Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 2 Werkcollege 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
2 Werkcollege 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ten aanzien van de wetten die op rijksniveau, provinciaal niveau en gemeentelijk niveau worden vastgesteld, geldt de zogenoemde normenhiërarchie. Wat houdt die normenhiërarchie in? En welke gevolgen heeft de normenhiërarchie als bijv. de gemeentelijke wetgever een regeling vaststelt voor het op straat zetten en het tophalen van zakken huisafval? = Wetgevers op rijks-, gemeente-, en provinciaal niveau. De hogere regering gaat voor de lagere regering. Als de gemeente iets doet wat in strijd is met een hogere regering is die regeling van de gemeente ontbindend. Hoe begint bijna iedere bestuursrechtelijke wet? = Met een begripsbepaling. Wat bepalen begripsbepalingen? = De reikwijdte van de wet. Wat staat er in artikel 8:1 van de Awb? = Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Lees artikel 8:1 Awb. Nadat burgemeester Z van de gemeente L zijn dienstauto helemaal vol heeft getankt, besluit hij door te rijden zonder te betalen. Het is de vraag of de benadeelde benzinepomphouder op grond van artikel 8:1 Awb in rechte actie kan ondernemen tegen burgemeester Z. Welke (begrips-)bepalingen dient u te raadplegen ter beantwoording van de vraag of artikel 8:1 Awb van toepassing is? Noem bij de beantwoording van de vraag de relevante artikelen uit hoofdstuk 1 van de Awb. = Besluit art. 1:3 lid 1. Belanghebbende art. 1:2. Beroep art. 1:5 lid 3. Bestuursorgaan art. 1:1 en bestuursrechter: art. 1:4. Er is geen besluit genomen, dus niet van toepassing. Dit is eerder civiel of strafrecht. Wat staat er in artikel 4:1 Awb? = Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen. Lees artikel 4:1 Awb. Marktkoopman Lange Jan wil een standplaatsvergunning aanvragen bij het college van burgemeester en wethouders. Het is de vraag of hij dit op grond van artikel 4:1 Awb schriftelijk moet doen. Welke (begrips-)bepalingen dient u te raadplegen ter beantwoording van de vraag of artikel 4:1 Awb van toepassing is? Noem bij de beantwoording van deze vraag de relevante artikelen uit hoofdstuk 1. = Belanghebbende art. 1:2. Beschikking art 1:3 lid 2. Bestuursorgaan art. 1:1. Besluit art. 1:3 lid 1. Aanvraag art. 1:3 lid 3. Via terugwijzing naar begripsbepalingen kun je bij andere begripsbepalingen komen. Wat is het belang van de begripsbepalingen in de Awb? = Het bepalen van de reikwijdte van de wet. De Awb kan worden gezien als aanbouwwetgeving omdat de Awb bijzondere bestuurswetgeving aanvult. Is dit juist of onjuist? = De Awb is nu groot, maar begonnen als kleine wet waar steeds dingen aan zijn toegevoegd. Men begon met een klein gedeelte om te kijken of het wel zo’n goed idee was om de Awb te hebben. Ze gingen na een tijdje evalueren en dan nieuwe tranches toevoegen. (De Awb heeft ook bestuursrechtelijke boete.) Het is dus een aanbouwwet. Aanbouwwet wil dus niet zeggen dat de Awb het bestuursrecht vergroeit. Het eerste deel van de stelling is dus juist. De Awb is geen aanbouwwet, omdat het bijzondere wetgeving aanvult. Beide delen van de stelling zijn juist, maar met ‘omdat’ er tussen is de stelling onjuist. De Awb is nog steeds in aanbouw, want het is nog steeds niet af. De Awb bepaalt niet of een bestuursorgaan een bepaalde bestuursbevoegdheid heeft. (Bijvoorbeeld de bevoegdheid om voor de bouw van een huis een vergunning te verlenen). Is dit juist of onjuist? = Juist. De Awb kent nooit bevoegdheden toe. Dat doet de bijzondere wetgeving. Hoe werkt de gelaagde structuur van de Awb? = Het is een belangrijk kenmerk van de Awb. Je ziet het bij veel wetten. Het gaat van algemeen naar bijzonder. Het wordt steeds specifieker. Hoofdstuk 1 zijn de begripsbepalingen, hoofdstuk 2 gaat over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen, hoofdstuk 3 gaat over algemene bepalingen over besluiten, hoofdstuk 4 gaat over bijzondere bepalingen over besluiten. Je hebt verschillende soorten besluiten, bijv. 4:1 beschikkingen, 4:2 subsidies, 4:3 beleidsregels. Bij de aanvraag van een subsidie kijk je in hoofdstuk 2,3,4 (en 1). Je moet bij een casus dus meerdere hoofdstukken raadplegen. Hoofdstuk 6,7 en 8 gaan over rechtsbescherming. Hoofdstuk 6 over algemene bepalingen bezwaar en beroep, hoofdstuk 7 over bijzondere bepalingen bezwaar en beroep en hoofdstuk 8 gaat over beroep. 