Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Staatsrecht
› 1 College 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Staatsrecht
1 College 1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waar gaat bestuursrecht over? = Over het handelen van bestuursorganen in de rechtsbescherming van de burgerlijke overheid. Wat kom je als eerste, nog voor de grondwet in de weteditie tegen? = Statuut. Wat is staatsrecht? = Het recht van de staat en het recht dat betrekking heeft op de staat. Wat is de staat? = Om staatsrecht te hebben, moet je een staat hebben. Heel algemeen heb je voor een staat een territorium, een gebied, bevolking en overheid nodig. Dit is heel basaal, want je zou kunnen zeggen dat allerlei andere organisaties hier aan voldoen. Dit moet dus nog geconcretiseerd worden. Als we het hebben over een staat, dan hebben we het in ieder geval over een staat waarin het gezag het hoogste gezag is en dat is een alomvattend gezag. Het heeft niet alleen gezag op tuchtrecht in voetbalclubjes, maar in al het maatschappelijk leven. Het beheerst ons hele leven. Is het gezag van de overheid dwingend? = Ja (en alomvattend). Er zijn allerlei dwangmaatregelen en je kunt je als burger niet aan het gezag onttrekken. Wat zijn globale vereiste van een staat? = Bevolking, territorium, en een overheid die het hoogste, alomvattende en dwingende gezag uitoefent. In welke rechtsgebieden kom je het begrip ‘staat’ tegen? = In het staatsrecht, het internationale recht en in het privaatrecht. Wat voor object is de staat in het internationale recht en in het privaatrecht? = Een rechtsobject. Wat houdt het in dat je een rechtsobject bent? = Wij zijn ook rechtsobjecten. We hebben rechten en plichten. Zo heeft de staat der Nederlanden ook rechten en verplichtingen in het internationale recht en in het privaatrecht: de staat als eigenaar, overeenkomsten sluiten. Je kun de staat aansprakelijk stellen en procederen tegen de staat. In al die rechtsgebieden komt de staat voor. Wat is de staat voor organisatie in het staatsrecht? = Een ambtenorganisatie (geen staatssubject). Wat is een ambtenorganisatie? = Een organisatie van ambten, van overheidsinstellingen. Wat is het object van het staatsrecht? = De staat als organisatie. Wat zijn de drie functie van het staatsrecht? = Constitueren, Attribueren en reguleren. Wat is constitueren? = Het staatsrecht creëert ambten uit het niets. Wat is attribueren? = Je kent de ambten bevoegdheden toe. Wat is reguleren? = Onderlinge verhoudingen regelen. Als we het over reguleren hebben, hebben we het niet alleen over de verhoudingen tussen overheden, maar dan hebben we het ook over de verhouding overheid en burger. De grondrechten van de burgers regelen onze verhoudingen tot de overheid. De grondrechten van de burger regelen onze verhoudingen tot de overheid. Zo mogen we onze mening geven. Zo zijn er allerlei grondrechten die betrekking hebben op ver verhouding tussen burger en overheid en dus ook deel uitmaken van het staatsrecht. Dus reguleren betekent eigenlijk vooral overheidsmacht beperken. Want door regels te bedenken voor die onderlinge verhouding, beperken we de overheidsmacht en zeggen we die ministers zijn niet oppermachtig, want als ze het vertrouwen van het parlement verliezen, moeten ze opstappen. Ministers hebben vertrouwen nodig anders kunnen ze opstappen. Wat staat er in artikel 24 van de Grondwet? = Lid 1: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Lid 2: De koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Wat staat er in artikel 47 van de grondwet? = Alle wetten en Koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen. Welk voorbeeld van contribueren zie je in de grondwet? = Art. 24 GW: Lid 1: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Welk voorbeeld van reguleren zie je in de grondwet? = Art. 24 GW: Lid 2: De koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Welk voorbeeld van attribueren zie je in de grondwet? = Art. 47 GW: Alle wetten en Koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen. 