Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Examenvocabulaire Frans VWO
› 14 Santé et santé publique
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Examenvocabulaire Frans VWO
14 Santé et santé publique
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la santé publique = de volksgezondheid la guérison = de genezing paralysé = verlamd contracter = oplopen attraper = oplopen cracher = spuwen insalubre = ongezond succomber = bezwijken admettre = toegeven contagieux, contagieuse = besmettelijk la condition physique = de lichamelijke gesteldheid sain = gezond le poison = het vergif; het gif le bien-être = het welzijn; het behaaglijke gevoel la maternité = het moederschap une crise cardiaque= een hartinfarct une côte = een rib l’agonie (f) = de doodsstrijd le toxicomane = de drugsverslaafde une cure de désintoxication = een ontwenningskuur la respiration = de ademhaling le muscle = de spier un nutritionniste = een voedingsdeskundige la matière grasse = het vet; het vetgehalte l’apparence (f) = de schijn; het uiterlijk un rhume = een verkoudheid le pharmacien = de apotheker la mortalité = het sterftecijfer se suicider = zelfmoord plegen faire effet = werken; effect hebben avaler = slikken; inslikken la poitrine = de borst une piqûre = een injectie se dégrader = achteruitgaan bénéfique = heilzaam jouir de = genieten; genieten van la peau = de huid une fracture du crâne = een schedelbasisfractuur soulager = verzachten; verlichten en vain = tevergeefs un infirmier, une infirmière = een verpleegkundige le soin = de zorg la cause = de oorzaak garder le lit = in bed blijven la fièvre = de koorts rare = zeldzaam le sparadrap = de pleister le plâtre = het gips le dentiste = de tandarts avoir mal aux dents = kiespijn hebben douloureux, douloureuse = pijnlijk meilleure santé = beterschap la consultation = het spreekuur la salle d’attente = de wachtkamer souffrant = een beetje ziek
Ingezonden op 23-06-2017 - 1056x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!