Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bestuursrecht
› 11 Hoorcollege 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bestuursrecht
11 Hoorcollege 11
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Het legaliteitsbeginsel speelt op verschillende punten een rol in deze casus. Op welke punten? = Drie dingen: bouwen zonder bouwvergunning, dwangsom en belasting aanslag. Wat is het legaliteitsbeginsel? Wetmatigheid van bestuur: een publiekrechtelijke bevoegdheid, een bevoegdheid om een besluit te nemen, moet rusten op een wettelijke basis. Je moet hier dus kijken naar welke besluiten je tegen komt en of deze besluiten rusten op een wettelijke basis. Er zijn vier besluiten in de casus: 1. Het verlenen van een omgevingsvergunning: WABO. 2. Het opleggen van een last onder dwangsom: Gemeentewet. 3. Het opleggen van een belastingaanslag: Awr. 4. Het opleggen van een bestuurlijke boete: Awr. Je hoeft de artikelen niet te noemen, want je zoekt naar een wettelijke basis, dus als je de wet noemt, kan dat volstaan. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Het staat vast dat sprake is van een overtreding van de Wabo (artikel 5:1, eerst lid, Awb). Antoine ontkent dat ook niet. Als vaststaat dat sprake is van een overtreding als bedoeld in boven vermeld wetsartikel, is het college van burgemeester en wethouders dan verplicht om daartegen handhavend op te treden? = Handhavingsbevoegdheid: art. 125 gemeentewet. Handhavingsinstrumenten: hoofdstuk 5 Awb: bestuursdwang/dwangsom. Bestuursdwang is discretionaire bevoegdheid. Wetgever heeft ruimte gemaakt, maar rechter verkleind door een beginselplicht om te handhaven tenzij er bijzondere omstandigheden spelen: jurisprudentie. Zie ABRvS Blokhutten Teylingen. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Vanwege uw ‘smalle’ beurs gaat u regelmatig voor een knipbeurt naar Antoine. Tijdens een van die knipbeurten vertelt Antoine welke financiële rampspoed hem heeft getroffen doordat de buurman heeft geklikt bij de belastinginspecteur. Bovendien voelt hij zich regelrecht onbeschoft behandeld tijdens een telefoongesprek met een ambtenaar van de Belastingdienst. Antoine ontdekt dat deze ambtenaar een goede vriend is van de buurman. Antoine weet dat u rechten studeert en vraagt u wat hij tegen de onbeschofte behandeling kan doen: een bezwaarschrift indienen bij de belastinginspecteur en/of een klacht indienen bij de belastinginspecteur. Geef Antoine ter zake advies. = Begin met de vraag of je bezwaar kan maken. Wat heb je nodig om in de fase van bezwaar te komen? Dan heb je een appelabel besluit nodig. Heb ik hier te maken met een besluit? Dat hij onbeschoft behandeld is in een telefoongesprek is geen besluit, dat is een gedraging. De mogelijkheid van bezwaar valt dus weg. Kun je wel een klacht indienen? Hoofdstuk 9 Awb zegt dat je een klacht kunt indienen tegen gedragingen en daarop ziet het klachtrecht: art. 9:1 Awb. Je kunt eerst bij het bestuursorgaan zelf klagen en vervolgens kun je naar de nationale ombudsman. Art. 9:17 Awb. Deze vraag heeft dus twee elementen: het bezwaarschrift en de klacht. Zorg ervoor dat je beide elementen beantwoordt. Je kunt ook artikel 1:5 noemen en zeggen deze gedraging is geen besluit, want het is geen schriftelijke beslissing inhoudende een rechtshandeling. Geen besluit betekent geen bezwaarschrift mogelijkheid. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Vanwege uw ‘smalle’ beurs gaat u regelmatig voor een knipbeurt naar Antoine. Tijdens een van die knipbeurten vertelt Antoine welke financiële rampspoed hem heeft getroffen doordat de buurman heeft geklikt bij de belastinginspecteur. Bovendien voelt hij zich regelrecht onbeschoft behandeld tijdens een telefoongesprek met een ambtenaar van de Belastingdienst. Antoine ontdekt dat deze ambtenaar een goede vriend is van de buurman. Antoine weet dat u rechten studeert en vraagt u wat hij tegen de onbeschofte behandeling kan doen: een bezwaarschrift indienen bij de belastinginspecteur en/of een klacht indienen bij de belastinginspecteur. Welk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur