Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grote teksten geschiedenis van de filosofie
› 2 College 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grote teksten geschiedenis van de filosofie
2 College 2
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is het resultaat van de eerste meditatie van Descartes? = Dat je aan alles kan twijfelen. Hij kan zijn zintuigen niet vertrouwen. Cognitief apparaat, dromen waken en wiskunde zijn niet zeker. Hypothese kwade geest. Aan het einde van de 1e meditatie weet hij dus niets meer. Het is een paradoxale twijfel die hij vergelijkt met een draaikolk. Hij geeft methoden aan, want hij geeft aan hoe hij gaat twijfelen: door te categoriseren. Met welk idee schrijft Descartes de tweede meditatie? = Hij wil op zoek naar een eerste waarheid om andere waarheden uit of te kunnen leiden: is dit net zo waar als dat? Waarom wordt de filosofie van Descartes als subjectfilosofie gezien? = Vanwege het ik ben. Zelfs al word ik bedrogen, is het zeker dat ik ben. Voor Descartes is het vanzelfsprekend dat hij als enkelvoudig subject de meditaties uitvoert. Sommigen zeggen dat een ik die denkt niet rechtvaardig is en dat hij zou moeten zeggen dat er wordt getwijfeld. Wat zegt Hobbes (materialist) over Descartes ik ben? = Waarom zeg je niet gewoon ik ben een denkend lichaam? Wanneer bewijst Descartes dat hij een lichaam heeft? = Pas in de 6e meditatie. Het denken behoort tot de ziel. Wat is een tegenwerping van Descartes tweede meditatie? = Hoe weet je dat het lichaam niet tot de essentie van de mens behoort? In welke tijd treffen we de formulering ‘Cogito ergo sum’ aan? = In 1637. Waarom is Cogito ergo sum een syllogisme en wat is het probleem daarmee? = 1. Elk denkend ding bestaat. 2. Ik denk. 3. Dus, ik besta. Hier past hij de wetten van de logica toe, maar die heeft hij in de eerste meditatie in twijfel getrokken. Descartes zegt dat het geen syllogisme, maar een intuïtie is. Wat is een axioma? = Een onbewezen aanname, grondaannames waaruit je andere dingen kunt aannemen. Het eerste wat hij weet waaruit hij meer kan aan gaan nemen. Hoe dacht Descartes vroeger over zichzelf en waarom zegt hij dit? = Dat doet hij om vooroordelen te bekritiseren en daarin zijn andere filosofische theorieën te herkennen. Hoe hij dacht over zichzelf: voeden, ervaren, denken. De drie onderdelen van de Aristotelische ziel. Dit heeft hij op school geleerd. Al die drie functies (bewegen, voeden, ervaren) kunnen mechanisch worden verklaard. Je hebt alleen een ziel nodig om het denken te kunnen verklaren. Dit waren eerst zijn meningen en hij kijkt naar wat hij nu weet nu hij de methodische twijfel heeft toegepast. Wat is het ‘ik’ volgens Descartes? = Een denkend ding. Is de conclusie dat het ‘ik’ een denkend ding is een onschuldige conclusie? = Ding is synoniem voor substantie en dat voegt hij zomaar toe. Het probleem dat hij de substantie van het ik kan bewijzen is een groot probleem. En dat we de wereld via de representaties kennen is een probleem. Hij laat nog niet de essentie zien, maar hij zegt wel wat hij denkt. Hobbes zegt waarom geen wandelend wezen/ding? Volgens Descartes omdat je misschien droomt. Ervaren bestaat ook niet. Misschien droom je. Je weet alleen wat je denkt. Waarom is het een probleem dat je zou bestaan zolang je denkt? = Want zodra je niet denkt, zou je niet bestaan en geen wezen zijn. Zijn er dan momenten dat je niet denkt? Voorbeeld slapen (van Hobbes?). Descartes zegt dat tijdens je slaap losser komt van je lichaam. De ziel denkt altijd. Soms ben je minder bewust van