Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Examenidioom-Fioretti

1234 Difficult difficult lemon difficult

Jaar 6 (vwo)

contraindre à = dwingen
faire preuve de = blijk geven van
soumettre = voorleggen
permettre = toestaan
abonder = talrijk zijn
suffire = voldoende zijn
éloigné = ver verwijderd
déconseiller = afraden
mériter = verdienen; waard zijn
parfaitement = volkomen
essentiellement = voornamelijk; met name
insignifiant = onbeduidend; onbelangrijk
approfondir = verdiepen; doorgronden
la voie = de rijbaan
la déviation = de omleiding
le routier = de vrachtwagenchauffeur
le cortège = de stoet
parcourir = doorkruisen
interminable = eindeloos; eindeloos lang
effectuer = volbrengen
surchargé = te zwaar beladen
overstappen = prendre la correspondance
een zitplaats = une place assise
le courriel = de e-mail
enregistrer = opnemen
autoriser à = machtigen
envisager = overwegen; van plan zijn
parier = wedden
susciter = veroorzaken
terugbellen = rappeler
het nieuws = les informations
contracter = oplopen
attraper = oplopen
succomber = bezwijken
admettre = toegeven
avaler = slikken; inslikken
la poitrine = de borst
se dégrader = achteruitgaan
bénéfique = heilzaam
soulager = verzachten
een verpleegkundige = un infirmier; une infirmière
de wachtkamer = la salle d’attente
aboutir à = leiden tot
le bienfait = de weldaad
une expérience = een proef; een proefneming
douteux, douteuse = twijfelachtig
surmonter = overwinnen
l’altitude = de omvang
confondre = door elkaar halen
la conviction = de overtuiging
une application = een toepassing
démontrer = aantonen
signaler = wijzen op
attribuer à = toeschrijven aan
empirer = verslechteren
le barrage = de stuwdam
la gravité = de ernst
ravager = verwoesten
déclencher = ontketenen
fertile = vruchtbaar
la poussière = het stof
les intempéries = het slechte weer
la brume = de nevel
bedreigen = menacer
het lawaai = le bruit
de stedeling = le citadin
persister à = volharden in; blijven
remplir = vullen; invullen
supplier = smeken
remettre = overhandigen
renoncer à = afzien van
s’échapper = vluchten; ontsnappen; ontvluchten
recourir à = zich wenden tot
persuader = overtuigen
parvenir à = lukken; slagen in
veiller à = waken; ervoor zorgen
céder = afstaan
rétablir = herstellen
extraire = trekken
maintenir = handhaven
slaan = battre
oprapen = ramasser
expulser = uitzetten
dissoudre = ontbinden
opprimer = onderdrukken
dénoncer = aan de kaak stellen
la délibération = de beraadslaging
une vocation = een roeping
l’éloquence = de welsprekendheid
imposer = opleggen
l’abstention = de onthouding
het raadslid = le conseiller municipal
de rede, de redevoering = le discours

Ingezonden op 12-11-2017 - 419x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Examenidioom-Fioretti

1234 Difficult difficult lemon difficult