Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Algemenefarmacologie
› 3 3.3 eliminatie en metabolisatie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Algemenefarmacologie
3 3.3 eliminatie en metabolisatie
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Via welke secreten worden GM of hun metabolieten uitgescheden?= urine, gal en soms uitgeademde lucht. Hoe worden de drie types van secretie genoemd?=alveolaire, renale en biliaire secretie Wat wordt er bedoeld met biotransformatie?= het omzetten van een GM in het lichaam in andere metabolieten via chemische processen Waarvoor metaboliseerd het lichaam een GM?= vaak om het beter oplosbaar te maken zodat het makkelijker uitgescheden kan worden. Welke producten worden er via de gal en faeces uitgescheden?= producten die niet resorbeerbaar zijn, die blijven in de faeces en producten waarvan hun metabolieten in de gal terecht komen kunnen ook naar de faeces worden uitgescheden Via welke andere wegen behalve gal en urine kan een product nog het lichaam verlaten?= traanvocht, huid, eieren, melk, speeksel, longen Hoeveel % van het hartdebiet gaat er langs de nieren?= 20% van het hart debiet gaat naar de nieren Welke vier processen spelen een rol bij renale klaring?= glomerulaire filtratie, actieve tubulaire secretie, passieve tubulaire resorptie, actieve tubulaire resorptie Hoeveel % van de plasmaflow wordt gefilterd in de nier?= 20% Wat is de glomerulaire filtratie snelheid?= de gefilterde hoeveelheid doorheen de glomerulus per minuut, normaal ligt die op 120 ml per minuut Kan gebonden geneesmiddel door de glomerulus gefiltreerd worden?= nee enkel ongebonden GM kan geklaard worden Hoe kun je de concentratie van een GM bepalen in het primair filtraat?= die zou gelijk moeten zijn aan de vrije concentratie in het plasma Welke 2 processen van de 4 die plaats vinden in de nier bevorderen de excretie van de GM?= de glomerulaire filtratie en de actieve tubulaire secretie. Welke 2 processen van de 4 die plaats vinden in de nier gaan excretie van een GM tegen?= de passieve resorptie en actieve tubulaire resorptie halen het GM weer uit het primair filtraat naar de bloedbaan. In welk deel van het nefron vind actieve tubulaire secretie plaats?= in het proximale deel van de tubulus Voor actieve tubulaire secretie bestaan twee wegen, het anionisch systeem en het kationisch systeem, welke soort moleculen worden getransporteerd via het anionisch systeem?= vnl organische zuren zoals penicilines, cefalosporines, NSAID’s en zure metabolieten zoals glucuronzuurconjugaten Voor actieve tubulaire secretie bestaan twee wegen, het anionisch systeem en het kationisch systeem, welke soort moleculen worden getransporteerd via het kationisch systeem?= vnl organische basen zoals morfine, B-blokkers en H2 antihistaminica Er is nog een transport systeem voor de secretie van digoxine en steroidhormonen welke is dat?= het p-glycoproteine regelt transport van die stoffen Zit er een maximum aan de hoeveelheid die er van GM uitgescheden kan worden per tijdseenheid?= ja de transportsystemen kunnen verzadigd raken bij een grote hoeveelheid vrije concentratie GM in het bloed. Is de plasma eiwit binding een limiterende factor voor actieve secretie?=nee dit is geen limiterende factor Hoe kan de secretie van GM nog belemmerd worden behalve door verzadiging van de transporters?= als er competitie is tussen GM kan de ene minder goed uitgescheden worden door verdringing Geef een voorbeeld van twee GM die in competitie gaan en waarbij de uitscheiding van eentje wordt belemmerd?= soms is dat gunstig bijvoorbeeld bij peniciline en probenecid, je wilt namelijk dat peniciline langer aanwezig blijft om zijn werk te doen. Welke twee eigenschappen van een GM zijn belangrijk bij passieve tubulaire resorptie?= de pH van het GM en zijn vetoplosbaarheid Wat drijft de passieve resorptie van GM in het distale deel van de tubulus?