Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Tolle_Lege
› 34 1A-C 2B
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Tolle_Lege
34 1A-C 2B
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1A ὁ, ἡ, τό = de; het ἐν + dat. = in; op; bij δέ, δ’ = en; maar ἡ οἰκία = huis πλησίον + gen. = dichtbij ἡ ἀγορά = markt καθεύδω = slapen καί = en; ook ὁ ἀδελφός = broer ἡ ἀδελφή = zus ὁ δοῦλος = slaaf οὐ, οὐκ, οὐχ = niet ἀλλά, ἀλλ᾿ = maar ἐκτός + gen. = buiten πρό + gen. = voor ἡ θύρα = deur γάρ = want; immers φυλάττω = bewaken ἐξαίφνης = plotseling κρύπτω = verbergen δύο = twee ὁ ἄνθρωπος = mens; man λύω = losmaken 1B μέν = onvertaald ἀκούω acc. of gen. = horen; luisteren naar αὖθις = weer; opnieuw οὖν = dan; dus νῦν = nu; op dit moment ἔτι = nog ἔπειτα = daarna; vervolgens λέγω = zeggen; spreken ὦ = blijft onvertaald; het staat voor een aanspreekvorm ἐγώ = ik ὅτι = dat; omdat ἡμεῖς nom. = wij ἡμᾶς acc. = ons ἀγαθός = goed εὖ = goed ἐστίν, ἐστί = (hij/zij/het) is; hij is; zij is; het is; hij/zij/het is ὥσπερ = zoals; alsof πολλάκις = vaak τὸ ἔργον = werk πράττω = doen ἡ βία = geweld 1C πρός + acc. = naar; tegen; tot βλέπω = kijken μετά, μετ’, μεθ’ + acc. = na μετὰ ταῦτα = daarna; na die dingen ὀλίγος = weinig ὁ χρόνος = tijd βαίνω = gaan ἐθέλω = willen ὁ φόβος = angst ἔχω = hebben; houden εἶχεν, εἶχε = hij had τί = wat; waarom ἐγείρω = wekken; wakker maken πέμπω = sturen ποιέω = doen; maken τοῦτο = dit; dat ἡ = de; het ἤ = of σύ = jij μένω = blijven; wachten τότε = toen; op dat moment δέω = vastbinden βοάω = schreeuwen οὐδείς = niemand ὁ πατήρ = vader τε καί = en ἡ μήτηρ= moeder ἐπί, ἐπ’, ἐφ’ + acc. = naar; op (… af); op af; op ...af ἡ θυσία= offer μόνον bijwoord = slechts; alleen 2B μόλις = met moeite; ternauwernood ἥκω = komen; gekomen zijn δακρύω = huilen χαίρω = zich verheugen; blij zijn ὁ δαίμων, -μονος = god; godheid ἡ πόλις = stad ζητέω = zoeken ἐκεῖ = daar ἡ ὥρα = tijd ἐν νῷ ἔχω = van plan zijn κωλύω = verhinderen; tegenhouden ὁ ξένος = gast; vreemdeling διά, δι’ + gen. = door; door middel van διὰ τί = waarom πόθεν = waarvandaan τὸ ἱερόν = heiligdom; tempel ἐπειδή = toen; nadat; omdat οὐκέτι = niet meer; niet langer
Ingezonden op 24-08-2017 - 395x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!