het denken (volgens een andere filosoof). Als je bestaat als denkend ding, moet Descartes dus concluderen dat ja altijd denkt. Descartes gaat terug naar het droomargument. Hoe kan ik volgens hem mijn natuur kennen? = Alles wat ik weet, kan een droom zijn. Droomargument houdt stand. Voorspelling helpt niet om het ik te kennen. Het is mogelijk dat hij fantaseert over wat hij is en dat daar niets van waar is. Ervaren bestaat niet zonder lichaam zei Descartes eerst en nu zegt hij dat dat bij het denkend ding hoort. Wat is het verschil tussen inhoud van de ervaring en de subjectieve ervaring? = Het feit dat ik ervaringen heb kan niemand van me afnemen. Dat wat je ervaart is een ander verhaal. Wat veronderstelt waarnemen volgens Descartes? = Een externe bron, maar voorlopig kijkt hij nog niet naar de inhoud van die ervaring. Voorlopig houdt hij de mogelijkheid open dat hij alleen op de wereld is. Later probeert hij te bedenken of hij de dingen die hij nu doet wel kan als hij alleen op de wereld is. Descartes zegt dat hij het moeilijk vind om het ‘ik’ voor te stellen zonder lichaam. Dan komt hij met het voorbeeld van het stukje was. Wat is dit voor voorbeeld? = Was krijgt een andere vorm als je hem verhit. Hij gaat er op in wat die was die was maakt. Alle eigenschappen die je kan waarnemen zijn verandert maar de was blijft. De stoel is beter waar te nemen. De natuur van het lichaam wordt dus niet door waarneming gekend. {Hij introduceert begrippen die later belangrijk zijn. Helder en welonderscheiden zijn fundamentele begrippen in Descartes filosofie. Opnieuw legt hij uit dat er verschil is tussen ervaren en begrijpen.} Zintuiglijke eigenschappen veranderen, maar iets uitgebreids blijft. Je kunt een stukje was voorstellen dat van vorm verandert, maar met voorstellen, kom je niet ver, want je kunt niet alle mogelijke vormen voorstellen, maar wel begrijpen dat die was die vormen kan hebben. Voorstellingsvermogen brengt me verder dan puur de ervaring, maar het is niet genoeg. Ik kan begrijpen dat iets duizend hoeken heeft, maar ik kan me dat niet voorstellen. Wat laat ons conclusies trekken over dingen die we zien? = Ons voorstellingsvermogen. Waaraan zie je dat Descartes een rationalist is? = Omdat hij zegt dat het het oordelingsvermogen is die de dingen kent en niet de zintuigen. Wat heb ik volgens Descartes nodig om de natuur van lichamen en de essentie te begrijpen? = Het oordelingsvermogen. Hebben dieren inzicht en oordelingsvermogen volgens Descartes? = Nee. Wat neem je volgens Descartes waar met het gemeenschappelijk zintuig? = Primaire kwaliteiten: vorm, beweging. Hoe neem je secundaire kwaliteiten als kleur waar volgens Descartes? = Met maar één zintuig. Welke conclusie trekt Descartes uit dat we dingen kennen via geestelijk inzicht? = De natuur van de geest is beter gekend dan van het lichaam. Als ik het stukje was zie en me afvraag wat ik erover weet, kom ik eerst mezelf tegen. Daarmee ken ik eerst mezelf. Het is daarom niet zo dat de ervaring het meest zeker is. Het is mogelijk dat de was niet bestaat, maar het is niet mogelijk dat ik er zelf niet ben als ik iets denk te zien. Zo kom je iedere keer jezelf tegen en ken je jezelf beter. Bij ieder voorlopig vooroordeel leer je je intellect beter kennen. Iedere keer dat je iets waarneemt, wordt je bewust van dat je bestaat. Het is niet verder, maar wel iedere keer een bevestiging van hemzelf als denkend ding. Hij weet niets meer, hij kan alleen zijn denkende ding bevestigen.
Ingezonden op 08-01-2018 - 1151x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!