Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
A1.1 Spaans beginners 1
› 5 Dar información personal (3)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
A1.1 Spaans beginners 1
5 Dar información personal (3)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
a mano derecha = aan de rechterkant; aan de rechterhand a mano izquierda = aan de linkerkant; aan delinkerhand a veces = soms aire acondicionade, el = de airco alquilar = huren antes del viaje = voorafgaand aan de reis aparcamiento, el = de parkeerplaats arabe = arabisch chino = chinees chiringuito, el = het strandtentje clinica privada, une = een privekliniek creer = geloven cual es tu fecha de nacimiento = wat is je geboortedatum cuantos anos tienes = hoe oud ben je cuatro estaciones, las = de vier seizoenen dni, el (documento nacional de identidad) = de identiteitskaart (id) empresa americana, una = een amerikaans bedrijf en que planta esta el coche = op welke verdieping staat de auto enero = januari febrero = februari marzo = maart abril = april entonces = dan; dus equipaje, el = de bagage escuela de idiomas, una = een talenschool estamos muy cansados = we zijn heel moe estar = zijn; zich bevinden estoy un poco perdido = ik ben een beetje in de war fecha, la = de datum flores muy bonitas, unas = een paar hele mooie bloemen hasta = tot hasta manana = tot morgen invierno, el = de winter ir = gaan irse = weggaan lista de precios, la = de prijslijst lo siento = het spijt me maleta, la = de koffer mayo = mei junio = juni julio = juli agosto = augustus mediano/a = gemiddeld mensaje en facebook, un = een bericht op facebook mi cumpleanos = mijn verjaardag muchisimo = heel veel; heel vaak nada = niets no mucho = niet veel no pasa nada = het maakt niet uit; het geeft niet no tanto = niet zoveel nunca = nooit otono, el = de herfst pasaporte, el = het paspoort permiso de conducir, el = het rijbewijs por mi trabajo = vanwege mijn werk por mis estudios = vanwege mijn studie primavera, la = de lente que tipo de coche quiere = wat voor type auto wilt u querer (ie) = willen quieres un helado = wil je een ijsje ruso = russisch saber = weten septiembre = september octubre = oktober noviembre = november diciembre = december soy holandes / holandesa = in ben nederlander; ik ben nederlandse tarjeta de credito, la = de creditcard tener = hebben tener que = moeten tengo 30 anos = ik ben 30 jaar tengo que preparar la clase = ik moet de les voorbereiden tienes hambre = heb je honger turco = turks verano, el = de zomer voy a visitar mi abuela = ik ga mijn oma opzoeken
Ingezonden op 27-06-2017 - 412x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-07-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!