Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 2 Hoorcollege 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
2 Hoorcollege 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke drie bronnen heeft het bestuursrecht? = Wet- en regelgeving, Jurisprudentie, (on)geschreven beginselen. Wat is jurisprudentie? = Over rechtspraak van de bestuursrechter (met als hoogste rechter afdeling bestuursrechtspraak Raad van Staten, Centrale Raad van Beroep, College van Beroep voor het bedrijfsleven én burgerlijke rechter.) Wat is het twinpeaksmodel? = Er zijn onderhandelingen om dit in te voeren om het aantal rechters te verminderen en vereenvoudigen. Centrale raad opheffen, iets wordt ingevoegd bij centrale rechtspraak en de rest is hoge raad of zoiets. Maar dat ging niet door, dus hebben we nu 3 hoogste bestuursrechters + raad van bestuur. Dat betekent dat je naar rechtseenheidvoorzieningen moet treffen om de rechters op een lijn te houden. Eerst was er geen bestuursrechter, maar alleen burgerlijke en strafrechter. De burgerlijke rechter heeft veel ingeleverd, maar sommige dingen niet. Fiscaal recht is bestuursrecht en de hoogste rechter van de fiscale raad is een bestuursrechter. Waaruit bestaan (on)geschreven beginselen als bronnen van het bestuursrecht? = Uit algemene beginselen: legaliteit, specialiteit en relativiteitsbeginsel. Uit Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: beginselen die in de jurisprudentie ontwikkeld zijn en die een maat vormen voor overheidsoptreden. Geschreven: in de wet voorgelegd. Ongeschreven: alleen in jurisprudentie. Gelijkheidsbeginsel is afgeleid van art. 1 van de grondwet, maar niet hetzelfde. Waaruit bestaat wet- en regelgeving als bron voor het bestuursrecht? = Twee kanten: instrumentele en waarborgkant. Dat vind je terug in de wetgeving die verschillen. De ontwikkelingen in het bestuursrecht strijden om voorrang. Wij leven in een fase waarin de instrumentele zo erg gewaardeerd wordt dat de waarborgfunctie in de knel komt. Dat komt omdat de politiek steeds meer denkt in resultaten. Wat is de instrumentele functie in het bestuursrecht? = Het bestuursrecht faciliteert de overheid met middelen om de samenleving te sturen. Bijzondere delen bestuursrecht Dat betreft talloze onderwerpen en gebieden, zoals milieu, economie, onderwijs, openbare orde en veiligheid, sociale zekerheid. Het gaat gepaard met wetgeving, want daar zijn instrumenten. Ieder terrein stuurt op z’n eigen manier de wetgeving. Sturing gaat wetgevingtechnisch anders. Bij iedereen gaat het anders: veertien wetsfamilies: de wetten bij economie zaten anders in elkaar dan bij sociale zaken. Op een gegeven moment heeft men gezegd dat we naar algemene regels moeten. Een algemeen deel naast alle bijzondere delen: Algemene wet bestuursrecht. Wat is de waarborgfunctie in het bestuursrecht? = Rechtsbescherming tegen de overheid en daarin is die AWB heel belangrijk. Hier heeft de Awb een centrale plaats voor rechtsbescherming. Rechtsbescherming is toetsing van het overheidsoptreden! Hierin is het bestuursrecht wezenlijk anders dan privaatrecht. Het gaat er niet om wie er gelijk heeft, maar om of het overheidsoptreden door de beugel kan. Heeft het bestuursrecht juist gehandeld. Toetsing vindt in verschillende fasen op verschillende manieren plaats: Klachtrecht: naar ombudsman/vrouw en die toets de gedragingen op behoorlijkheid. Behoorlijkheid houdt juridisch vragen in zich, maar ook fatsoensnormen. De meest bekende is de nationale ombudsman: Reinier van Zutphen. Bestuurlijke voorprocedure: In het systeem zit erin dat het bestuur als het handelt de kans krijgt om te verbeteren. Als je het niet eens bent met overheidsbeslissing, ga je terug naar dezelfde overheid en die heroverweegt. De toetsing is rechtmatigheid en doelmatigheid: of het bij het beleid past. Beroep: Rechter en die toets uitsluitend op rechtmatigheid. Op welke manieren vindt de toetsing van een overheidsbesluit plaats? = Klachtrecht: naar ombudsman/vrouw en die toets de gedragingen op behoorlijkheid. Behoorlijkheid houdt juridisch vragen in zich, maar ook fatsoensnormen. De meest bekende is de nationale ombudsman: Reinier van