Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
derdeklas
› 1 Grieks woordjes les 2 t/m 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
derdeklas
, deel 1
1 Grieks woordjes les 2 t/m 7
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
les 2: eἱς = een δύο = twee τρεἱς = drie τέτταρες = vier πέντε = vijf ἕξ = zes ἑπτά = zeven ὀκτώ = acht ἐννέα = negen δέκα = tien les 3: καί = en; ook; zelfs εοι(ν) = zijn οὐ, οὐκ, οὐχ = niet δέ, δ' = en; maar ἐστι(ν) = is ὁ θεός = god ὁ ἄνθρωπος = mens; man ἔχει = heeft ὁ δοῦλος = slaaf τί; = waarom? ἡ χώρα = land; streek πρός = naartoe; naar; tot φέρει = draagt; brengt τὸ θηρίον = wild dier; beest βαίνει = gaat ἡ μάχη = gevecht; strijd φεύγει = vlucht; vlucht voor ὁ φόβος = angst; vrees νῦν = nu εἰς = naar; naar binnen; tot γάρ = want τοῦτο = dit; dat ποιεῖ = doet; maakt λαμβάνει = neemt; pakt (vast) ὁ δεσπότης = heerser; meester οικει = woont; bewoont ουτως = zo; op die manier αλλα, αλλ =maar ἡ βασίλεια = koningin μάλα (bijw.) = erg; zeer 4a ένταυθα = daar μεγας, μεγαλη, μεγα = groot δεινος, δεινε, δεινον = verschrikkelijk; geducht πολυς, πολλη, πολυ = veel φοβερος, φοβερα, φοβερον = angstaanjagend μια = één ή κεφαλή = hoofd; kop άλλά, άλλ = maar ζητει = zoekt ευρισκει = vindt; ontdekt; treft aan μακρος, μακρά, μακρον = lang επειτα = daarna ουδεν = niets 4b προτον μεν ... επειτα δέ = eerst ... daarna αποκτεινει = doodt καλει = roept o φιλος = vriend 4c νέος, νέα, νέον = nieuw; jong ούτω(σ) = zo; op die manier αλλος, αλλη, αλλο = ander εκαστος, εκαστη, εκαστον = ieder αυτικα = meteen, onmiddellijk κρυπτει = verbergt 6a λειπῶ = verlaten; laten αι Αθηναι = Athene το τεκνον = kind το πλοιον = schip η νησος = eiland πλεω = varen δια +acc. = door; wegens η λυπη = verdriet μετα +acc. = na ο χρονος = tijd Αθηναιος = Atheens ο Αθηναιος = Athener σωζω = redden ο υιος = zoon ειμι = ik ben ει = als; indien εμε, με = mij; me γαμεω (+acc.) = trouwen; trouwen met ο γαμος = huwelijk χαιρω (+dat.) = blij zijn; blij zijn met; zich verheugen; zich verheugen over 6b αυτοις = hen; aan hen; voor hen η θυρα = deur παλιν = weer; opnieuw; terug η ημερα = dag ακουω = horen μου, εμου = mij; mijn; van mij μενω = blijven μενω +acc. = wachten; wachten op υμεις = jullie; u δη = dan; dus δακρυω = huilen ημεις = wij ειναι = zijn ωδε = zo; als volgt θαυμαζω οτι = zich erover verwonderen dat μη = niet μονος = alleen προς +dat. = bij 6c καθευδω = slapen αιρω = optillen; oppakken η βια = kracht; geweld η ανδρεια = moed; dapperheid ημας = ons εξω = buiten ημιν = ons; voor ons; aan ons εκβαινω = gaan uit η σωτηρια = redding; behoud η θαλαττα = zee εισβαινω = ingaan; komen in ο ανεμος = wind les 5: ἀνδρεῖος = dapper