= de concentratie gradient, doordat er veel filtraat terug wordt geresorbeerd, gaat de concentratie van farmaca naar distaal toenemen, hierdoor kan distaal een farmacon terug genomen worden in de algemene circulatie. Gebeurt er veel actieve terug resorptie van GM in de proximale tubulus?= nee dit is verwaarloosbaar klein, dit proces wordt meer gebruikt voor lichaamseigen stoffen zoals electrolieten, glucose en aminozuren. Welk ander proces behalve actieve tubulaire secretie is ook verzadigbaar bij GM resorptie?= de endocytose Geef een voorbeeld van GM die via endocytose opgenomen worden?= Aminoglycosiden. Deze worden intracellulair in de tubulus gestapeld, dit kan necrose geven Welke drie factoren bepalen de snelheid van renale secretie?= De snelheid van glomerulaire filtratie, de snelheid van tubulaire secretie en de mate van passieve resorptie In welke richting vind actieve tubulaire secretie plaats van urine naar bloed of van bloed naar urine?= van de bloedbaan naar het primaire filtraat. Hoe kun je zien of de patient een normale nierfunctie heeft?= dan kijk je naar de creatinine clearance, als die 120ml/min is dan is de nierfunctie normaal Wat zegt een te hoge creatinine waarde in het bloed jou?= dat de glomerulaire filtratie niet goed verloopt, er wordt te weinig creatinine geklaard. Hoe kan eiwitbinding de klaring van GM beinvloeden?= het glomerulair filter systeem kan maar moleculen doorlaten tot 60.000 dalton wanneer GM aan eiwitten gebonden zijn dan zijn ze dus te zwaar om geklaard te kunnen worden. Hoe beïnvloed vetoplosbaarheid de renale klaring?= als een Gm hoog vetoplosbaar is dan kan het bij bepaalde pH sterk geïoniseerd zijn, dan kan renale klaring lastig worden, toch is het wel mogelijk dat het volledig terug diffundeert. Wat is de invloed van dieet op de pH van een dier?= de pH range van een carnivoor is eerder zuur en die van een herbivoor eerder alkalisch. Waar is de pH van de urine van afhankelijk?= van het type dieet, van de genomen GM en van de algehele toestand van de patient. Welke invloed heeft de urine pH op de renale excretie van GM?= de ionisatie graad van GM is afhankelijk van de pH van het milieu waarin ze zich bevinden, als de pH zo is in de urine dat een GM geïoniseerd wordt dan kan dat de graad van tubulaire resorptie beinvloeden. Welk effect heeft het aanzuren van de urine op zure farmaca?= door aanzuren van de urine worden zure GM makkelijker terug geresorbeerd naar de bloedbaan. Welk effect heeft het aanzuren van de urine op basische GM?= door aanzuren van de urine worden basische GM slechter terug geresorbeerd, er is iontrapping in de urine Welk effect heeft het alkaliseren van de urine op zure GM?= door alkaliseren worden zure GM slechter naar de bloedbaan geresorbeerd. Welk effect heet het alkaliseren van de urine op basische GM?= zo worden basische GM makkelijker terug naar de bloedbaan geresorbeerd. Hoe kun je het veranderen van de pH van urine gebruiken als je te maken hebt met een intoxicatie?= je kunt dan ervoor zorgen dat de middelen die voor de intox zorgen in de urine getrapped raken en zo versneld uitgescheden worden. Wat gebeurt er met de excretie van GM als er een hogere urine productie is?= De excretie van GM gaat omhoog, doordat er meer urine productie is is de concentratie gradient gedaald, hierdoor wordt er minder GM terug geresorbeerd. Noem drie manieren om GM verhoogd uit te laten scheiden in de urine?= pH van de urine aanpassen zodat het beoogde GM getrapped raakt, verhoogde water inname om de urine productie op te drijven. Inname van diuretica om de urine productie op te drijven Stel dat je juist de excretie van GM wilt remmen thv de actieve tubulaire secretie site, hoe kun je dit doen?