Zutphen. Bestuurlijke voorprocedure: In het systeem zit erin dat het bestuur als het handelt de kans krijgt om te verbeteren. Als je het niet eens bent met overheidsbeslissing, ga je terug naar dezelfde overheid en die heroverweegt. De toetsing is rechtmatigheid en doelmatigheid: of het bij het beleid past. Beroep: Rechter en die toets uitsluitend op rechtmatigheid. Naar wie ga je bij het klachtrecht? = Naar ombudsman/vrouw en die toets de gedragingen op behoorlijkheid. Behoorlijkheid houdt juridisch vragen in zich, maar ook fatsoensnormen. De meest bekende is de nationale ombudsman: Reinier van Zutphen. Naar wie ga je bij bestuurlijke voorprocedure? = In het systeem zit erin dat het bestuur als het handelt de kans krijgt om te verbeteren. Als je het niet eens bent met overheidsbeslissing, ga je terug naar dezelfde overheid en die heroverweegt. De toetsing is rechtmatigheid en doelmatigheid: of het bij het beleid past. Naar wie ga je bij beroep? = Rechter en die toets uitsluitend op rechtmatigheid. Waarvan is het afhankelijk hoeveel de overheid ordent? = Van het politieke inzicht en gedachtegoed en de intensiteit. Bij een nachtwakersstaat doet de overheid veel minder dan een sociale verzorgingsstaat. Waar komen wij de verzorgingsstaat tegen? = - Gezondheidszorg (Ondanks marktwerking is er sturing, want er moet goedkeuring komen voor verhoging van eigen risico). – Waterstaat. – Sociale zekerheid (Wordt op gestuurd, maar 3/4e is naar de gemeente gegaan. Daardoor is de regelgeving heel erg gefragmenteerd). – Economische activiteiten. – Ruimtelijke ordening. – Kunst en cultuur - onderwijs - natuur en milieu - ouderenzorg - vreemdelingenverkeer - handel en financieel beheer – volkshuisvesting, etc. Waar leidt het ingrijpen in de gebieden van de sociale verzorgingsstaat tot? = Tot wetgeving. Een sturingsinstrument heeft de vorm van wetgeving, omdat je via wetgeving de burger een kant op kunt dwingen en dus kunt sturen. Daarnaast legitimeert de wetgeving de sturing van de overheid. Overheidsoptreden berust op een grondslag die door democratie tot stand is gekomen. Waarom is het erg dat we 14 wetsfamilies hebben? = Omdat je dan geen rechtseenheid hebt. Subsidie voor het ene moet je ergens anders zijn dan voor iets anders en het gaat daar op een andere manier. Dat maakt het minder toegankelijk en het schiet niet op als iedereen opnieuw het wiel uitvindt. In welk jaar kwam de nieuwe grondwetsvoorziening die algemene regels van het bestuursrecht vaststelt? = In 1983. Om welk artikel gaat die grondwetsvoorziening in 1983? = Art. 107 2e lid van de Grondwet. Wat staat er in art. 107 2e lid van de Grondwet? = De wet stelt algemene regels van het bestuursrecht vast. Hoe wordt art. 107 GW gezien? = Als opdracht om algemene bestuursregels vast te stellen. Waarin onderscheid het 2e lid van art. 107 GW zich? = Dat men een algemeen deel naast het bijzondere deel wil maken. Wat is de grootste prestatie van de Awb geweest? = Alle 14 wetsfamilies ervan overtuigen het anders te gaan doen. Hoe is de AWB ontstaan? = Men begon op 19 mei 1982 met een statwerkgroep onder voorzitterschap van staatssecretaris M. Scheltema, die de AWB bedacht heeft en het voor elkaar gekregen heeft de 14 wetsfamilies dezelfde kant op te krijgen. Voorstel (28 oktober 1982): vorm een commissie onder leiding van een “regeringscommissaris voor de algemene regels van bestuursrecht”, 3 ambtenaren van Justitie, 3 ambtenaren BiZa, een vertegenwoordiger VNG en 2 wetenschappers. KB 8 september 1983, Stb. 1983, 417 instelling van de Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht (Warb) voorzitter: prof. mr. M. Scheltema drie ambtenaren Justitie (w.o. P.J.J. van Buuren) drie ambtenaren BiZa (w.o. C. Borman) drie externen (J.M.H.F. Teunissen – VNG; J.H. van der Veen – CRvB en E.M.H. Hirsch Ballin). Op 19 januari 1987 komen ze na 42 vergaderingen met een “Eerste tranche”: brok van samenhangende onderwerpen, van een Algemene wet bestuursrecht. Op 4 juni 1992 wordt de Eerste tranche Awb aangenomen: bepalingen van materieel recht: inhoudelijke normering. Tegelijkertijd: herziening van de rechterlijke organisatie - wens om algemeen deel zowel materieel als formeel