1: De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. Lid 2: De koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Welk artikel is dit? = Art. 24 GW. Alle wetten en Koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen. Welk artikel is dit? = Art. 47 GW. Wat staat er in artikel 45 van de grondwet? = Lid 1: de ministers vormen tezamen de ministerraad. Lid 2: De minister-president is voorzitter van de ministerraad. Lid 3: De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid. Art. 45 Lid 2: De minister-president is voorzitter van de ministerraad. Welke overheidstaak is dit? = Constitueren. (Attribueren kan ook, want hij is voorzitter). Art. 45 Lid 3: De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid. Welke overheidstaak is dit? = Attribueren. Lid 1: de ministers vormen tezamen de ministerraad. Lid 2: De minister-president is voorzitter van de ministerraad. Lid 3: De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid. Welk artikel is dit? = Art. 45 GW. Welke eventuele vierde functie heeft het staatsrecht? = Een legitimerende functie. Al staan hier vraagtekens bij. Wat is legitimeren? = Dat burgers de overheid aanvaarden, feitelijk accepteren. Dat ze de overheid legitiem vinden. Draagt het staatsrecht bij aan het aanvaarden van de overheid door de burgers en aan de acceptatie van het overheidsgezag? = De grondwet stelt ambten in en regelt de onderling verhoudingen, maar de grondwet kan niet waarborgen dat de burgert het aanvaarden. Het is iets emotioneels dat de burger dat accepteert. Dat kan het staatsrecht niet bewerkstelligen. Het staatsrecht kan er wel een bijdrage aan leveren en proberen te legitimeren. Wat stelt die legitieme functie dan voor? = Bijvoorbeeld door democratie. Als er een besluit wordt genomen op basis van democratische processen dan accepteren we dat. Dus democratie kan daar een bijdrage aan leveren. Andere optie is zorgvuldige besluitvorming creëren. En zorgen dat er regels zijn die daar voor zorgen. Het is dus niet dat de overheid willekeurige besluiten neemt. Bijv. in China zonder enige procedure worden mensen voor de Olympische spelen uit hun huizen gezet. Dat werkt niet legitimerend. Je moet ook zorgen voor onafhankelijke rechtspraak. Want als jij een besluit krijgt van de overheid waar je het niet mee eens bent, kun je naar de rechter die onafhankelijk is een daarom goed beslist. Als je in Rusland woont heb je geen onafhankelijke rechtstaat. Je kan willekeurig worden veroorzaakt. Dat werkt ook niet meer aan overheidsgezag. Burgers worden cynisch of vertrekken. Integriteit. Zorgen dat die overheid integer is en dat er integriteitregels zijn en dat mensen die corrupt zijn vervolgd worden. Zorgen ervoor dat politici niet hun privébelangen najagen, maar het algemeen belang. We zien nu dat politici na de politiek bij een bedrijf gaan werken waarvan je de belangen behartigd hebt als minister en daar directeur worden. Dat wekt de schijn van belangenverstrengeling op. Wat kun je daar tegen doen? Regels stellen dat politici in de eerste jaren na hun vertrek naar dat soort banen gaan. Je kunt die legitimatie nooit waarborgen. Dat zie je in de VS. Als je in de overheid zit moet je een bepaald gezag uitstralen en opletten met wat je zegt. Dat werkt legitimerend. De foto van de Koning die zijn eerste Koninklijke besluit tekent ziet er ook legitiem uit. Waar is het staatsrecht geregeld? = In de rechtsbronnen van het staatsrecht. Wat is het onderscheid tussen formele constitutie en materiële constitutie? = Formele constitutie heeft de grondwet als basis wet en is dus ook maar in één wet terug te vinden: de grondwet en in het statuut van het koninkrijk. Dat zijn eigenlijk allebei grondwetten. Materiële constitutie omvat alle regelingen met constituerende, attribuerende en/of regulerende functie. Dus ook alles wat buiten de grondwet valt. Dan wordt het staatsrecht veel omvangrijker. Het gaat niet alleen om grondrecht, maar ook om internationale wetten. Het lijkt eerst alleen de grondwet, maar