= je kunt competitie moleculen toevoegen zodat de carriers bezet raken. Er kan dan minder GM per tijdseenheid overgebracht worden naar de urine Geef een voorbeeld van een competitie molecule en zijn slachtoffer thv actieve tubulaire secretie?=Quinidine gaat in competitie met digoxine (slachtoffer) Daardoor blijft er meer digoxine achter in het bloed (gevaar!) Als het hartdebiet 6 liter per minuut is wat is dan de GFR?=6 liter bloed waarvan 20% door de nier is 1,2 liter bloed is 600 ml plasma, daarvan wordt 20% gefilterd is 120 ml/min Geef een definitie van renale klaring?=totaal plasma volume dat per tijdseenheid wordt geklaard van een GM door de nier. Wat is creatinine?= een afbraak product van creatine-fosfaat uit de spieren Waarom kunnen we renale klaring bepalen met de standaard creatinine?= omdat creatinine enkel wordt gefiltreerd en niet gereabsorbeert dit geeft dus een betrouwbare meting. Geef de formule voor renale klaring van een GM?= CLrenaal is vrije fractie van GM (fu) maal de GFR (120ml/min normaal) Waarvoor staat PAH?= p-aminohippuurzuur, dit wordt gebruikt als maat voor het plasma debiet van de nier, een normale PAH is 600ml/min Wat kan een lagere creatinine klaring geven?= door tubulaire resorptie, door eiwit binding in het plasma Hoe kan de creatinine klaring verhogen?= door tubulaire secretie Voor welke diersoorten is de excretie via speeksel ook een belangrijk factor?= voor herkauwers, zij produceren een grote hoeveelheid speeksel en dat heeft een hoge pH door het bicarbonaat dat er in aanwezig is, dit kan leiden tot iontrapping Wat is de pH van herkauwer speeksel?= 8-8,4 Wat is het gevaar van zure farmaca oraal aan herkauwers te verstrekken?= dat het in het speeksel getrapped blijft, terwijl het eigenlijk naar de bloedbaan moet resorberen Welke zure GM blijven in het speeksel een sterk zuur of een zwak zuur?= een sterk zuur, daar treed veel ionisatie op, een zwak zuur veel minder. Welke basische GM blijven in het speeksel een sterke of een zwakke base?= vnl de zwakke blijven in het speeksel, de sterkere gaan naar de bloedbaan. Wat is een algemeen besluit mbt uitscheiding van GM via de melk en hun pka?= Hoe zuurder het GM hoe minder uitscheiding in de melk (lage pka is sterker zuur), hoe sterker de base hoe meer excretie via de melk Wat is de invloed van mastitis op de pH van de melk?= maakt melk alkalisch, normaal is melk zuur pH 6,5-6,8 Wat is een normaal galdebiet?= 0.5-0.8 ml/min Wat is de pH van gal?=7.4 Worden GM uitgescheden via de gal in een passief of actief proces?= via een actief proces, er is dus kans op competitie en verzadiging van de carriers. Noem de 4 carriers die het galsysteem heeft voor transport van moleculen?= een carrier voor anionen, een carrier voor kationen, een carrier voor ongeladen moleculen en een carrier voor galzuren Wat zijn de 2 excretie bevorderende factoren voor excretie via de gal?= als het GM een polaire groep heeft, als het GM een hoog moleculair gewicht heeft (drempel is ›500 dalton) Waar komen GM terecht die via gal worden uitgescheden?= in de faeces GM die in de gal terecht komen en erna in de darm gaan onherroepelijk naar buiten?= fout, in de darm lopen ze kans terug opgenomen te worden via de enterohepatische cyclus. Wanneer zie je vnl excretie via de gal, welk proces moeten GM dan ondergaan zijn?= vnl als er glucuronidatie is opgetreden Welk enzym verzorgt glucuronidatie in de lever?= het uridine-difosfaat-glucuronyl-transferase Een GM dat glucuronidatie heeft ondergaan kan toch weer terug opgenomen worden in de darm, hoe?= doordat in de darm B-glucuronidase enzymen zijn (van de microflora) en die kunnen het GM weer hydrolyseren en beschikbaar maken voor terug opname Wat bepaald de eliminatie snelheid van GM in de lever?= de aanvoerende snelheid naar de lever toe en de afvoersnelheid Wat is de hepatische klaring?