Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
A1.1 Spaans beginners 1
› 7 Hablar sobre la familia, conversar en un restaurante
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
A1.1 Spaans beginners 1
7 Hablar sobre la familia, conversar en un restaurante
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aceite, el = de olie ahora mismo = nu meteen al fondo a la derecha = aan het einde rechts al fondo a la izquierda = aan het einde links aqui falta … = hier ontbreekt … arroz, el = de rijst azucar, el = de suiker bano, el = het toilet botella de tinto, una = een fles rode wijn camarero/a, el/la = de ober; de serveerster casa rural, una = een landhuis cordero, el = het lam; het lamsvlees croquetas de jamon = hamkroketjes cuantos sois = met hoeveel zijn jullie cubiertos, los = het bestek cuchara, la = de lepel cuchillo, el = het mes de acuerdo = oke; prima encantador/a = schattig; charmant ensalada de atun, una = een tonijnsalade ensalada de queso de cabra, una = een salade geitenkaas enseguida = direct; meteen espinacas, las = de spinazie estoy casado/a = ik ben getrouwd estoy muy ilusionado/a = ik verheug me er erg op fresas con nata = aardbeien met slagroom jardin, el = de tuin junto con = samen met lechuga, la = de sla les traigo la carta = zal ik u (meervoud) de kaart brengen lomo a la plancha = gegrild varkenslapje merluza a la plancha = gegrilde heek mi abuelo/a = mijn opa; mijn oma mi cunado/a = mijn zwager; mijn schoonzus mi familia politica = mijn schoonfamilie mi hermano/a = mijn broer; mijn zus mi marido = mijn man mi mujer = mijn vrouw mi esposo/a = mijn echtgenoot; mijn echtgenote mi padre esta jubilado = mijn vader is gepensioneerd mi primo/a = mijn neef; mijn nicht (kind van oom en tante) mi sobrino/a = mijn neefje; mijn nichtje (kind van broer of zus) mi suegro/a = mijn schoonvader; mijn schoonmoeder mi tio/a = mijn oom; mijn tante mi yerno = mijn schoonzoon mi nuera = mijn schoondochter no le interesa = het interesseert hem niet; het interesseert haar niet no lo se exactamente = ik weet het niet precies nuestra hija = onze dochter nuestro hijo = ons kind; onze zoon nuestros vecinos = onze buren pasan mucho tiempo con sus nietos = ze brengen veel tijd door met hun kleinkinderen patatas fritas, las = frites peluquero/a, el/la = de kapper; de kapster pollo al ajillo = kip in knoflooksaus por supesto = natuurlijk; uiteraard quieren tomar algo = wilt u (meervoud) iets drinken rico/a = lekker (van smaak) sal y pimienta = zout en peper servilletas, las = de servetten tarta de manzana, la = de appeltaart tenedor, el = de vork tener hambre = honger hebben tener sed = dorst hebben tengo muchas ganas de verte = ik heb veel zin om je te zien todavia = nog tortilla de patata, la = de aardappelommelet verduras, las = de groenten vinagre, el = de azijn zanahoria, la = de wortel zumo de manzana = appelsap zumo de pina = ananassap zumo de melocoton = perziksap
Ingezonden op 25-06-2017 - 515x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!