Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Gold (SGN)
› 910 9 en 10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Gold (SGN)
910 9 en 10
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Role model = voorbeeld Persuasion = overweging Grounded = iemand die grounded is snapt haar eigen karakter en weet wat belangrijk is Track and field = atletiek Hold a light to somebody ; hold a candle to somebody = beter dan iemand anders zijn One-off = uniek Scoliosis = scoliose; kromming in de rugwervel Spine = wervelkolom Rival = tegenstander Tension = de emotie spanning Laid-back = ontspannen; zorgeloos Uptight = op een boze manier gespannen; gestrest Medallist = Winnaar die een medaille won Undisciplined = als iemand dat is dan volgt hij niet de regels en past zijn gedrag niet aan To criticise = bekritiseren To hold somebody back = iemand stoppen om iets te doen, vooral omdat het gevaarlijk kan zijn To beg = smeken Image = het beeld dat je hebt van een persoon Easy-going = gemakkelijk Tense = gespannen Blank face/look= emotieloos; leeg gezicht Stride= grote stappen bij het lopen Mechanics = de manier waarop iets werkt of is gedaan To generate = voortbrengen Hamstring = hamstring Uncommunicative = terughoudend; niet makkelijk tegen iemand kunnen praten Self-important = egoïstisch Opinionated = je mening sterk uiten To fulfil = als je een hoop, wens, of doel fulfil dan bereik je de doelen, wensen of de dingen die je hoopte Potential = potentie; natuurlijke mogelijkheid Competitive streak = concurrentievermogen To overcome = een gevoel of probleem overwinnen Setback = tegenslag Motivated = gemotiveerd Set a goal = bepalen wat je wilt bereiken Make a go of something = iets laten slagen, vooral een huwelijk of bedrijf/zaak Stamina = uithoudingsvermogen Singleminded = doelbewust Commitment = inzet To cope with = ergens mee omgaan To aim for = iets willen/proberen te bereiken To take on = een gevecht/wedstrijd met een beter/groter iemand starten To give in to = toegeven aan iets wat je zelf wilt To face up to = iets confronteren Dedication = toewijding As far as I know = voor zover ik weet Facilities = uitrusting Achievement = iets belangrijks wat je hebt bereikt To blame somebody = iemand ergens de schuld van geven Span = een tijd tussen twee dingen To strive = streven Improvement = verbetering To account for = de reden zijn dat iets gebeurd To nourish = koesteren Exceptional = buitengewoon goed Tuition = onderwijs in vooral kleine groepen Rate = de snelheid waarin iets gebeurd in een bepaalde tijd To contribute = bijdragen aan iets dat gebeurd Occupied = bezig met iets te doen Inevitable = onvermijdelijk To compete = proberen te winnen of beter te zijn dan iets anders Competitive = hard proberen meer succesvol te zijn dan andere mensen of bedrijven Competing = teams, producten die meer succesvol proberen te zijn dan anderen Referee = scheidsrechter Perfection = perfect zijn Imperfection = niet perfect of niet helemaal correct Gymnast = iemand die goed is in gymnastiek en aan wedstrijden mee doet Athletics = atletiek Athleticism = atletisch Superstitious = bijgelovig Superstition = bijgeloof Wristband = zweetband voor tennissers Lucky charm = geluksvoorwerp Piece of luck = geluk To wish somebody luck = iemand geluk toe wensen Can't believe your luck = het niet kunnen geloven dat iets gebeurd (je een gelukje hebt) Somebody's luck runs out = als iemand ophoudt met steeds geluk te hebben (je geluk is bijna op) Miss an opportunity = een kans missen Opponent = tegenstander Target = doel To deserve = verdienen Scuba diving = de sport duiken Failure = mislukking To commit = verplichten To attempt = iets lastigs uitproberen To recall = een detail, evenement of situatie in het verleden herinneren Favouritism = lievelingetje Damaging = schadelijk Selfishness = egocentrisch Dishonesty = oneerlijkheid Favour = gunst To pick up where you left off = ergens verder mee bezig gaan Definitely = zeker Loyalty = loyaalheid Trust = vertrouwen Self-aware = zelfbewust Outgoing = beetje uitbundig ; sociaal op de voorgrond ; extravert Self-centred = egoïstisch Self-confident = zelfvertrouwen Selfless = meer om andere geven dan om jezelf Self-satisfied = zelfvoldaan Self-sufficient = zelfstandig To share = delen To conduct = onderzoek uitvoeren To promote = promotie maken To catch up = als je achterligt er weer bij komen Foursome = een viertal At short notice = op korte termijn Unless = tenzij Even if = zelfs als As long as = zo lang als Otherwise = anders Provided = mits Whether … or = of … of Actual = echt Present; current = nu ; heden Keep somebody company = iemand gezelschap houden Companionship = vriendschap To socialise = sociaal doen Undemanding = niet veeleisend Loneliness = eenzaam Complicated = ingewikkeld Proportion = verhouding Acquaintance = een kennis Survey = enquête To reveal = onthullen Be worthy of = het waard zijn Crop up = plotseling verschijnt er een probleem Shocked = gechoqueerd Disapproving = afkeurend Concept = concept; voorbeeld Distinction = onderscheid Meaningful = veelbetekenend Interaction = interactie To exchange = uitwisselen Rushed = overhaast Shallow = oppervlakkig Element = element Awkwardness = ongemakkelijk To sustain = volhouden To cut out = stoppen To buzz around = snel verplaatsen Soulmate = zielsverwant To die out = uitsterven Notion = denkbeeld Figure = resultaten; cijfers Countless = ontelbaar Housebound = niet in staat het huis te verlaten Naive = naïef Social misfit = buitenbeentje Ridiculous = belachelijk Functional = functioneel Genuine = oprecht Worthwhile = de moeite waard Quicktempered = opvliegend Strong-willed = sterke wil Have your head in the clouds = er met je gedachten niet bij zijn Level-headed = met gezond verstand Kind-headed = vriendelijk; aardig Bond = band; verbinding Unimaginable = ondenkbaar Noticeboard = notitiebord Spectacle = spektakel Ultimate = uiteindelijk
Ingezonden op 09-10-2017 - 377x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!