Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans beginners/gevordenen 2014
› 610
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans beginners/gevordenen 2014
hoofdstuk 610
Jaar 1 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
hay = er is; er zijn al lado de = naast la puerta = de deur el piso = de etage el primer piso = de eerste etage está pintada = het is geschilderd la vecina = de buurvrouw la parte = het deel antiguo = oud; antiek cerca de = dichtbij a = naar abierto = open alegre = blij; vrolijk amargo = bitter el animal = het dier aquí = hier el armario = de kast el balcón = het balkon el baño = de wc bastante = tamelijk; voldoende; genoeg la blusa = de blouse la cama = het bed la capital = de hoofdstad caro = duur; dierbaar el centro = het centrum cerrado = dicht; gesloten la ciudad = de stad la cocina = de keuken el coche = de auto el colega; la colega = de collega el comedor = de eetkamer cómodo = gerieflijk conocer = leren kennen el cuadro = het schilderij el cuarto de baño = de badkamer el chico = de jongen de = van el día = de dag buenas tardes = goedemiddag; goedenavond buenas noches = goedenavond; goedenacht el dibujo = de tekening ¿dónde? = waar? el dormitorio = de slaapkamer encantado de conocerle = prettig met u kennis te maken (door een man gezegd tot een man) encantada de conocerle = prettig met u kennis te maken (door een vrouw gezegd tot een man) encantado de conocerla = prettig met u kennis te maken (door een man gezegd tot een vrouw) encantada de conocerla = prettig met u kennis te maken (door een vrouw gezegd tot een vrouw) la entrada = de ingang; de toegang la esquina = de hoek estar echado = liggen estar de luto = in de rouw zijn estar de paso = op doorreis zijn estar de pie = staan estar sentado = zitten estar tumbado = een dutje doen estar de viaje = op reis zijn estar en el paro = werkloos zijn está a unos kilómetros de aquí = het ligt een paar kilometer hier vandaan estupendo = uitstekend feliz = gelukkig feroz = woest; wild furioso = woedend; kwaad el gato = de kat el hotel = het hotel la jaula = de kooi el lavabo = het toilet lejos (de) = ver (van) el león = de leeuw la mesa = de tafel el momento = het moment mucho = veel mucho tiempo = lang(e tijd) la noche = de avond; de nacht la página = de bladzijde pálido = bleek para = voor la pared = de muur; de wand el pasillo = de gang pintado = geschilderd por = voor; omwille van; door el pozo = de put primero = eerste ¿qué tal el viaje? = hoe was de reis? rápido = snel la sala = de zitkamer simpático = sympathiek sobre = boven(op) la tarde = de middag el tiempo = de tijd; het weer todavía = nog la impresora = de printer la ventana = het raam el viaje = de reis la cosa = het ding coger = pakken; nemen el carrito = het boodschappenkarretje; het winkelwagentje buscar = zoeken necesitar = nodig hebben la leche = de melk el limón = de citroen de nada = niets te danken; graag gedaan la cebolla = de ui después de = na la caja = de kassa el precio = de prijs pagar = betalen ¿adónde? = waarheen? ahí = daar algo = iets algo mas = nog iets el arroz = de rijst el autobús = de bus el avión = het vliegtuig el azúcar = de suiker el billete = het kaartje; de ticket la cajera = de caissière la calle = de straat la carne = het vlees el carácter = het karakter el chocolate = de chocolade comprar = kopen contestar = antwoorden dar = geven el dependiente = de winkelbediende desear = wensen el disco = de lp entrar en = binnegaan la estación = het station el estudiante = de student la fruta = het fruit fumar = roken el fútbol = het voetbal; het voetballen la galleta = het biscuitje gustar = houden van; lekker vinden; mooi vinden; leuk vinden hablar = spreken el huevo = het ei la iglesia = de kerk ir a = gaan naar ir a casa = naar huis gaan el jamón = de ham el lápiz = het potlood la lechuga = de sla limitar con = grenzen aan la lista de compras = het boodschappenlijstje luego = dan; vervolgens la