er zit veel meer omheen. Het is dus veel groter en complexer. Formele en materiële constitutie. Niettemin is de grondwet de belangrijkste regeling. Dat is de basis. Wat is formele constitutie? = Formele constitutie heeft de grondwet als basis wet en is dus ook maar in één wet terug te vinden: de grondwet en in het statuut van het koninkrijk. Dat zijn eigenlijk allebei grondwetten. Wat is materiële constitutie? = Materiële constitutie omvat alle regelingen met constituerende, attribuerende en/of regulerende functie. Dus ook alles wat buiten de grondwet valt. Dan wordt het staatsrecht veel omvangrijker. Het gaat niet alleen om grondrecht, maar ook om internationale wetten. Welke landen hebben geen grondwet? = Verenigd Koninkrijk als een van de weinige landen in Europa. Er is daar dus ook geen formele constitutie. De gewone regel is daar dus wet. Wat staat er in Art. 120 van de grondwet? = De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen. Staat er in de grondwet dat de grondwet de hoogste regeling is? = Nee, maar we moeten vaststellen dat de grondwet staat boven andere wettelijke regelingen, want andere wetten mogen niet afwijken van de grondwet. Waarom kun je zeggen dat de grondwet geen gewone wet is? = Met name door de herzieningsprocedure van de grondwet. Zoals je elke wet kunt wijzigen, kan dat ook met de grondwet, maar bij de grondwet gaat het met een zware procedure, extra zware. En daarmee onderscheidt de grondwet zich van een gewone wet. Hoe gaat de zware herzieningsprocedure van de grondwet? = In twee lezingen/fasen. Eigenlijk is die procedure opgesplitst in twee procedures. Er is maar één regeling waarvoor dat geldt en dat is de grondwet. Elke grondwetsbepaling staat open voor wijziging. Wat is kenmerkend voor die twee procedures? Kenmerkend is dat in de eerste lezing als het ware een gewone wet tot stand komt, een gewone wetsprocedure: de regeling dient een wetsvoorstel in, wetsvoorstel gaat naar de tweede kamer, tweede kamer neemt wetsvoorstel aan, wetsvoorstel gaat naar de eerste kamer, eerste kamer neemt het wetsvoorstel aan en dan is de eerste procedure afgerond. Dan komt het verschil, want na die eerste procedure die leidt tot een verklaringswet dat de grondwet moet worden gewijzigd. Na die eerste lezing vindt er een speciale ontbinding van het parlement plaats. Een ontbinding van de tweede kamer. Dus dan wordt de tweede kamer van de statengeneraal ontbonden en dat gebeurt bij een gewone wet nooit, want als die is aangenomen, hebben we een wet. Met de grondwet zien we, als de eerste wet er is om de grondwet te wijzigen, komen er nieuwe verkiezingen en dan gaan ze het nog een keer herzien. Dus: eerst gewone wetsprocedure, dan ontbinding tweede kamer, verkiezingen, en dan een tweede lezing en in die tweede lezing en bij die tweede lezing moeten de eerste en de tweede kamer het wetsvoorstel allebei met tweederde! Aannemen. Dus dan krijg je ook nog eens een keer een gekwalificeerde meerderheidseis. Veel van de herzieningsvoorstellen halen ook uiteindelijk de herziening niet. Met name in de tweede lezing door de tweederde meerderheidseis leidt er vaak toe dat een grondwetsvoorziening niet tot stand komt. Heel lang moesten beide kamers worden ontbonden. De eerste kamer wordt indirect gekozen door provinciale staten en die wordt niet ontbonden, omdat er geen nieuwe verkiezingen zijn voor de provinciale staten en die zullen dus dezelfde eerste kamer kiezen als de eerste keer. Het is dus eigenlijk zinloos. Als je het anders zou doen en die provinciale staten ook zou ontbinden zou je heel veel verkiezingen krijgen en dat willen ze niet, dus nu is er alleen ontbinding van de tweede kamer. Wat staat er in artikel 137 van de grondwet? = Lid 1: De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen. Lid 2: De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, een voorstel voor zodanige wet splitsen. Lid 3: Na de bekendmaking van de wet, bedoelt in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden. Lid 