Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Follow up Engels idioom havo 4.
› 37 Hoofdstuk 37 t/m 54
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Follow up Engels idioom havo 4.
37 Hoofdstuk 37 t/m 54
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
theft = diefstal precaution = voorzorgsmaatregel trace = spoor to trace = opsporen clue = aanwijzing to hide = verbergen to conceal = verbergen scent = reukspoor to pursue = achtervolgen to divide = verdelen to stab = steken to blackmail = chanteren to rape = verkrachten rape = verkrachting rapist = verkrachter to deny = ontkennen denial = ontkenning victim = slachtoffer to describe = beschrijven description = beschrijving accurate = nauwkeurig to bribe = omkopen bribe = smeergeld to stalk = stalken to smash = stukslaan bar = staaf to rob = beroven disguised = vermomd shoplifter = winkeldief shoplifting = winkeldiefstal juvenile = jeugd- accomplice = medeplichtige notorious = berucht to accuse of = beschuldigen van to charge with = beschuldigen van accusation; charge = beschuldiging fraud = fraude involved in = betrokken bij file = dossier to reveal; to disclose = onthullen revelation = onthulling to mug = met geweld beroven ransom = losgeld drug trafficking = drugshandel prohibited; forbidden = verboden prohibition = verbod fugitive = voortvluchtige to loot = plunderen to establish = vaststellen to use force = geweld gebruiken to detect = opsporen rate = percentage to allege = beweren allegation = bewering capable of = in staat zijn tot security; safety = veiligheid secure; safe = veilig legal = juridisch illegal = onwettig; illegaal lawyer = advocaat; jurist trial = proces; strafzaak lawsuit = rechtszaak court = rechtbank; gerechtshof solicitor = advocaat barrister = advocaat witness = getuige to witness = getuige zijn van evident; obvious; clear = duidelijk judge = rechter to judge = oordelen; beoordelen judgement = oordeel to prove = bewijzen evidence; proof = bewijs exhibit = bewijsstuk to defend = verdedigen defence = verdediging the accused; the defendant = de beklaagde to acquit = vrijspreken to doubt = twijfelen; betwijfelen doubt = twijfel to convict of = veroordelen voor convict; inmate; prisoner = gevangene conviction = veroordeling to confess = bekennen innocent = onschuldig innocence = onschuld however = echter guilt = schuld guilty = schuldig to find guilty = schuldig bevinden to plead guilty = schuld bekennen prison; jail; gaol = gevangenis to jail = gevangen zetten to prosecute = vervolgen prosecution = vervolging prosecutor = officier van justitie counsel for the defence = verdediger to object to = bezwaar maken tegen objection = bezwaar oath = eed warder; guard = bewaker; cipier to legalise = legaliseren legislation = wetgeving to state = verklaren statement = verklaring to appear = blijken sentence = vonnis life sentence = levenslang to sentence; to condemn to death = ter dood veroordelen penalty = straf death penalty = doodstraf capital punishment = doodstraf libel; slander = laster; smaad plea = pleidooi to testify = getuigen testimony = getuigenverklaring verdict = uitspraak van jury to maintain = handhaven to sue = een proces aandoen fee = honorarium incompetent = onbekwaam incompetence = onbekwaamheid; incompetentie effort = poging; inspanning to contradict = tegenspreken contradiction = tegenstrijdigheid contradictory = tegenstrijdig custody = voogdij in custody = in hechtenis manslaughter = doodslag case = zaak; rechtzaak versus = versus; tegen offence = overtreding offender = overtreder major = belangrijk; groot minor = minder belangrijk; klein to convince = overtuigen conviction = overtuiging to release = vrijlaten on bail = op borgtocht counterproductive = contraproductief to release on parole = voorwaardelijk vrijlaten politics = politiek parliament = parlement politician = politicus Member of Parliament = Lagerhuislid House of Commons = Lagerhuis House of Lords = Hogerhuis peer = Hogerhuislid government = regering to govern = regeren administration {AE} = regering minister; secretary = minister Prime Minister {PM} = minister-president Foreign Secretary = minister van Buitenlandse Zaken Foreign Office = ministerie van Buitenlandse Zaken Home Secretary = minister van Binnenlandse Zaken Home Office = ministerie van Binnenlandse Zaken domestic; internal = binnenlands policy = beleid to elect = kiezen election = verkiezing constituency = kiesdistrict to represent = vertegenwoordigen representative = vertegenwoordiger civil servant = ambtenaar the civil service = overheidsdienst empire = rijk; keizerrijk bill = wetsontwerp to pass = aannemen van wet debate = debat aim; purpose = doel act = wet to declare = verklaren declaration = verklaring to vote = stemmen vote = stem majority = meerderheid minority = minderheid to restrict; to limit = beperken restriction = beperking margin = marge to be in charge of = de leiding hebben over ally = bondgenoot alliance = bondgenootschap nuclear = kern-; atoom- feasible = uitvoerbaar to accompany = vergezellen illegitimate = onwettig exile = ballingschap provisional = voorlopig to recognise = erkennen to recognise = herkennen town council; council = gemeenteraad mayor = burgemeester independence = onafhankelijkheid independent = onafhankelijk to hush up = in de doofpot stoppen to condemn = veroordelen common = gemeenschappelijk issue = vraagstuk; kwestie constitution = grondwet according to = volgens poll; opinion poll = peiling; opiniepeiling with regard to = met betrekking tot opinion; view = mening to clash = botsen treaty = verdrag to restore = herstellen to violate = schenden to persecute = vervolgen to abuse = misbruiken abuse = misbruik riot = relletje to fail = mislukken failure = mislukking insignificant = onbelangrijk significance = belang; belangrijk scheme = plan; project to back = steunen to implement = uitvoeren; implementeren advocate = voorstander to advocate = bepleiten; een voorstander zijn van to oppose = zich verzetten tegen opposition = verzet opponent = tegenstander refugee = vluchteling to flee = vluchten asylum = asiel asylum seeker = asielzoeker society = de maatschappij influence; impact = invloed to influence = beïnvloeden racial discrimination = rassendiscriminatie racist = racist racist = racistisch racism = racisme injustice = onrechtvaardigheid justice = rechtvaardigheid gender = geslacht multi-cultural = multicultureel to discriminate against = discrimineren ethnic minority = etnische minderheid to migrate = migreren migrant = migrant immigrant = immigrant ethnic immigrant = allochtoon ethnic = allochtoon community = gemeenschap to belong to = horen bij citizen = burger; staatsburger influx = toestroom residence permit = verblijfsvergunning to develop = zich ontwikkelen development = ontwikkeling developing country = ontwikkelingsland social security = sociale zekerheid welfare state = welzijnsstaat aid = hulp welfare work = maatschappelijk werk to dedicate to = wijden aan tribe = stam civilized = beschaafd civilization = beschaving alien = buitenlander charity = liefdadigheidsorganisatie the establishment = de gevestigde orde to abolish = afschaffen abolition = afschaffing to exploit = uitbuiten exploitation = uitbuiting to accomodate = huisvesten national anthem = volkslied nobleman = edelman nobility = adel racial segregation = rassenscheiding to participate; to take part = deelnemen participant = deelnemer slogan = leuze equal = gelijk equality = gelijkheid struggle = strijd on welfare; on social security = in de bijstand civil war = burgeroorlog civilian = burger to destroy = vernietigen destruction = vernietiging destructive = vernietigend; verwoestend truce = wapenstilstand submarine = onderzeeboot missile = raket to launch = lanceren to arm = bewapenen weapons; arms = wapens armament = bewapening enemy = vijand to surrender = zich overgeven to disarm = ontwapenen rifle = geweer bullet = kogel shell = granaat to aim = richten aim; target = doel; doelwit to enlist = in dienst gaan combat = strijd; gevecht to combat = bestrijden to liberate = bevrijden liberation = bevrijding liberty = vrijheid statue = standbeeld air raid = luchtaanval casualty = slachtoffer secret = geheim spy = spion brave; courageous = dapper bravery; courage = moed hero = held heroine = heldin heroic = heldhaftig to encourage = aanmoedigen to discourage = ontmoedigen to claim = opeisen massacre = bloedbad; slachting rank = rang private = gewoon soldaat to conquer = veroveren conquest = verovering to execute; to carry out = uitvoeren to execute = executeren volunteer = vrijwilliger voluntary = vrijwillig to sacrifice = opofferen mankind = de mensheid to capture = gevangennemen captivity = gevangenschap captive = gevangen to possess; to own = bezitten possession = bezitting headquarters = hoofdkwartier to penetrate = doordringen to withdraw = terugtrekken to survive = overleven survival = overleving survivor = overlevende to exterminate = uitroeien treason = verraad trench = loopgraaf hardship = ontbering horror = verschrikking senseless = zinloos to provide with; to supply with = voorzien van supply = voorraad to claim = beweren naval = marine- sophisticated = geavanceerd; ultramodern coward = lafaard to deter = afschrikken deterrent = afschrikmiddel conditions; terms = voorwaarden to occupy = bezetten occupation = bezetting to reinforce = versterken a good cause = een goede zaak just = rechtvaardig battle = veldslag; slag destiny; fate = noodlot; lot to brainwash = hersenspoelen barracks = kazerne to advance = vorderen outrage = verontwaardiging; gewelddaad outrageous = schokkend memorial = monument; gedenkteken verbal = verbaal; met woorden gesture = gebaar to propose = voorstellen proposal = voorstel to reject = verwerpen item = agendapunt; punt to confirm = bevestigen confirmation = bevestiging to imply = betekenen; inhouden; laten doorschemeren unintelligible; intelligble = onbegrijpelijk; begrijpelijk to focus = richten; concentreren focus = middelpunt particular = bijzonder; speciaal particulars; details = bijzonderheden; details irrelevant; relevant = onbelangrijk; belangrijk relevance = relevantie; belang to notice = merken noticeable = merkbaar rumour = gerucht spokesman = woordvoerder to comment = commentaar geven comment = commentaar questionnaire = vragenlijst survey = enquête; onderzoek at random = willekeurig to complete = voltooien mass media = massamedia postcode = postcode zip code = postcode parcel; package = pakje to deliver = bezorgen; leveren delivery = bezorging/ levering courier = koerier to inform = mededelen to respond = reageren; antwoorden response = reactie; respons to keep in touch = contact houden junk mail = ongevraagde reclame current = actueel; huidig to announce = bekendmaken; aankondigen announcement = bekendmaking orbit = baan bold = vet italics = cursieve letters to nod = knikken illegible = onleesbaar to whisper = fluisteren to address = toespreken address; speech = toespraak enquiry; inquiry = verzoek om informatie to make enquiries; inquiries = inlichtingen vragen mobile phone; cell phone; cellular phone = mobiele telefoon dial = wijzerplaat; kiesschijf to dial = draaien; kiezen keypad = toetsenbord area code = netnummer; kengetal countrycode = landnummer phone credit = beltegoed engaged = in gesprek message = boodschap answer phone;answering machine = antwoordapparaat to record = opnemen battery = batterij; accu phone box; call box; phone booth = telefooncel phone card = telefoonkaart the press = de pers editor = redacteur chief editor = hoofdredacteur letter to the editor = ingezonden brief magazine = tijdschrift issue= nummer van tijdschrift; nummer headline = krantenkop; kop local = plaatselijk; lokaal to subscribe to = zich abonneren op subscription = abonnement journal = vakblad cutting= knipsel data = gegevens to process = verwerken word processor = tekstverwerker to hack = kraken dot = punt access = toegang connection =verbinding wireless = draadloos means of communication = communicatiemiddel snail mail = slakkenpost to store = bewaren to save = opslaan file = bestand failure; breakdown = storing key = toets keyboard = toetsenbord at = apenstaartje attachment = bijlage to delete; to erase = wissen to install = installeren desktop = bureaublad icon = pictogram; icoon nickname =schuilnaam; bijnaam frequently = vaak link = koppeling virtual =bijna echt; virtueel virtually = practisch; bijna serial = serie {doorlopend verhaal} series = serie {reeks} episode = aflevering viewing figures; TV ratings = kijkcijfers viewer = kijker station = zender to receive = ontvangen channel = kanaal aerial = antenne dish = schotelantenne to broadcast = uitzenden to cover = verslaan; een verslag maken van coverage = verslaggeving presenter = presentator footage = filmfragment to advertise = adverteren advertisement; ad; advert = advertentie commercial = reclamespot advertising agency =reclamebureau campaign = campagne to meet expectations = aan de verwachtingen voldoen to fall short of = niet voldoen aan to ban = verbieden ban = verbod standard = norm
Ingezonden op 27-06-2017 - 628x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
als er wat is hoor ik het wel.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!