in te voeren - Tweede tranche (procesrecht) tegelijk met de Eerste tranche. Algemene wet bestuursrecht, wet van 4 juni 1992 inwerkingtreding 1 januari 1994. Op welke datum begon men met de AWB? = 19 mei 1982. Wie is de bedenker van de AWB? = Staatssecretaris M. Scheltema. Door wie wordt er in 28 oktober 1982 een voorstel voor de AWB gedaan? = Vorm een commissie onder leiding van een “regeringscommissaris voor de algemene regels van bestuursrecht”, 3 ambtenaren van Justitie, 3 ambtenaren BiZa, een vertegenwoordiger VNG en 2 wetenschappers. Wat gebeurde er in 1983 met de Awb? = 417 instelling van de Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht (Warb) voorzitter: prof. mr. M. Scheltema drie ambtenaren Justitie (w.o. P.J.J. van Buuren) drie ambtenaren BiZa (w.o. C. Borman) drie externen (J.M.H.F. Teunissen – VNG; J.H. van der Veen – CRvB en E.M.H. Hirsch Ballin). Op welke datum komt er een eerst tranche van algemeen bestuursrecht? = Op 19 januari 1987. Wat gebeurt er in 1992 met algemeen bestuursrecht? = De eerste tranche AWB wordt aangenomen: bepalingen van materieel recht: inhoudelijke normering. Tegelijkertijd herziening van de rechterlijke organisatie. Een wens om algemeen deel zowel materieel als formeel in te voeren en ze willen een tweede tranche over procesrecht. Algemene wet bestuursrecht, wet van 4 juni 1992. Op welke datum gaat de eerste AWB in werking? = 1 januari 1994. Hoelang heeft het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NWB) erover gedaan om een wet te worden? = Van 1947 tot 1992. Met hoeveel tranches is de AWB in werking getreden? = Met de 1e 2 tranches. Wanneer kwam de derde tranche bij de AWB en waar gaat het over? = In 1-1-1998, het gaat over subsidies, toezicht en sancties. Wanneer kwam de vierde trance bij de AWB en waar gaat het over? = 1-7-2009, bestuursrechtelijke geldschulden en boete. Waar gaan de 1e 2 tranches over van de AWB? = Materieel recht en procesrecht. Waarom gaat het tempo van het maken van nieuwe tranches van de AWB naar beneden? = Omdat de hoofdzaken als geregeld zijn en het de vraag is wat er nog meer bij moet komen. De grote onderwerpen zijn geregeld, dus krijg je steeds minder belangrijke wetten en wordt het meer politiek gevoerd. Waarom stopte men met werken met tranches? = Omdat in die brokken wetgeving gevoelige politieke onderwerpen zitten. Zo was er een wetgeving die ontplofte in de politiek, waardoor die hele tranche vertraging opliep. Er werden afzonderlijke wetten toegevoegd, kleine onderwerpen. Ze hadden afzonderlijke wetten als: - Wet dwangsom en beroep bij niet-tijdig beslissen (2009) - Wet bestuurlijke lus (2010) - Wet aanpassing bestuursprocesrecht (2013) - Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding onr. besluiten (2013) Bestaat de commissie WARB nog en wat doen ze nu? = Ja, maar ze zijn geen aanjager meer van het uitbreiden van de AWB. Ze worden alleen nog om advies gevraagd. Hopelijk hebben we bij de volgende regering een minister van justitie die hier snelheid in kan brengen. Waarom willen we een AWB? = Daarmee bieden we gelijkheid en zekerheid. Houd in het oog dat ze de 14 wetsfamilies niet vervangt, maar er iets tegenaan bouwt. Wat zijn de doelstellingen van de AWB gegeven dat de bijzondere regels blijven bestaan? = - Eenheid vormen bijv. universele beslistermijnen in het bestuursrecht. – Verschillende regels systematiseren en vereenvoudigen. – Codificeren van jurisprudentie en ongeschreven recht. Bijv. vastleggen zorgvuldigheidsbeginsel. Veel ongeschreven wetten staan vast, sommigen nog niet. – Bijzondere voorzieningen treffen die je niet kan regelen in bijzondere bestuursrecht, bijv. doorzendplicht naar het juiste gebied als iemand verkeerd zit. Wat is de kunst van het tegen andere wetten aanbouwen, wat de AWN doet? = Om zo’n wet te geven dat iedereen nog steeds genoeg ruimte voor zichzelf heeft. Hoe harmoniseert de AWB zijn positie tegenover bijzonder bestuurswet? = Wetgevingstechniek (soorten regels in de Awb): - Dwingend recht: Awb geeft regel en je mag er niet vanaf wijken (in beginsel). – Regelend recht: De Awb stelt een regel/norm, maar je mag in de bijzondere regel van de regel afwijken. (wettelijk