning café = eethuisje zonder drankvergunning to decline = afslaan empty = leeg barrel = vat contents = inhoud to contain = bevatten spirits, liquor = sterke drank grape = druif waiter = ober to serve = bedienen clumsy = onhandig additive = toevoeging tray = dienblad
Ingezonden op 18-06-2017 - 807x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
26-06-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!