4: Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste wee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Lid 5: De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen een voorstel tot verandering splitsen. Uit welk jaar komt onze grondwet? = Uit 1983. Waar is onze huidige grondwet op gebaseerd? = Op de grondwet uit 1814. Uit welk jaar komt de Amerikaanse grondwet? = Uit 1787. Lid 1: De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen. Lid 2: De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, een voorstel voor zodanige wet splitsen. Lid 3: Na de bekendmaking van de wet, bedoelt in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden. Lid 4: Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste wee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Lid 5: De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen een voorstel tot verandering splitsen. Welk artikel is dit? = Art. 137 GW. Wat zijn typische kenmerken van de Nederlandse Grondwet? = De Nederlandse Grondwet heeft geen preambule (een voorwoord). Al zijn ze op dit moment wel bezig met een artikel 0. Wij hebben geen opsomming van volkssoevereiniteit (zoals Art. 20 Duitse grondwet). Je komt in Duitsland ook tegen dat het een bonsstaat is en dat dat niet gewijzigd mag worden en het volk dus altijd soeverein blijft. Dat zie je ook in andere landen. Wat nog meer typisch is voor de Nederlandse grondwet is dat er niet één hoogste instantie is om de grondwet uit te leggen. Wat is artikel 0 wat kabinet Rutte in de grondwet probeert te krijgen? = Algemene bepaling die doet denken aan Art. 20 van het Duitse wetboek. (Hiervoor wordt als het er door komt 2e kamer ontbonden etc.) en die wet is: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.’ Hierin zijn drie kernbeginselen opgenomen. De vraag is dan welke betekenis die kernbeginselen krijgen. Als je dan in de toelichting gaat lezen, staat er ‘Democratie en rechtstaat en grondrechten vragen om voortdurend onderhoud en moeten in concrete situatie gewaarborgd worden.’ En even verderop staat er: ‘Deze algemene bepaling kwalificeert de waarborgfunctie. Door de waarborgfunctie vast te leggen krijgt de waarborgfunctie normatieve kracht.’ Geen idee wat ze daarmee bedoelen. Dus een beetje vaag geklets wat nou eigenlijk de betekenis gaat worden. Even later staat er: ‘De kernbeginselen richten zich tot de wetgeving.’ Nu wordt het concreet. Dus de wetgever moet deze kernbeginselen in acht gaan nemen. Ze moeten rechtstatelijk zijn. En dan vervolgens stel je de vraag: wat houden die kernbeginselen nou precies in? Wanneer is een staat een rechtsstaat? En dan zegt de toelichting: ‘Om te weten wat die kernbeginselen inhoudt, moet je kijken in de andere bepalingen van de grondwet.’ Wat schiet je er mee op, want de andere bepalingen van de grondwet hebben we al. Wat heeft het voor zin om deze beginselen toe te voegen aan de grondwet als de inhoud van de beginselen er al in staat. Misschien is het dan wel iets meer dan de rest en wat er al in staat, maar daar gaan ze niet op in. In de toelichting wordt gezegd: ‘De rechter moet die kernbeginselen niet interpreteren. Het is aan de wetgever, niet aan de rechter.’ En dat is een hele foute zin, want het is juist aan de rechter om te interpreteren. De term krijgt een goede betekenis als hij zelf een invulling kan geven en overheidshandelen daaraan kan toetsen. Als de principes in twijfel komen te staan, wat gaat de overheid er dan mee doen? = Soms is een overheidsbesluit in tegenstrijd met de rechtsstaat. Dan krijg je een interessante betekenis van beginselen, net als in Duitsland. Want de beginselen in Duitsland worden daar uitgelegd door de rechter. En de rechter corrigeert de overheid op de vraag houden zij zich wel aan hun eigen beginselen. Dan krijgt die bepaling echt een interessante betekenis. Wat zijn de rechtsbronnen van het staatsrecht? = Grondwet en andere bepalingen die de taken van het staatsrecht omvatten?
Ingezonden op 19-10-2017 - 2135x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!