= eliminatie snelheid/plasma concentratie GM (van bloed dat naar lever toe komt via v. portae) Geef de formule voor de hepatische extractie ratio (E)?= E is fu * CLintr / Q*fu *clintr Wat betekend perfusie begrensde eliminatie?= Dit zie je als de extractie ratio van de lever hoog is en deze niet belemmerd wordt door bv enzym activiteit of verdringing. Het enige wat de extractie ratio bepaald is de bloeddoorvoer naar de lever toe Wanneer spreek je van een GM met een hoge extractie ratio?= Als de E hoger dan 0.7 ligt. In dat geval is klaring (CL) gelijk aan bloeddebiet (Q) dit is niet restrictieve eliminatie en ook eiwit gebonden GM word geklaard. Wanneer spreek je van een lage extractie ratio?= als de E lager dan 0,3 ligt. In dat geval is de klaring (CL) gelijk aan fu*clintr. Dit is restrictieve eliminatie en eiwit gebonden GM worden niet geklaard Noem drie GM met een hoge extractie ratio?= lidocaine (lokaal anestheticum), propranolol (niet selectieve B-blokker voor hoge bloeddruk), nitroglycerine (voor stabiele angina pectoris verlaagt hartslag en bloeddruk, vasodilatator). Deze middelen hebben belangrijk First pass effect! Welk GM heeft een hoge eliminatie in de nier?= peniciline in de nier wordt geklaard met ›0.7 E Geef 2 voorbeelden van GM met en lage E ‹0.3 in lever, en nier?= in de lever: Fenytoine (anti epilepticum) en Warfarine (bloedverdunner). In de nier: Gentamicine (AB) en digoxine (hartglycoside) Wat is de biologische beschikbaarheid F?= een maat voor de hoeveelheid GM die onveranderd in het bloed terecht komt. Geef de formule voor de biologische beschikbaarheid?= F is 1-E van de lever Hoe is de biologische beschikbaarheid van een GM met een hoge E?= als de extractie ratio hoog is dan wordt er dus veel van de molecule gemetaboliseerd, daardoor is de F dus laag van dat soort moleculen. Als Q verhoogd wat gebeurt er dan met F?= als het bloeddebiet verhoogd is er eerder verzadiging van de enzymen in de lever, daardoor kan er veel doorheen wat niet direct gemetaboliseerd wordt. Zo verhoogd dus F bij een verhoogde Q Veranderd F als Q veranderd bij beide soorten van eliminatie (restrictief en niet restrictief)?= Q heeft enkel een invloed op F bij niet restrictieve eliminatie, bij restrictieve eliminatie is de extractie ratio al laag en die wordt niet lager door een verandering in Q dus F blijft ook gelijk. Wat is het doel van het lichaam om GM te metaboliseren?= om zo de vetoplosbaarheid te verminderen zodat het niet zo makkelijk over membranen gaat en om zo de stof meer polair te maken, dit vergroot de renale excretie Wanneer is het omvormen van GM naar metabolieten juist gunstig en wanneer niet?= gunstig als het om prodrugs gaat. Ongunstig als het gaat om metabolieten die juist giftig zijn Wat zijn xenobiotica?= lichaamsvreemde stoffen In welk celorganel vind je de meeste metaboliserende enzymen terug?= in het endoplasmatisch reticulum. Klein deel in cytoplasma en de mitochondrien. Hoe noemen de metaboliserende enzymen ook wel?= microsomale enzymen Welke kenmerken heeft het MDK die helpen bij de metabolisatie van GM?= zuren, spijsverteringsenzymen en microbiota Rangschik de metaboliserende activiteit van de verschillende organen op aflopende volgorde: placenta, darm, lever, nier, hersenen en huid?= Lever››nier›darmwand›placenta››huid››hersenen Geef twee voorbeelden van GM die als prodrugs worden toegediend?= L-dopa, wordt in hersenen tot dopamine omgezet. Als prodrug geven omdat het anders niet over de BBB kan, zo wel want BBB herkent het als een aminozuur en laat het door. Vb2: fortekor, ace inhibitor, vasodilatator, wordt voor hartfalen bij de hond gegeven en voor nierfalen bij de kat, splitst in het lichaam tot de actieve metaboliet Voor het vormen van metabolieten zijn 2 types reactie, een fase 1 en een fase 2 reactie. Wat is een fase 1 reactie?= een reactie met als doel nieuwe groepen op het GM te zetten en het zo te veranderen. Noem de drie reacties die onder fase 1 reactie vallen?