Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
A1.1 Spaans beginners 1
› 6 Hablar sobre la rutina diaria
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
A1.1 Spaans beginners 1
6 Hablar sobre la rutina diaria
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
a que hora empieza la clase = hoe laat begint de les a que hora quedamos = hoe laat spreken we af afeitarse = zich scheren almorzar (ue) = lunchen banarse (mex) = zwemmen; zich baden (douchen/in bad gaan) camion, el (mex) = de bus casi siempre = bijna altijd celular, el (mex) = de mobiele telefoon cenar = dineren colegio, el = de (basis-) school comer = eten (vaak tussen de middag) computadora, la (mex) = de computer conocer = kennen; leren kennen contar (ue) = tellen; vertellen cuanto cuesta = wat kost het cuanto cuestan = wat kosten ze departamento, un (mex) = een appartement desayunar = ontbijten descansar = uitrusten descanso, el = de rust; de pauze despertarse (ie) = wakker worden despues = daarna; straks; later domingo = zondag donde quedamos = waar spreken we af ejercicios, los = de oefeningen empezar (ie) = beginnen en el extranjero = in het buitenland en que piensas = waar denk je aan entre semana = doordeweeks estoy en el tercer ano = ik zit in het derde jaar hacer = doen; maken hacer la compra = boodschappen doen hago un master de marketing digital = ik doe een master digitale marketing irse = weggaan jueves = donderdag jugar al ajedrez = schaken jugar al futbol = voetballen jugar al golf = golfen jugar al voleibol = volleyballen jugar (ue) = spelen leo las noticas = ik lees het nieuws levantarse = opstaan londres = londen los fines de semana = in de weekenden lunes = maandag maestro/a, el/la = de leraar; de lerares maquillarse = zich opmaken (met kake-up) marsella = marseille martes = dinsdag me voy a la cama = ik ga naar bed mi novio/a = mijn vriend; mijn vriendin (relatie) miercoles = woensdag nueva york = new york optico/a, un/a = een opticien pelicula, la/una = de film; een film pensar (ie) en una solucion = nadenken over een oplossing puedes ayudarme = kun je me helpen que hora es = hoe laat is het que onda (mex) = hoe is het quedar = afspreken quien prepara la comida = wie maakt het eten klaar quiero conocer el mundo = ik wil de wereld zien (lett: leren kennen) reunion, una = een vergadering sabado = zaterdag salgo con mis amigos = ik ga uit met mijn vrienden salir = vertrekken; uitgaan soy feliz = ik ben gelukkig soy voluntario/a = ik ben vrijwilliger; ik ben een vrijwilligster tarde = laat temprano = vroeg vamos al mismo bar = we gaan naar dezelfde bar veo la tele = ik kijk tv ver una pelicula = een film (gaan) kijken viernes = vrijdag vivo cerca = ik woon in de buurt; ik woon vlakbij vivo solo/a = ik woon alleen voy al gimnasio = ik ga naar de sportschool
Ingezonden op 25-06-2017 - 504x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!