Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Examenidioom-Fioretti
› 4 moeilijke voca
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Examenidioom-Fioretti
4 moeilijke voca
Jaar 5 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
hardwerkend = bosseur lui = flemmard vrolijk = gai kinderlijk = infantile de persoonlijke gegevens = les coordonnées de postcode = le code postal het rapport = le bulletin scolaire de presentatie = l’exposé de toets = l’interrogation in de examenklas zitten = être en terminale de zwager = le beau-frère de stief/schoonvader = le beau-père de schoonzus = la belle-soeur de halfbroer = le demi-frère de oom = l’oncle van gemiddelde grootte = de taille moyenne van zilver = en argent van hout = en bois van metaal = en métal van stof = en tissu rechthoekig = rectangulaire de verhuur = la location de verzekering = l’assurance de borg = la caution de huurder = la locataire het rijbewijs = le permis de conduire de hobby’s, vrije tijd = les loisirs de kast = l’armoire de gootsteen = l’évier de magnetron = le micro-ondes de zolder = le grenier de tuin = le jardin de wasbak = le lavabo de vaatwasser = le lave-vaisselle het vertrek = la pièce de koelkast = le réfrigérateur de begane grond = le rez-de-chaussée de woonkamer = le salon de kerk = l’église het station = la gare het meer = le lac het stadhuis/ het gemeentehuis = la mairie het uiterlijk = le physique steil/krullend haar = les cheveux raides/ bouclés het gezicht = le visage het weer = le temps het is mooi weer = il fait beau er zijn hevige buien = il y a des averses het is mistig = il y a du brouillard de vrijwilliger = la bénévole de werktijden = les horaires de travail de ober = le serveur; la serveuse de verkoper = le vendeur; la vendeuse de ring = la bague de sneakers = les baskets de laarzen = les bottes de riem = la ceinture de sokken = les chaussettes de sjaal = l’écharpe de regenjas = l’imperméable de jas = le manteau het horloge = la montre de portemonnee = le porte-monnaie
Ingezonden op 12-11-2017 - 391x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!