= oxidatie, hydrolyse en reductie Voor het vormen van metabolieten zijn 2 types reactie, een fase 1 en een fase 2 reactie. Wat is een fase 2 reactie?= dit is een conjugatie reactie, er vind binding plaats tussen de moedermolecule of fase 1 metabolieten en kleine endogene moleculen. Wat is meestal het gevolg van een fase 2 reactie een activatie of een inactivatie van het GM?= meestal is een inactivatie het gevolg, heel soms een activatie Wat is het belangrijkste enzym dat zorgt voor oxidatie reacties in de lever?=Cytochroom P450 (cyp450) deze ligt in het glad ER. Synoniemen zijn: mono-oxigenaze en MFO, mixed function oxidase. Er is overlap in de specificiteit van de verschillende iso vormen van cyp450, wat betekend dat voor afbraak van GM?= dat 1 GM door verschillende Cyp450 isovormen afgebroken kan worden Wat is typisch aan een oxidatie reactie, wat gebeurt er?= er wordt een O ingebracht in de molecule Hoe verloopt een oxidatie reactie met Cyp 450?= 1) substraat bind aan de geoxideerde vorm van cyp450 2) NADPH doneert een electron aan complex. 3) complex reduceert en bind met het o2 en een 2e electron van NADH. 4)er wordt reactief en onstabiel 02 gevormd. 5) o2 valt uit elkaar en 1 van de o bindt op het substraat en 1 van de o vormt h20 Noem 2 voorbeelden van een oxidatie reactie?= oxidatieve deaminatie, aromatische oxidatie Wat is het belang van het isoenzym CYP3a4?= het aandeel van dit isoenzym in de lever is groot 30% en dit isoenzym heeft veel GM als substraat Wat is er bijzonder aan het paard en CYP3a4?= paard brengt dit iso enzym van CYP450 niet tot expressie en kan daardoor dus vele GM niet goed afbreken zoals ciclosporine Welke substraten worden niet geoxideerd via microsomale enzymen?= alcohol, gaat in cytosol door alcoholdehydrogenase worden omgezet . NOR en ADR word in de mitochondrien omgezet door mono amino oxidase Juist of fout, niet microsomale oxidaties hebben een hoge substraat specificiteit?= juist Mensen die MAO (mono amino oxidase) inhibitoren nemen kunnen vervelende bijwerkingen ervaren als ze dit met voedsel innemen, waarom?= een substraat voor het catecholamine metabolisme is tyramine, dit vind je in veel voedsel, normaal wordt via mao dit tyramine uit voedsel gemetaboliseerd zodat er niet teveel geabsorbeerd wordt. Als je mao inhibeert dan kan er wel veel tyramine door en dit kan tot NOR en ADR omgezet worden. Dat levert hoofdpijn, hartkloppingen en hypertensie op Hoe werkt het afkicken van alcohol?= normaal zet alcoholdehydrogenase alcohol om tot een aldehyde vorm. Die aldehyde wordt omgezet tot azijnzuur door aldehydedehydrogenase. Azijnzuur is uitplasbaar en onschadelijk. Als je het aldehyde dehydrogenase blokkeert blijft de aldehyde vorm aanwezig en die zorgt voor misselijkheid en erge hoofdpijn. Zo kick je er hopelijk van af Wat gebeurt er met een reductie reactie?= er wordt een o atoom onttrokken aan de molecule Waar vind je reductase enzymen?= in microsomen, in cytosol en ook mircoflora van de darm hebben reductase enzymen Welke twee types moleculen kun je hydrolyseren?= esters en amiden Als je een ester hydrolyseert welke twee producten houdt je dan over?= een alcohol en een zuur Als je een amide hydrolyseert welke twee producten houdt je dan over?= een amine en een zuur Welk type GM worden gehydrolyseert?= vnl lokale anesthetica Wat zijn fase 3 reactie typen?= reacties waarbij effluxpompen centraal staan. Welk dier kan er zeer gebrekkig glucuronideren?= de kat Welk dier kan er zeer gebrekkig sulfateren?= het varken want heeft weinig sulfaat reserve Waar vind glucuronidatie plaats?= in de microsomen van vnl de lever en een klein beetje in nier darm en longen Welke substraten komen allemaal voor glucuronidatie in aanmerking?