Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
harley
› 4 Frans
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
harley
4 Frans
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
C’est la fête! = Het is feest! Le calendrier = de kalender poisson d’avril ! = 1 april ! la date = de datum janvier = januari février = februari mars = maart avril = april mai = mei juin = juni juillet = juli août = augustus septembre = september octobre = oktober novembre = november décembre = december premier = eerste le roi = de koning la reine = de koningin Pâques = Pasen en chocolat = van chocolade le dos = de rug le bal = het bal le feu d’artifice = het vuurwerk la rentrée = de eerste schooldag ; het begin van het nieuwe jaar rentrer = teruggaan Noël = Kerstmis manger = eten l’hiver = de winter le printemps = de lente l’été = de zomer l’automne = de herfst Joyeux anniversaire ! = Gefeliciteerd met je verjaardag les festivités v = de feestdagen le produit = het product le magasin = de winkel les tomates? Chez Marcel = tomaten? bij Marcel la pharmacie = de apotheek la librairie = de boekhandel le livre = het boek le stylo-plume = de vulpen les fruits et légumes = fruit en groente la fraise = de aardbei la pomme de terre = de aardappel la salade = de sla l'occasion = het koopje le ballon = de bal le sac à dos = de rugzak bon marché = goedkoop la boîte = het blikje le croissant = de croissant l'eau minérale = het mineraalwater le lait = de melk le jus de fruits = de vruchtensap la baguette = het stokbrood le yaourt = de yoghurt la souris = de muis la fleur = de bloem la conversation =het gesprek le magasin de sports = de sportwinkel le réseau de mots = het woordenweb créer = maken au/à la/à l'/aux=naar le marché=de markt l'épicerie=de kruidenierswinkel C'est pour qui? = Voor wie is het? Le labyrinthe des cadeaux = Het cadeaudoolhof le guide = de gids pour = voor mon père = mijn vader le ski = het skiën la photo = de fotografie ma mère = mijn moeder mon frère = mijn broer un artiste = een kunstenaar le cinéma = de film, de bioscoop nos parents = onze ouders divorcé(e) = gescheiden mon petit frère = mijn broertje être fou/folle de = gek zijn op ma cousine = mijn nicht(je) ma tante = mijn tante à ma tante préférée = voor mijn lievelingstante mon oncle = mijn oom romantique = romantisch la musique = de muziek offrir = geven Le français et la France en chiffres = Het Frans en Frankrijk in cijfers le million = het miljoen la langue = de taal l'habitant = de inwoner l'année = het jaar Les voyelles nasales = De neusklanken la paix = de vrede le sang = het bloed le pont = de brug le pot = de pot sain(e) = gezond le jardin = de tuin le matin = de ochtend le chiffre = het getal le grand-père = de grootvader les grands-parents = de grootouders la mamie = de oma le papi = de opa le cousin = de neef le gâteau = de taart Vous désirez? = U wenst? On boit un coup? = Zullen we iets drinken? les toilettes = het toilet la porte = de deur à droite = rechts bien frais = lekker fris la glaçon = het ijsblokje un verre de coca = een glas cola le coca = de cola un sandwich au fromage = een broodje kaas nos sandwiches = onze broodjes le jambon = de ham le beurre = de boter le fromage = de kaas végétarien(ne) = vegetarisch le snack = de snack le menu = het menu le dessert = het dessert, het toetje le café = de koffie le boisson = het drankje la glace = het ijsje la vanille = de vanille le chocolat = de chocolade le citron = de citroen la boule = de bol le jus d'orange = de sinaasappelsap le jus de citron = de citroensap le jus de pomme = de appelsap l'eau gazeuse = het mineraalwater met prik le chocolat chaud = de warme chocolademelk Les courses = de boodschappen l'anniversaire = de verjaardag la bouteille = de fles le paquet = de zak, de doos le veau = het kalf le vin = de wijn la limonade = de limonade le gramme = de gram le kilo = de kilo
Ingezonden op 04-07-2017 - 495x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!