Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
VAC
› 1 Anhang 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
VAC
1 Anhang 2
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
am Leben sein = in leven zijn am Mittwoch = op woensdag am 3. Oktober = op 3 oktober an seiner Stelle = op zijn plaats an erster Stelle = op de eerste plaats Kritik üben an (+4) = kritiek uitoefenen op auf Deutsch sagen = in het Duits zeggen auf jeden Fall = in elk geval auf dieser Seite = aan deze kant auf einen Blick = in een oogopslag auf Ihr Schreiben vom 12. Mai = in antwoord op, naar aanleiding van uw brief van 12 mei auf der Hand liegen = voor de hand liggen auf 90 Prozent sinken, zunehmen = tot 90 procent dalen, toenemen Wert legen auf = waarde hechten aan, prijs stellen op jemandem auf den Zahn fühlen = iemand aan de tand voelen aus eigener Initiative = op eigen initiatief auf diesem, aus irgendeinem Grund = om deze, om een of andere reden aus Mangel an (+3) = per vergissing, per ongeluk aus Verstehen = per vergissing, per ongeluk ein Stuhl aus Holz = een stoel van hout aus der Not eine Tugend machen = van de nood een deugd maken jemandem beim Wort nehmen bei weitem = iemand aan zijn woord houden bei weitem = verreweg durch Zufall = bij toeval Er kann nichts dafür. = Hij kan er niets aan doen. allergisch, überempfindlich gegen etwas = allergisch, overgevoelig voor iets im Begriff sein, etwas zu tun = op het punt staan iets te doen im Voraus = bij voorbaat im Alter von acht Jahren = op achtjarige leeftijd in hohem Alter = op hoge leeftijd in vier Tagen = over vier dagen in diesem Augenblick = op dit ogenblik im Moment = op het ogenblik in Kürze = binnenkort in Bezug auf = met betrekking tot in dieser Abteilung = op deze afdeling im Vordergrund, Hintergrund (stehen) = op de voorgrond, achtergrond sich in (+4) ... verlieben = verliefd worden op in Kraft treten = van kracht worden in Urlaub, die Ferien fahren = op vakantie gaan Schröders Besuch in Moskau = Schröders bezoek aan Moskou mit knapper Not = ternauwernood zufrieden sein mit = tevreden zijn over mit acht Jahren = op achtjarige leeftijd mit einem Mal = in een keer versehen mit = voorzien van mit der Bahn = per spoor mit der Post (durch die Post) = per post wenn es nach mir geht = als ik mijn zin krijg Viertel nach drei = kwart over drie über Nacht = plotseling um 2,1 Prozent steigen, sinken = met 2,1 procent stijgen, dalen um die Mitte des 20. Jahrhunderts = rond het midden van de 20e eeuw Es ist schade um das Geld. = Het is jammer van het geld. unter der Voraussetzung, dass... = op voorwaarde dat... nicht von ungefähr = niet bij toeval die Ausnahme von der Regel = de uitzondering op de regel vor Freude weinen = huilen van vreugde vor Wut zittern = trillen van woede vor Hunger sterben = sterven van de honger vor sechzig Jahren = zestig jaar geleden vor dem Hintergrund dieser Ereignisse = tegen de achtergrond van deze gebeurtenissen zu Anfang = in het begin zu Wort kommen = aan het woord komen Das ist zum Verzweifeln! = Dat is om wanhopig van te worden! zu Ostern, zu Weihnachten = met Pasen, met Kerstmis zu unserem Bedauern = tot onze spijt zu diesem Preis = tegen, voor deze prijs zum Beispiel = bijvoorbeeld zu welchem Zweck = met welk doel Dazu hatte er keine Lust. = Daar had hij geen zin in. im Vergleich zu = in vergelijking met zu zweit, dritt, viert = met zijn tweeën, drieën, vieren Wie viel(e) Personen seid ihr? = Met hoeveel zijn jullie? Wir sind vier, zu viert. = We zijn met zijn vieren. zum ersten, zweiten, letzten Mal = voor de eerste, tweede, laatste keer zum größten Teil = voor het grootste gedeelte zur Hälfte = voor de helft zu Händen = ter attentie van Sorte zu Sorte = soort bij soort Sie schenkte es ihm zum Geburtstag. = Ze gaf het hem voor zijn verjaardag.
Ingezonden op 27-01-2018 - 784x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!