= bilirubine, steroidhormonen, NOR en ADR, moleculen met een OH groep, COOH groep, NH2 groep of een SH groep Welk enzym is verantwoordelijk voor de glucuronidatie?= UDP-glucuronyl transferase Welke molecule fungeert als donor voor het glucuronidatie proces?= UPD-glucuronzuur Hoe kun je een gevormd conjugaat weer afbreken?= met B- glucuronidase Wat zijn gevolgen voor een molecule die glucuronidatie ondergaat?= er is daling van de pH van het molecuul, meestal is daardoor ionisatie graad hoger en volgt er iontrapping Hoe werkt sulfaat conjugatie?= er wordt een sulfaat groep aan het complex toe gevoegd Welke molecule fungeert als donor bij sulfaat conjugatie?= PAPS, 3 fosfo-adenosine 5 fosfo sulfaat Welke enzymen zorgen voor sulfatatie?= sulfotransferasen of sulfokinase Welke substraten kan je sulfateren?= moleculen met een OH groep of een NH2 groep Waar vind sulfatatie plaats?= lever en veel andere organen zoals darm, long en nier Kan sulfaat conjugatie onbeperkt doorgaan? = nee als het PAPS op is dan kan dat niet meer want PAPS moet sulfaat doneren Welk dier doet vnl aan sulfaat conjugatie?= de kip kan heel goed sulfateren In de mycologie worden fase 2 metabolieten ook vaak gebruikt, waarvoor?= Als merker voor het opsporen van gifstoffen, dat gaat makkelijker als het gifstof zelf of de verantwoordelijke schimmel Noem de 6 types conjugatie?= 1) glucuronidatie, 2)sulfatatie, 3)aminozuur conjugatie, 4) acetylatie, 5)methylering, 6)gluthation conjugatie Welke moleculen kunnen donor zijn in de aminozuur conjugatie?= Glycine, taurine, glutamine en vogels kunnen ook ornithine gebruiken Welk enzym verzorgt de aminozuur conjugatie?= coenzym A en ATP is nodig Welke moleculen kunnen als substraat dienen voor aminozuur conjugatie?= moleculen met een COOH groep Waar vind aminozuur conjugatie plaats?= in mitochondrien van de lever en de nier Wat gebeurt er tijdens een acetylatie?= dan wordt er een azijnzuur groep opgeplaatst Geef voor acetylatie de donor, het enzym, het substraat en de locatie?= donor is acetyl Coa, enzym is N-acetyl transferase, substraat zijn vnl moleculen met een NH2 groep, locatie is in cytosol van lever, darm nier en long De hond kan niet acetyleren, juist of fout?= Fout! De hond kan wel acetyleren alleen breekt hij de molecule weer net zo snel af waardoor het lijkt alsof hij niet acetyleert. Zie je bij GM veel methylatie optreden?= nee, dit zie je eerder bij endogene stoffen Wat is een nadeel van methylatie?= meestal is het molecuul na methylatie minder wateroplosbaar en je wilt dat juist niet want dan is het lastiger uit te scheiden Waar vind methylatie plaats in het lichaam?= in het cytosol van de lever, nier en longen en ook in het ER Waarvoor gebruikt het lichaam de gluthation conjugatie?= vnl om gifstoffen te elimineren Beschrijf de metabolisatie van paracetamol?= paracetamol kan gemetaboliseerd worden via fase 1 en fase 2 reacties, Fase 2 reacties zijn sulfatatie en glucuronidatie, beide vinden plaats maar er is meer glucuronidatie want er is maar weinig PAPS reserve, in de fase 1 reactie wordt paracetamol omgezet tot NAPQi dit is een giftige metaboliet omdat het graag aan de lever eiwitten bind. NAPQi kan omgezet worden door gluthation tot mercaptuurzuur wat niet giftig is. Waaruit bestaat gluthation?= uit cysteine, glycine en glutamine Waarom is paracetamol giftig voor de kat?= omdat een kat niet kan glucuronideren, daardoor is hij afhankelijk van de sulfatatie die maar weinig doorgaat doordat er niet genoeg PAPS is. Ook fase 1 reactie gaat door met vorming van NAPQi, als dit in overmaat wordt gevormd dan leidt het tot gezichtsoedeem en icterus want de levereiwitten worden gebonden waaronder albumine. Wat moet je doen bij een kat met paracetamol vergiftiging?= je kan cysteine donors verstrekken zodat ze glutathion aan kunnen maken om het NAPQi af te breken. En je kan ook PAPS donors geven zodat sulfatatie beter door kan gaan. Kan een hond wel tegen paracetamol?