Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Sorghvliet Frans // Klas 3 en 4
› 1 Woordenlijst P1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Sorghvliet Frans // Klas 3 en 4
1 Woordenlijst P1
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
comment? = hoe? lycée seconde = 4e klas lycée première = 5e klas lycée terminale = 6e klas l’objectif = het doel l’objet = het voorwerp le sujet = het onderwerp les compétences = de vaardigheden (l’épreuve) orale = oraal (toets) (l’épreuve) écrit = geschreven (toets) le cerveau = de hersenen le magasin = de winkel le magazine = het tijdschrift l’épreuve = de toets le defaut = de slechte eigenschap/kant mauvais, pire, le pire = slecht, slechter, slechtst la frange = de pony (in het haar) ça m’enerve = dat irriteert mij ça a sonné = de bel is gegaan quel est ton pire defaut? = wat is jouw slechtste eigenschap? le dessin(er) = het tekenen la matière, la discipline = het vak (school) la métier, la profession = het vak (beroep) le lycée classique = het gymnasium frequanter = veel (om)gaan (met) je ne me rappelle de rien = ik herinner me niets la naissance = de geboorte naître = geboren je suis né en ... = ik ben geboren in … j’ai … sur moi = ik heb … bij mij être en train de … = bezig zijn met … le cauchemar = de nachtmerrie résoudre = oplossen la solution = de oplossing créer = scheppen, maken la création = de schepping la terre = de aarde le ciel = de hemel séparer = scheiden la séparation = de scheiding puer = stinken sentir = voelen, ruiken sentir mauvais = slecht ruiken prêt(e) = klaar être gourmand = van lekker eten houden l’appareil = de beugel fils/fille unique = enig kind sain et sauf = gezond en wel évident = duidelijk la génese = genesis, het begin l’herbe = het gras la semense = het zaad la mer = de zee la mère = de moeder le maire = de burgemeester l’éspèce = de soort l’espace = de ruimte aussi, également = ook patient = geduldig impatient = ongeduldig le chapeau = de hoed la fourrure = de bont l’etoile = de ster l’astre = de grote ster le signe = het teken marquer = markeren dominer = overheersen éclairer = verlichten à la fois = tegelijk mentir = liegen la tête = het hoofd être têtue = koppig zijn pleurer = huilen selons moi = volgens mij epouser, se marrier = trouwen epoux, epouse = echtgenoot, echtgenote je veux obtenir de bonnes notes = ik wil goede cijfers le court métrage = een korte film passer = laten zien la joue = de wang le jeu = het spel le jouet = het speelgoed jouer = spelen le commencement, le debut = het begin la fin = het einde attendre = wachten s’attendre à = verwachten prévoir = voorzien le journal intime = dagboek rendre +bijnmw (vb facile) = bijvnw (vb makkelijk) + maken bizarre, étrange = raar rare = zeldzaam crier = schreeuwen au sujet de = over (onderwerp) film d’horreur = horrorfilm transition = overgang le fil rouge = de hoofdlijn van een verhaal anxieux = bang un être = een wezen un être vivant = een levend wezen la ressemblance = de gelijkenis les poissons = de vissen l’oiseau = de vogels ressembler = lijken op la fourchette = de vork la cuillère = de lepel le couteau = het mes se disputer = ruzie maken l’affirmation = bevestiging la virgule = de komma la barbe = de baard bénir = zegenen fertile = vruchtbaar la nourriture = het eten, voedsel garer = parkeren l’aéroport = het vliegveld je m’en fiche = het kan me niks schelen c’est cher = het is duur c’est bon marché = het is goedkoop qui est- ce? = wie is/zijjn dat? c’est nous! = wij zijn het? le bouchon = de kurk le médecin = de dokter la médecine = de medicijnsenstudie les médicaments = de medicijnen le pédiatre = de kinderarts beroemd = renommé quel est sa profession? = wat is zijn beroep? la benjamin, la cadette = de jongste la publicité = de reclame reclamer = eisen se reposer = rusten le répos = de rust l’herp = de held veille la ... = vlak voor de … arroser = water geven
Ingezonden op 30-09-2017 - 302x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
15-12-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!