Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

HCE Examenidioom Frans (oude methode), deel FR-NL

hoofdstuk 15

Jaar 4 (havo)

marquer un but=een doelpunt scoren
rencontrer= ontmoeten
faire le tour=om heen lopen
persister à=volharden in; blijven
se rendre à=zich begeven naar
couler=zinken
aménager=inrichten
tailler =snoeien; snijden
se cacher; cacher=zich verstoppen; verstoppen
conduire=rijden; auto rijden
attaquer=aanvallen
franchir=overgaan; overschrijden
combattre=bestrijden
développer=ontwikkelen
rimer=overhandigen
distribuer=uitdelen
s'échapper=vluchten; ontsnappen, ontvluchten
fuir=vluchten
retourner=terugkeren; weer gaan
manier=hanteren; omgaan met
enterrer=begraven
précéder=voorafgaan
libérer=bevrijden
attacher=vastmaken
reculer=achteruitlopen; achteruitrijden
se maquiller=zich opmaken
briser=inslaan; breken
rejoindre=zich voegen bij
intervenir= tussenbeide komen; ingrijpen
veiller à= ervoor zorgen; waken
apparaître= lijken; voorkomen
peupler= bevolken
amener= meenemen; meebrengen
piloter= besturen; sturen
gravir= beklimmen; klimmen; klimmen op
extraire=trekken; uittrekken
accéder au=toegang hebben tot
user de; user= gebruiken
tendre=uitsteken
taper=kloppen; tikken

Ingezonden op 20-06-2017 - 1112x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

HCE Examenidioom Frans (oude methode), deel FR-NL

hoofdstuk 15