= beter als de kat maar ook voor de hond kunnen hoge dosissen toxisch zijn Welke dieren kunnen sneller metaboliseren, kleine of grote dieren?= kleinere dieren metaboliseren sneller Waaraan zijn de kwantitatieve verschillen te wijten mbt metabolisatie snelheid?= er zijn verschillen in de hoeveelheid aanwezige enzymen, en de aard van de gevormde metabolieten kan anders zijn Waaraan zijn de kwalitatieve verschillen te wijten mbt metabolisatie snelheid?= ene diersoort heeft wel een bepaald enzym en de andere niet, ene diersoort kan wel een bepaald proces doen en de andere niet bv kat en varken met glucuronidatie en sulfatatie. Wat zijn individuele factoren die een rol kunnen spelen in metabolisatie snelheid?=leeftijd, geslacht, genetica, ziekte, interacties met voedsel of andere GM Hoe speelt de leeftijd een rol in de metabolisatie snelheid?= bij vorderende leeftijd (neonatus die groeit) rijpt de lever verder uit daardoor ook meer werkzame enzymen beschikbaar. Bv een neonaat kan icterus vertonen omdat het bilirubine glucuronide in de lever nog niet is uitgerijpt. Welk ander probleem naast neonatale icterus kan een baby ervaren door een niet volledig uitgerijpte lever?= het gray syndroom, een AB chlooramfenicol is gevaarlijk voor neonaten omdat zij dit niet kunnen glucuronideren. Er is kans op beenmerg suppressie en de mucosa verkleuren grijs/blauw Geslacht speelt ook een rol in de metabolisatie, geef twee voorbeelden van een verschil in metabolisatie door geslacht?= de mannelijke rat heeft een hogere enzym activiteit dan de vrouwelijke (andere diersoorten dit verschil minder uitgesproken) en de man kan alcohol beter afbreken doordat die een hogere activiteit van alcoholdehydrogenase heeft dan de vrouw. Farmacogenetica onderzoekt genetische factoren die een rol spelen bij verschil in metabolisatie bv. Hoe kunnen zij betrouwbaar een verschil aanduiden zonder alle andere genen ook als ruis te hebben?= door te werken met tweelingen. Die zouden genetisch hetzelfde moeten zijn Welke genetische factor kan er aan de basis liggen van een verschil of probleem in de metabolisatie?= er zijn enzymen die monogenisch of multigenisch worden aangemaakt, dat betekend of er codeert 1 gen voor de aanmaak van het enzym of er coderen meerdere voor de aanmaak van het enzym, als er maar 1 gen codeert en dat valt uit dan wordt het enzym al niet meer aangemaakt en is er een probleem in de metabolisatie, als er meerdere genen coderen voor t enzym dan vangen die uitval van eentje wel op. Wat betekenen PM en EM mbt polymorfisme?= een PM is een poor metaboliser, een EM is een extensive metaboliser. Polymorfisme betekend dat er meerdere varianten van een iso enzyme kunnen zijn. De variant van dat isoenzym kan heel goed of juist heel slecht metaboliseren. Een PM heeft dus varianten van de enzymes die door bv mutatie niet heel goed hun werk meer doen Wat is fenotyperen van een individu mbt metabolisatie?= je gaat bepalen wat de afbraaksnelheid is van een bepaald substraat voor een bepaald enzym, zo kun je zien of die persoon goed of slecht dat substraat kan afbreken. Je meet de verhouding onveranderd GM tov de metabolieten die het normaal moet vormen in de urine Wat is genotyperen van een individu mbt metabolisatie?= je gaat op zoek naar bepaalde genen die instaan voor de codering van een bepaald iso enzym. Je kan een bloedstaal nemen en pcr uitvoeren voor onderzoek. Wat is het gevaar van een PM te zijn?= je T1/2 wordt hoger voor GM daarmee ook de concentratie in plasma, dit kan voor bepaalde GM toxisch zijn Wat zijn de farmacokinetische gevolgen van een PM te zijn?