Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Pegasos Latijn
› 2 Blok 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Pegasos Latijn
2 Blok 2
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
amare, amavi, amatus = houden van; verliefd zijn; beminnen dicere, dixi, dictus = zeggen; spreken tantum = slechts; alleen; alleen maar bellus, bella, bellum = leuk; mooi; lief noscere, novi, notus = leren kennen puella = meisje puer, pueri II = jongen {m} verus, vera, verum = waar; echt; werkelijk dives, divitis = rijk laudare, laudavi, laudatus = prijzen nec = en niet; ook niet neque = en niet; ook niet causa = oorzaak; reden agere, egi, actus = doen; handelen; leiden; voeren causas agere = processen uitvoeren carmen, carmenis = lied; gedicht {o} cantare, cantavi, cantatus = zingen; voordragen saltare, saldavi, saldatus = dansen ars, artis = kunst; vaardigheid {v} bene = goed {bijwoord} bonus, bona, bonum = goed {bijvoeglijk naamwoord} omnis, omne = ieder; elk; geheel cum = met; samen met {+ ablatuvus} cum = wanneer; toen {+ indicativus} cum = toen; omdat; hoewel {+ coniunctivus} tamen = toch quid = wat?; waarom? magnus, magna, magnum = groot velle, volui = willen nolle, nolui = niet willen malle, malui = liever willen iuvenis, iuvenis = jongeman {m} modo = slechts; alleen; zojuist; zonet fallere, fefelli, falsus = bedreigen; misleiden scire, scivi, scitus = weten detrahere, detraxi, detractus = wegtrekken; eraf trekken; er af trekken trahere, traxi, tractus = trekken; slepen ille, illa, illud = die; dat {aanwijzend voornaamwoord} dens, dentis = tand pauper, pauperis = arm; behoeftig {bijvoeglijk naamwoord} quis? = wie si = als semper = altijd tam = zo; zozeer opes, opum = rijkdom; macht {v mv} nullus, nulla, nullum = geen; geen enkel tunc = toen nunc = nu nisi = als niet; tenzij noster, nostra, nostrum = ons; van ons meus, mea, meum = mijn; van mij tuus, tua, tuum = jouw; van jou vester, vestra, vestrum = jullie; van jullie -que = en {achter woord: meque – et me} odi, odisse = haten {perfectum met praesens betekenis} placere, placui, placitus = in de smaak vallen bij; bevallen aan {+ dativus} mittere, misi, missus = sturen; zenden enim = want; immers facilis = gemakkelijk; makkelijk dificilis = moeilijk -cum = met {achter woord: mecum – cum me} emere, emi, emptus = kopen sine = zonder {+ ablativus} negare, negavi, negatus = ontkennen vocare, vocavi, vocatus = roepen; noemen tempus, temporis = tijd {o} pars, partis = deel; kant populus = volk; bevolking quia = omdat ita = zo audire, audivi, auditus = horen; luisteren
Ingezonden op 20-09-2009 - 962x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Zullen wel wat fouten in zitten
woorden 131-200
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!