8:5 hoger beroep. Dus de gelaagde structuur is een belangrijk kenmerk van de Awb en gaat over hoe de Awb is opgebouwd en dat is van algemeen naar bijzonder. Hoofdstuk 9 en 10 gaan over klachtrecht. Een wat meer bijzondere vorm van rechtsbescherming. Alles samen is de dubbele gelaagde structuur van de Awb. De cosequentie van de gelaagde structuur: als je een concrete casus wil oplossen kan het zijn dat je meerdere hoofdstukken moet raadplegen. Voor begrip is het het beste om eerst algemeen te bekijken en dan specifiek, maar in de praktijk heeft specifiek voorrang. Bij een vraag welke hoofdstukken je moet hebben, moet je hoofdstuk 1 altijd meenemen, want bijna alle Awb bepalingen bevatten wel begripsbepalingen. Waar gaat hoofdstuk 1 van de Awb over? = Begripsbepalingen. Waar gaat hoofdstuk 2 van de Awb over? = Over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Waar gaat hoofdstuk 3 van de Awb over? = Over algemene bepalingen en besluiten. Waar gaat hoofdstuk 4 van de Awb over? = Over bijzondere bepalingen over besluiten. Waar gaat hoofdstuk 6 van de Awb over? = Over algemene bepalingen bezwaar en beroep. Waar gaat hoofdstuk 7 van de Awb over? = Over bijzondere bepalingen bezwaar en beroep. Waar gaat hoofdstuk 8 van de Awb over? = Over beroep. Waar gaan hoofdstuk 9 en 10 van de Awb over? = Over het klachtrecht. Wat is de consequentie van de gelaagde structuur van de Awb? = Als je een concrete casus wil oplossen, kan het zijn dat je meerdere hoofdstukken moet raadplegen. In welke Awb-hoofdstukken staan regels over de totstandkoming (voorbereiding) van beslissingen? = In hoofdstukken 1,2,3 en 4. Kunnen op een bepaalde bestuurshandeling zowel bepalingen uit hoofdstuk 3, als bepalingen uit 4 van de Awb van toepassing zijn? = Ja. Hoofdstuk 3 gaat over besluiten en hoofdstuk 4 over beschikkingen. Beschikkingen zijn ook besluiten. In welke Awb-hoofdstukken is het rechtsbeschermingsrecht geregeld? = Hoofdstukken 6,7 en 8. Hoofdstukken 9 en 10 niet echt, want met klachtrecht bereik je alleen dat iemand ‘sorry’ zegt. Wat is de formele wetgever? = Staten-Generaal en de regering. Wetten in formele zin zijn de hoogste wetten. Kan het voorkomen dat er bepalingen strijdig zijn met elkaar? = Ja, het kan ook zijn dat de hoogste wetgever 2 bepalingen heeft gemaakt waarbij je niet weet welke je moet toepassen. Wat is het stappenplan bij de voorrangsregels? = Stap 1. Is er sprake van strijdigheid? Ja Stap 2. NB. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald… Dan is er geen sprake van strijdigheid. Bij wettelijk voorschrift: alle wettelijke voorschriften in materiële zin, dus ook provincie en gemeente mogen afwijken. Bij wet: alleen Staten-Generaal en regering mogen afwijken. Stap 2. Kijken naar verhouding in de regels in de normenhiërarchie. Je moet kijken naar de bepalingen en van welke wetgevers ze afkomstig zijn. Van verschillende niveaus of hetzelfde niveau? Verschillend niveau hoger voor lager. Hetzelfde niveau stap 3. Stap 3. Er gelden dan nog twee voorrangsregels: A. Bijzonder voor algemeen. B. Nieuw voor oud. Wat is stap 1 in het stappenplan bij de voorrangsregels? = 1. Is er sprake van strijdigheid? Ja Stap 2. NB. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald… Dan is er geen sprake van strijdigheid. Wie mogen er afwijken als er staat: ‘Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.’? = Dit gaat over alle wettelijke voorschriften in materiële zin, dus ook provincie en gemeente mogen afwijken. Wie mogen er afwijken als er staat bij wet? = Alleen de Staten-Generaal en de regering. Wat is stap 2 in het stappenplan van de voorrangsregels? = Kijken naar verhouding in de regels in de normenhiërarchie. Je moet kijken naar de bepalingen en van welke wetgevers ze afkomstig zijn. Van verschillende niveaus of hetzelfde niveau? Verschillend niveau hoger voor lager. Hetzelfde niveau stap 3. Welke wettelijke bepaling gaat er voor wanneer twee bepalingen van verschillende niveaus strijdig zijn? = Het hogere niveau gaat voor het lagere niveau. Wat is stap 3 in het stappenplan van de voorrangsregels? = Er gelden dan nog twee voorrangsregels: A. Bijzonder voor algemeen. B. Nieuw voor oud. Wat staat er in artikel 6:7 Awb? = De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken. Lees artikel 6:7 Awb. Mag in de Algemene Subsidieverordening van de provincie Gelderland worden bepaald dat een bezwaarschrift binnen 10 weken moet zijn ingediend? = Nee, want artikel 6:7 zegt dat het termijn voor het indienen van een bezwaarschrift 6 weken bedraagt. Lees artikel 6:7 Awb. Mag in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden bepaald dat – bijvoorbeeld tegen de weigering om een omgevingsvergunning te verlenen voor de verbouw van een huis – een bezwaarschrift binnen 10 weken moet zijn ingediend? = Ja dat mag. Het is dan strijdend op hetzelfde niveau, maar bijzonder gaat voor algemene wet. Wat staat er in artikel 4:1 Awb? = Tenzij bij wettelijk voorschrift ander is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen. Lees artikel 4:1 Awb. Mag in de APV van de gemeente Utrecht worden bepaald dat het aanvragen van een beschikking mondeling moet geschieden? = Ja, want in artikel 4:1 staat ‘tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald’ er is dus geen sprake van strijdigheid.
Ingezonden op 09-12-2017 - 1995x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!