= er is een verminderd First pass effect hierdoor verhoogd F en ook het farmacologisch effect. Er is een verlaagde eliminatie van GM daardoor kans op accumulatie en verhogen farmacologisch effect. Als het om prodrugs gaat is er vermindering van productie van actieve metabolieten en dus een verlaging van farmacologisch effect. Wanneer zijn de mogelijke effecten van een PM van belang, aan welke voorwaarden moet er voldaan worden?= het GM moet een nauw therapeutisch venster hebben. Het isoenzym waar je PM voor bent moet een kritische rol spelen in de metabolisatie van het GM Welke ziektes kunnen het metabolisme (ook in algemene zin) beinvloeden?= lever aandoeningen (enzym aanmaak wordt beïnvloed), nier insufficiëntie (eliminatie wordt beïnvloed), hart aandoeningen (bloeddebiet wordt beïnvloed), schildklier aandoeningen (algemeen metabolisme stijgt of daalt) Stel je hebt een patient met een aangetaste lever, wat geef je dan het beste een GM dat via fase 1 of via fase 2 wordt afgebroken?= een GM dat via fase 2 wordt afgebroken want fase 2 veranderd weinig aan maar fase 1 reacties worden verlaagd bij een lever aandoening. Wat zijn farmacokinetische interacties?= daarbij wordt de concentratie van een GM veranderd door een ander GM of door bv voedsel Binnen welke ADME processen kunnen er allemaal farmacokinetische interacties plaats vinden?= binnen allemaal maar meeste effect is bij afbraaksnelheid, vertragen van de afbraaksnelheid geeft een versterking van het farmacologisch effect, en versnellen van de afbraak geeft een verlaagd farmacologisch effect Wat heeft versnellen of vertragen van de metabolisatie voor een effect op prodrugs?= als een prodrugs versneld wordt gemetaboliseerd dan komt er meer per tijds eenheid vrij en is het effect dus hoger, als het langzamer wordt gemetaboliseerd dan is het effect lager Wat is een inductor?= een inductor verhoogd de synthese van bv enzymen of het metabolisme waardoor andere stoffen en nadeel ervan ondervinden doordat die sneller worden afgebroken Geef een voorbeeld van een inductor en een slachtoffer GM?= bv fenobarbital (inductor) en warfarine (slachtoffer), feobarbital induceerd warfarine wat leidt tot verlaagde spiegels van warfarine , dit leidt tot klontervorming. Wanneer dus fenobarbital en warfarine samen worden toegediend moet dosis warfarine verhoogd worden. Wat is enzym inductie?= verhoogde activiteit van een enzym of verhoogde synthese Wat is autoinductie?= als een geneesmiddel zijn eigen metabolisme induceert Geef een voorbeeld van een GM dan aan auto inductie doet ?= fenobarbital Wat is hetero inductie?= als een GM het metabolisme van een andere GM induceert Noem 2 GM die cyp450 enzymen induceerd?= barbituraten (zijn gaba agonisten en dempen het czs) en omeprazole (maagzuur remmer, antacida) Noem drie voorbeelden van GM die vaak slachtoffer zijn van inductors?= Fenobarbital (autoinductie is dus zelf ook slachtoffer), orale anticonceptie, warfarine Wat zijn de gevolgen van inductie voor een GM?= er is snellere eliminatie van het geïnduceerde GM, er is een verminderd effect doordat het sneller wordt geëlimineerd, er is kans op toxiciteit voor prodrugs. Naast inductie kan er ook inhibitie optreden wat betekend dat?= er is remming van de metabolisatie van een slachtoffer GM dat kan bv door competitie aan de bindingsplaatsen van carriers of transformerende enzymen Wat is het gevaar van inhibitie?= er kunnen hoge plasmaspiegels ontstaan als het GM niet snel genoeg word gemetaboliseerd. Bij prodrugs leidt inhibitie tot verlaagde plasma spiegels Noem 2 belangrijke inhibitor GM (zij inhiberen andere GM)?= ketoconazole (schimmel werend) en Quinidine (antiaritmicum voor paard) Welk enzym wordt er door ketoconazole geinhibeerd?= het cyp3a4, heeft dus invloed op metabolisatie van veel andere GM Noem 2 inductors voor membraan gebonden transport eiwitten zoals P-glycoproteinen?= rifampicine, en sint jans kruid Wat is een inhibitor van P-glycoproteine?= ketoconazole
Ingezonden op 23-01-2018 - 1678x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!