kan Antoine in stelling brengen in verband met zijn ontdekking dat de ambtenaar een goede vriend is van Antoine’s buurman? = Niet alleen een artikel noemen, maar ook het beginsel van behoorlijk bestuur. Het is in strijd met artikel 2:4, want het bestuursorgaan moet hun zaken zonder vooringenomenheid behandelen. Maar voor je antwoord moet je verder grijpen naar een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en 2:4 is een uitwerking van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, namelijk fair play. Je kunt ook het beginsel direct noemen, maar als je 2:4 noemt is het makkelijker om het te beargumenteren. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Tijdens dezelfde knipbeurt vertelt Antoine u ook nog over de last onder dwangsom die hem is opgelegd. Hij heeft echter inmiddels een tweede brief van het college van burgemeester en wethouders ontvangen. In die tweede brief wijst het college erop dat Antoine niet binnen de daarvoor gestelde termijn gevolg heeft gegeven aan de eerder opgelegde last onder dwangsom. Daarom legt het college hem nu een last onder bestuursdwang op. Als hij de verbouwing niet binnen de - in deze tweede - last gestelde termijn ongedaan heeft gemaakt, zal dit in opdracht van de gemeente gebeuren door een sloopbedrijf, op kosten van Antoine. Antoine is om meerdere redenen boos. Ten eerste is hij van mening dat de wet niet toestaat dat eerst een last onder dwangsom en vervolgens een last onder bestuursdwang wordt opgelegd. In de tweede plaats heeft een ambtenaar van de gemeente inmiddels toegezegd dat voorlopig niet handhavend zal worden opgetreden (ondanks dat hij niet heeft voldaan aan de last onder dwangsom), in afwachting van de procedure die in gang is gezet om alsnog de vereiste omgevingsvergunning om te bouwen te verlenen. Antoine heeft daarvoor een aanvraag ingediend. Volgens Antoine is om deze twee redenen de last onder bestuursdwang onrechtmatig. Ten eerste is hij van mening dat de wet niet toestaat dat eerst een last onder dwangsom en vervolgens een last onder bestuursdwang wordt opgelegd. In de tweede plaats heeft een ambtenaar van de gemeente inmiddels toegezegd dat voorlopig niet handhavend zal worden opgetreden (ondanks dat hij niet heeft voldaan aan de last onder dwangsom), in afwachting van de procedure die in gang is gezet om alsnog de vereiste omgevingsvergunning om te bouwen te verlenen. Antoine heeft daarvoor een aanvraag ingediend. Volgens Antoine is om deze twee redenen de last onder bestuursdwang onrechtmatig. Heeft Antoine gelijk? = 1e deel: Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom zijn beide herstelsancties en die kun je niet tegelijk opleggen. Art. 5:6 Awb. Je kunt deze sancties wel achter elkaar leggen of de ene sanctie intrekken om hem in te wisselen met de andere. 2 elementen: Wat voor sancties betreft het: herstelsancties. En kunnen die sancties cumuleren: Nee.De last onder dwangsom loopt hier nog, dus dat mag niet. 2e deel: een ambtenaar heeft gezegd dat er niet wordt gehandhaafd, omdat er een bouwvergunning is aangevraagd. Hier is niet aan de orde dat een uitzondering op handhavingsplicht legalisatie is. Het gaat hier om het vertrouwen wat gewekt is door de ambtenaar. Door wie is het vertrouwen gewekt? Door de bevoegde orgaan, dan is het geen probleem. Door ‘een ambtenaar’: wel probleem, is hij ter zake bevoegd o.g.v. mandaat? Zie ABRS Blokhutten Teylingen, r.o. 5. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Tijdens dezelfde knipbeurt vertelt Antoine u ook nog over de last onder dwangsom die hem is opgelegd. Hij heeft echter inmiddels een tweede brief van het college van burgemeester en wethouders ontvangen. In die tweede brief wijst het college erop dat Antoine niet binnen de daarvoor gestelde termijn gevolg heeft gegeven aan de eerder opgelegde last onder dwangsom. Daarom legt het college hem nu een last onder bestuursdwang op. Als hij de verbouwing niet binnen de - in deze tweede - last gestelde termijn ongedaan heeft gemaakt, zal dit in opdracht van de gemeente gebeuren door