voorschrift staat op wet in materiële zin). – Aanvullend recht: lijkt op regelend recht. Verschil: niet Awb neemt voortouw en zegt dit is de norm, maar je mag afwijken. Aanvullend wet zegt: je mag regelen zoals je het wil, maar als je het niet geregeld hebt, doe je het zo. Vangnet. – Facultatief recht: Je kunt er gebruik van maken, maar het hoeft niet. Regeling op afroep beschikbaar. Het geldt niet uit zichzelf, maar kan door bestuursorgaan in werking gesteld worden. Wat is dwingend recht? = Wetgevingstechniek van de Awb: Awb geeft regel en je mag er (in beginsel) niet van afwijken. Wat is regelend recht? = Wetgevingstechniek van de Awb: De Awb stelt een regel/norm, maar je mag er in de bijzondere regel van afwijken. (Wettelijk voorschrift staat op wet in materiële zin). Wat is aanvullend recht? = Wetgevingstechniek van de Awb: lijkt op regelend recht. Verschil: niet Awb neemt voortouw en zegt dit is de norm, maar je mag afwijken. Aanvullend wet zegt: je mag regelen zoals je het wil, maar als je het niet geregeld hebt, doe je het zo. Vangnet. Wat is facultatief recht? = Je kunt er gebruik van maken, maar het hoeft niet. Regeling op afroep beschikbaar. Het geldt niet uit zichzelf, maar kan door bestuursorgaan in werking gesteld worden. Hoe belangrijk is de Awb? = Het beidt houvast. Je hebt regels die in het hele bestuursrecht gelden. Al is er wel een ontwikkeling dat het bijzondere bestuursrecht zich herpakt en eigen algemene wetten opstellen. Bijzonder recht gaat ook voor algemeen wet, dus daarom is het belangrijk dat er een sterke minister van justitie op staat die voorkomt dat de Awb wordt uitgehold. Biedt de Awb een wettelijke basis voor bevoegdheid? = Nee, daarvoor zul je altijd in de bijzondere regels moeten kijken. Waar gaat hoofdstuk 1 van de Awb over? = Over inleidende bepalingen. Waar gaat hoofdstuk 2 van de Awb over? = Over verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Waar gaat hoofdstuk 3 van de Awb over? = Over algemene bepalingen over besluiten. Waar gaat hoofdstuk 4 van de Awb over? = Over bijzondere bepalingen over besluiten. Waar gaat hoofdstuk 5 van de Awb over?= Over handhaving. Waar gaat hoofdstuk 6 van de Awb over? = Over algemene bepalingen over bezwaar en beroep. Waar gaat hoofdstuk 7 van de Awb over? = Over bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep. Waar gaat hoofdstuk 8 van de Awb over? = Onder bijzondere bepalingen over beroep bij de rechtsgang. Waar gaat hoofdstuk 9 van de Awb over? = Over klachtbehandeling. Waar gaat hoofdstuk 10 van de Awb over? = Over bepalingen over bestuursorganen. Waar gaat hoofdstuk 11 van de Awb over? = Over slotbepalingen. In welke twee delen kun je de Awb groepperen? = In materieel (inhoudelijk) en formeel recht (procedurerecht). Uit welke hoofdstukken van de Awb bestaat materieel recht? = Hoofdstuk 1 t/m 4: 1: Inleidende bepalingen, 2: Verkeer tussen burgers en bestuursorganen, 3: Algemene bepalingen over besluiten, 4: Bijzondere bepalingen over besluiten. Uit welke hoofdstukken van de Awb bestaat formeel recht? = Hoofdstuk 6 t/m 9: 6: algemene bepalingen over bezwaar en beroep, 7: bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep, 8: bijzondere bepalingen over beroep bij de rechtsgang, 9: klachtbehandeling. Welke hoofdstukken van de Awb gaan over materiële bepalingen? = Hoofdstuk 2 t/m 5: 2: Verkeer tussen burgers en bestuursorganen, 3: Algemene bepalingen over besluiten, 4: Bijzondere bepalingen over besluiten, 5: handhaving. Welke hoofdstukken van de Awb gaan over formele bepalingen? = Hoofdstuk 6 t/m 8: 6: algemene bepalingen over bezwaar en beroep, 7: bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep, 8: bijzondere bepalingen over beroep bij de rechtsgang. Hoe is de Awb opgebouwd? = Van algemeen naar bijzonder. Een zoektocht, maar ook een systeem. Je moet vaak in meerdere hoofdstukken zijn voor een casus. Waar draait het om in de Awb? = Overheid verricht handeling en komt burger tegen. Bestuursorgaan neemt besluit over belanghebbende: de 3 b’s en die staan in de 1e 3 bepalingen van de Awb gedefinieerd.
Ingezonden op 21-11-2017 - 1699x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!