καλός = mooi τὸ δῶρον = geschenk; cadeau ὁ πόλεμος = oorlog φιλέω = houden van; beminnen φιλος = geliefd; dierbaar θαυμάζω = bewonderen; zich verwonderen οὖν = dan; nu; dus αἰτέω (+2 acc.) = vragen; vragen om; iemand vragen; iemand vragen om ἐγώ = ik ἐπιθυμέω (+gen.) = verlangen; verlangen naar; begeren ἐθέλω = willen; bereid zijn σύ = jij; u ἐπί (+acc.) = op … af; naar πέμπω (inf. πέμπειν) = sturen; zenden ὁ ἑταῖρος = vriend; makker πολλοί = veel; velen ἐν (+dat.) = in; op; bij ἡ οἰκία = huis ...τε καί... = en αὐτῷ = hem; aan hem; voor hem λέγω = zeggen ἐνθάδε = hier; hierheen ἥκω = komen; gekomen zijn αὐτῇ = haar; aan haar; voor haar ὅτι = dat; omdat σέ, σε = jou; je; u σός, σή, σόν = jouw; uw μοί, μοι = mij; me; aan mij; voor mij; aan me; voor me παρέχω (inf. παρέχειν) = verschaffen; geven λύω = losmaken ἡ θεός = godin ὁμοĩος (+dat.) = gelijk aan; gelijkend op ὁ ξένος = vreemdeling κακός = slecht τὸ ἔργον = werk; daad μέλλω (+inf.) = op het punt staan om; van plan zijn; zullen αὐτήν = haar μετά (+gen.) = met; samen met τὰ ὅπλα = wapens ὁ ἵππος = paard αὐτῆς = (van) haar κελεύω (+acc.+inf.) = bevelen; verzoeken; vragen om ἐκ (+gen.) = uit ἄγω = brengen; leiden ὁ νεκρός = lijk; dode ὁ λόγος = woord αὐτόν = hem κρατέω (+gen.) = macht hebben over; zich meester maken van; overwinnen ἔξεστι(ν) +dat. (+inf.) = het is mogelijk om; het is geoorloofd om; het is voor iemand mogelijk om; het is voor iemand mogelijk om ἐπί (+dat.) = bij; op; aan αἱ πύλαι = poort; ingang αὐτοῦ = hem; van hem τότε = dan; toen ἰσχυρός = sterk; krachtig 7A αυτος, αυτη, αυτο=zelf η ελευθερια=vrijheid τυγχανω+gen=treffen; krijgen η παρθενος.=meisje; maagd μετεχω+gen=deelhebben aan; deelnemen aan η φυγη=vlucht ουδεις.=niemand ιερος.=heilig; gewijd aan επι+gen=op πολυς, πολλη, πολυ=veel ο οινος.=wijn ο κινδυνος.=gevaar εαυτωι=zichzelf αποφερω=wegbrengen; wegvoeren νομιζω=menen; beschouwen als; vinden αυτιος.=verantwoordelijk voor; schuldig aan 7B ο ηλιος.=zon ο υπνος.=slaap εγειρω=opwekken; wakkermaken πλην+gen=behalve αυθις.=opnieuw; weer η φωνη=stem ωσπερ=zoals ο αυτος.=dezelfde ανευ+gen=zonder 7C αναβαινω=omhoog gaan; beklimmen βλεπω=kijken αει=altijd η ηδονη=genot; vreugde κατεχω=in zijn macht hebben; vast houden; beheersen μονον=slechts; alleen maar ου μονον...,αλλα και=niet alleen..., maar ook εμος, εμη, εμον=mijn ο βιος.=leven μετα ταυτα=na dit; daarna ριπτω=werpen; gooien εαυτον=zichzelf απο+gen=vanaf πιπτω=vallen αποθνησκω=sterven τις...;=wie; wat; welke η αιτια=oorzaak η συμφορα=gebeurtenis; ongeluk περι+gen=om; over φροντιζω+gen=zich bekommeren om ο θανατος.=de dood
Ingezonden op 26-08-2017 - 381x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!