een sloopbedrijf, op kosten van Antoine. Antoine is om meerdere redenen boos. Ten eerste is hij van mening dat de wet niet toestaat dat eerst een last onder dwangsom en vervolgens een last onder bestuursdwang wordt opgelegd. In de tweede plaats heeft een ambtenaar van de gemeente inmiddels toegezegd dat voorlopig niet handhavend zal worden opgetreden (ondanks dat hij niet heeft voldaan aan de last onder dwangsom), in afwachting van de procedure die in gang is gezet om alsnog de vereiste omgevingsvergunning om te bouwen te verlenen. Antoine heeft daarvoor een aanvraag ingediend. Volgens Antoine is om deze twee redenen de last onder bestuursdwang onrechtmatig. Ten eerste is hij van mening dat de wet niet toestaat dat eerst een last onder dwangsom en vervolgens een last onder bestuursdwang wordt opgelegd. In de tweede plaats heeft een ambtenaar van de gemeente inmiddels toegezegd dat voorlopig niet handhavend zal worden opgetreden (ondanks dat hij niet heeft voldaan aan de last onder dwangsom), in afwachting van de procedure die in gang is gezet om alsnog de vereiste omgevingsvergunning om te bouwen te verlenen. Antoine heeft daarvoor een aanvraag ingediend. Volgens Antoine is om deze twee redenen de last onder bestuursdwang onrechtmatig. Geef gemotiveerd aan welke hoofdstukken van de Awb (en/of afdelingen/titels uit die hoofdstukken) van toepassing zijn op de behandeling van de aanvraag van de omgevingsvergunning. = Je moet dus weten om wat voor soort besluit het gaat. Dit antwoord begint dus bij de kwalificatie van het besluit van de omgevingsvergunning om te bouwen. Gezien het adressaatscriterium betreft het een beschikking. Wat is dan van toepassing in de Awb? Hoofdstuk 2 is van toepassing, want het gaat om verkeer tussen bestuursorganen en burgers. Dit is een ruim toepassingsbereik, H3: algemene bepalingen over ‘besluiten’ (via artikel 3.10 Wabo ook afd. 3.4 Awb), ja, H4: alleen titel 4.1 (beschikkingen, artikel 1:3 lid 2 Awb). Punt van aandacht is dat eerstejaarsdocenten altijd hoofdstuk 1 er ook bij willen hebben. 1 is definitie en is niet van toepassing op. Maar die moet je er wel bij zetten. De Casus Kapsalon ‘Antoine’ (Blz. 61 handleiding). Stel, het college van burgemeester en wethouders beslist afwijzend op de aanvraag van Antoine voor een omgevingsvergunning om te bouwen. Is de volgende stelling juist? De afwijzende beslissing is geen besluit in de zin van artikel 8:1 Awb. Daarom kan Antoine niet in beroep bij de bestuursrechter. = Het antwoord ‘nee’ levert geen rechtsgevolg op. Dus geen besluit, maar het betreft hier een omgevingsvergunning: een beschikking. Een beschikking is met inbegrip van de afwijzing van de aanvraag. Het antwoord ‘nee’ levert dus uitsluitend bij een beschikking toch een besluit op in de zin van de Awb en dat betekent dat deze stelling onjuist is. Art. 1:3. De Casus Kapsalon ‘Antoine’(Blz. 61 handleiding). Stel, (in afwijking van voorgaande vraag) er wordt wel een omgevingsvergunning om te bouwen verleend. Daarmee wordt de aanvankelijk illegale verbouwing gelegaliseerd. Antoine heeft de verbouwing laten uitvoeren zonder de eigenaar en verhuurder van zijn woonhuis, Joep van ’t Hek, daarvan tijdig op de hoogte te stellen. Joep is het dan ook volstrekt niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning om te bouwen. In het beroep bij de bestuursrechter (tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar) voert Joep aan dat in het licht van het specialiteitsbeginsel bij de verlening van de omgevingsvergunning om te bouwen rekening had moeten worden gehouden met het ontbreken van zijn toestemming voor de verbouwing. Hoe zal de bestuursrechter oordelen over deze beroepsgrond? = De vraag gaat over dat in de specialiteit het belang van Joep als eigenaar meegenomen had moeten worden. Dit gaat dus om het specialiteitsbeginsel: alleen de betrokken belangen meenemen en geen anderen. Valt het belang van de eigenaar onder de betrokken belangen die meegenomen moeten worden. ABRS met jetski’s werd een hele strakke lijn aangehouden. Alleen degene die direct betrokken zijn worden