Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

ZugSpitze, deel A1

0 Woorden Schritt 9,13 en 16

Jaar 2 (vwo)

de avond = der Abend
de avonden = die Abende
vertrekken = abfahren
de excursie = der Ausflug
de excursies = die Ausflüge
de auto = das Auto
de auto's = die Autos
Berlijn, 28 september 2016 = Berlin, 28. September 2016
bezichtigen = besichtigen
de blik = der Blick
het dorp = das Dorf
de dorpen = die Dörfer
Oostenrijk = Österreich
slecht = schlecht
de ochtend = der Vormittag
de ouders = die Eltern
het eten = das Essen
rijden = fahren
het ontbijt = das Frühstück
goed = gut
het hotel = das Hotel
de hotels = die Hotels
leren kennen = kennenlernen
Beste Dominik, beste Sophie! = Lieber Dominik, liebe Sophie!
de middag = der Nachmittag
de middagen = die Nachmittage
het weer = das Wetter
het weekend = das Wochenende
de weekenden = die Wochenenden
de ochtenden = die Vormittage
het begin = der Anfang
aankruisen = ankreuzen
de aanmelding = die Anmeldung
de aanmeldingen = die Anmeldungen
contant = bar
betalen = bezahlen
de datum = das Datum
de tweepersoonskamer = das Doppelzimmer
de tweepersoonskamers = die Doppelzimmer
de eenpersoonskamer = das Einzelzimmer
de eenpersoonskamer = die Einzelzimmer
het einde = das Ende
de jongere = der/die Jugendliche
de jongeren = die Jugendlichen
de kaart = die Karte
de kaarten = die Karten
de cursus = der Kurs
de cursussen = die Kurse
huren = mieten
de maand = der Monat
de maanden = die Monate
de naam = der Name
de namen = die Namen
het nummer = die Nummer
de nummers = die Nummern
de plaats = der Ort
de leerling = der Schüler/ die Schülerin
de leerlingen = die Schüler
de straat = die Straße
de straten = die straßen
het uur = die Stunde
de uren = die Stunden
de afspraak = der Termin
de afspraken = die Termine
overnachten = übernachten
januari = der Januar
februari = der Februar
maart = der März
april = der April
mei = der Mai
juni = der Juni
juli = der Juli
augustus = der August
september = der September
oktober = der Oktober
november = der November
december = der Dezember
de broer = der Bruder
de broers = die Brüder
Duits = deutsch
de vriend = der Freund
de vrienden = die Freunde
geboren = geboren
bevallen = gefallen
de broers en zussen = die Geschwister
de grootouders = die Großeltern
de jongen = der Junge
de jongens = die Jungen
leren = lernen
de lievelingskleur = die Lieblingsfarbe
de lievelingskleuren = die Lieblingsfarben
het meisje = das Mädchen
de meisjes = die Mädchen
de moeder = die Mutter
de moeders = die Mütter
de school = die Schule
de scholen = die Schulen
de zus = die Schwester
de zussen = die Schwestern
sinds = seit
de vader = der Vater
de vaders = die Väter
getrouwd = verheiratet
blauw = blau
bruin = braun
geel = gelb
goud = gold
grijs = grau
groen = grün
oranje = orange
paars = lila
rood = rot
roze = rosa
wit = weiß
zwart = schwarz

Ingezonden op 19-11-2017 - 2130x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Denk aan de hoofdletter bij zelfstandignaamwoorden, de lidwoorden, de ringel S en de umlaut!
Zitten er foutjes in? Laat het me weten!
Succes met leren!

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

ZugSpitze, deel A1

0 Woorden Schritt 9,13 en 16