mantequilla = de boter la manzana = de appel el mapa = het kaartje; de landkaart marcar = een bedrag aanslaan; draaien (van een telefoonnummer) más = meer el mejillón = de mossel la moto = de motor la naranja = de sinaasappel el país = het land el pan = het brood la papaya = de papaya el peine = de kam el pie = de voet pesar = wegen el pescado = de vis (als voedsel); de vis (als gerecht) por favor = alstublieft preguntar = vragen el queso = de kaas la revista = het tijdschrift el rumbo = de windstreek el norte = het noorden el sur = het zuiden el este = het oosten el oeste = het westen el noroeste = het noordwesten el noreste = het noordoosten el sudoeste = het zuidwesten el sudeste = het zuidoosten la sal = het zout la sangría = de sangría también = ook el tocino = het spek el tomate = de tomaat la uva = de druif el vino = de wijn cancar = vermoeien entonces = dus salir = uitgaan; weggaan alquilar = huren poder = kunnen es parecido a = het lijkt op muy = erg; zeer lo que quiere decir; (lo que) quiere decir = dat wil zeggen aprender = leren la semana que viene = de volgende week; volgende week quedarse = blijven ¡qué poco falta ya! = wat snel al! además = bovendien además de = behalve almorzar = lunchen (eten tussen de middag) los alrededores = de omgeving la amiga = de vriendin el amigo = de vriend anoche = gisteravond así = zo; dus ayer = gisteren anteayer = eergisteren la bicicleta = de fiets buenos días = goedmorgen; goedendag el café = de koffie cambiar = wisselen; veranderen cansar = moe maken; vermoeien celebrar = vieren cenar = avondeten ¿cuál (es)? = welke? ¿cuándo? = wanneer? el cuarto = het kwart; kwartier charlar = praten; kletsen dar un paseo = wandelen el desayuno = het ontbijt un día corriente = een gewone dag la discoteca = de discotheek dormir la siesta = de siësta houden hacer = doen; maken la hora = het uur hoy = vandaag de hoy en ocho días = vandaag over een week de hoy en quince días = vandaag over veertien dagen levantarse = opstaan llegar a = aankomen te medio = midden; half mediodía = 12 uur 's middags medianoche = 12 uur 's nachts nos iremos = wij (zullen) gaan otra vez = nog eens; weer el paisaje = het landschap parecido a = gelijkend op pasado mañana = overmorgen pasar = voorbijgaan la playa = het strand por la mañana = 's morgens por la tarde = 's middags por la noche = 's nachts quince días = veertien dagen regresar; volver = terugkeren la semana = de week la semana pasada = vorige week la semana anterior = de week daaraan voorafgaand sencillo = eenvoudig sentarse = gaan zitten solo = alleen; slechts la tapa = het borrelhapje la tienda = de winkel tomar = nemen; drinken el trabajo = het werk usual = gebruikelijk ver la televisión = televisiekijken abrir = openen al día = per dag a la semana = per week el anuncio = de advertentie; de aankondiging el año = het jaar el año bisiesto = het schrikkeljaar bajar (de) = uitstappen; naar beneden gaan beber = drinken el billete de ida y vuelta = het retourkaartje la bolsa = de tas cada = ieder; elk la clase = de klas; de soort comer = eten los churros = de churros (soort oliebollen) dicho = genoemd durar = duren enfrente = aan de overkant escribir = schrijven la estación del año = het seizoen el equipaje = de bagage el horario = het tijdschema húmedo = vochtig; nat indicar = aanwijzen la información = de informatie el lujo = de luxe el mes = de maand el mozo = de kruier ni = noch; en niet no ... nada = niets no ... nunca = nooit la paella = de paella poner = plaatsen; zetten por aquí = hierheen el puerto = de haven el retraso = de vertraging llevar retraso = vertraging hebben la salida = de uitgang seco = droog subir (a) = instappen; omhooggaan trabajar = werken utilizar = gebruiken; gebruik maken van vender = verkopen la vía = het spoor vivir = leven; wonen el archivo = het bestand no hace tante calor = het is niet zo warm
Ingezonden op 28-12-2017 - 847x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!