meegenomen. In het licht van de specialiteitsbeginsel mag het bestuursorgaan het belang van de eigenaar niet meenemen. Want het gaat om belangen uit de huurovereenkomst, niet om belangen waarop de omgevingsvergunning ziet (vgl. Wabo, Woningwet enz.). Bestuursrechter zal afwijzen, omdat de eigenaar niet rechtstreeks betrokken is bij de verbouwingsvergunning. De Casus Kapsalon ‘Antoine’(Blz. 61 handleiding). Stel (in afwijking van het voorgaande) Antoine en het college van burgemeester en wethouders sluiten een overeenkomst waarin (onder meer) wordt afgesproken dat het college ter legalisering van de illegale verbouwing alsnog de vereiste omgevingsvergunning zal verlenen. Hoe wordt zo’n overeenkomst genoemd en is het geoorloofd om een overeenkomst met deze inhoud te sluiten? = Dit noemen we een bevoegdheden overeenkomst (HR Kruseman en HR Alkemade/Hornkamp). Leg uit waarom het een bevoegdhedenovereenkomst is. Normatieve kader: daar zitten twee arresten achter: Kurseman en Alkemade/Hornkamp. Eisen voor een bevoegdhedenovereenkomst: 1. De wet vormt geen beletsel (Kruseman). 2. Geen misbruik van bevoegdheid (Alkemade/Hornkamp). 3. De overheid is monopolist en mag die macht niet misbruiken (Kurseman). Je hoeft geen antwoord gegeven of het geoorloofd is, omdat je er verder niets zinvols over kunt zeggen. Je hebt geen informatie over wat er nog meer in de overeenkomst staat. De Casus Kapsalon ‘Antoine’(Blz. 61 handleiding). Stel (in afwijking van het voorgaande) Antoine en het college van burgemeester en wethouders sluiten een overeenkomst waarin (onder meer) wordt afgesproken dat het college ter legalisering van de illegale verbouwing alsnog de vereiste omgevingsvergunning zal verlenen. Mag het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheid tot het verlenen van omgevingsvergunningen om te bouwen delegeren aan het ambtelijke hoofd van de dienst Bouw- en Woningtoezicht? = Om te kunnen delegeren heb je een wettelijke basis nodig, omdat delegatie betekent dat bevoegdheid en verantwoordelijkheid overgaan en je met delegatie inbreuk maakt op legaliteitspatroon of zoiets. Daarom heb je wettelijke basis nodig. Is die hier aanwezig? Daar kun je over twijfelen. Het is een ondergeschikte ambtenaar van B en W. Je mag niet delegeren aan een ondergeschikte, omdat je dan de bevoegdheid kwijt bent, maar de hiërarchie blijft.Het ontbreekt hier aan een wettelijke basis en deze delegatie zou een ondergeschikte met zich meebrengen en is niet mogelijk volgens Art. 10:14 Awb. Antoine zit nog met een probleem van geheel andere aard. In zijn tuin, op enkele meters van zijn huis, staat een grote, eeuwen oude eik. De boom baart hem al enige tijd zorgen. Bij stevige wind zijn al een paar maal vrij grote takken afgewaaid. Antoine is bang voor het omvallen van de boom. Hij vraagt daarom een omgevingsvergunning om een boom te vellen aan op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder g van de Wabo jo artikel 5.2.1 van de APV Wouddalen. Genoemde APV-bepaling luidt als volgt: “Het is verboden bomen met een grotere doorsnede dan 30 cm te kappen, tenzij burgemeester en wethouders een vergunning verlenen. Een vergunning kan worden geweigerd indien naar hun oordeel het natuurschoon door het kappen wordt geschaad of het te beschermen stadsbeeld wordt aangetast”.Hoe karakteriseert u deze bevoegdheid (gebonden of discretionair)? = Welke bestuursruimte biedt deze bepaling, biedt hij vrijheid aan het college? Als er vrijheid heerst, noemen we dat discretionaire bevoegdheid. Dus dan ga je zoeken naar de ruimte in deze bevoegdheidsbepaling. Als je de bepaling gaat analyseren, zie je dat de vergunning kan worden geweigerd. Kunnen betekent beleidsvrijheid. Kunnen slaat op het uitvoeren van de bevoegdheid. Is er ook beoordelingsvrijheid? Ja, want de vergunning hangt af van het oordeel van college van B&W. Dus als dat het geval is heeft het college van B en W de mogelijkheid om te weigeren. Er is hier dus zowel beoordelingsvrijheid als beleidsvrijheid.
Ingezonden op 04-01-2018 - 1244x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!