Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grondslagen in de psychologie
› 6 boek psychopathologie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grondslagen in de psychologie
6 boek psychopathologie
Jaar 4 (vmbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat staat centraal in de psychologie=leertheorien. Wat is de translationele benadering=wisselwerking tussen onderzoek en praktijk. Wat onderzocht thorndike=hij deed een kat in een krat, en die kon door aan een touw te trekken bij het eten naast de krat komen. Wat is acquisitie=de kat had het nieuwe gedrag verworven. De hond ook. Wat is de wet van het effect=gedrag dat tot een aangename uitkomst leidt neemt toe in frequentie en vice versa. Wat onderzocht pavlov=hij liet een zoemer horen en legde dan eten op de tong van de hond, waardoor deze ging kwijlen. Wat is instrumentele conditionering=de kat van thorndike moest er iets voor doen. Wat is klassieke conditionering=de hond van pavlov kreeg het eten gewoon. Wat is operante conditionering=de nieuwe versie van instrumentele conditionering. Voegde skinner toe aan thorndike, het aantal pogingen op pedaal drukken werd met polygraaf gemeten, als natuurlijk verloop, niet dat de onderzoeker bepaald wanneer er een poging is. en hij gebruikte een rat in een doolhof. Sro=als kat in kooi, aan touw trekt, krijgt het voedsel Oporvpvr=het voedsel, lokt speeksel uit, de zoemer, lokt ook speeksel uit Wat wordt in de psychologie bedoeld met leren=het leren controleren van gebeurtenissen, bv door aan touw te trekken krijg je eten en 2.het leren anticiperen op gebeurtenissen(die aangedragen worden) bijv pavlov. Wat is de definitie van leren=gedragsverandering door regelmaat in de omgeving(herhaalde stimulus of meer stimuli tegelijk, of gedrag van anderen) Associatievorming=ene mentale representatie van een stimulus of respons met de andere verbonden. Sr leren=klassiek Ss leren=klassiek, wrs is deze waar. Want de orespons en vrespons zijn niet altijd helemaal gelijk. De vrepsons ontstaat omdat je verwacht dat er een ostimulus komt. Propositionele theorie=de mindere theorie dan associatietheorie. Toch wordt er steeds meer onderzoek naar gedaan, oorzaak van leren zou zijn hypothesevorming in het geheugen die ook de richting van de verwachting aangeeft Onto-genische adaptatie=niet genetische aanpassing. tijdens het leven leren aanpassen aan omgeving. Paradox=psychopathologie is niet aangepast en is er toch. Fylo-genetische adaptatie=genetische aanpassing van het soort aan omgeving van darwin. Wat is etiologie=het ontstaan Wat zijn soorten van leren=apetitieve conditionering, aversieve conditionering en causaal leren Noem de concepten uit de leerpsychologie=pavlovs instrumentele transfer, latente inhibitie, generalisatie, vermijding, voorspellingsfout en blokkering. Wat is apetitieve conditionering=apetitief betekent aangenaam. De Op van pavlov is voedsel, een aangenaam iets. Wat heeft obesitas hiermee te maken=craving en preoccupatie met voedsel, eigenlijk verslaving. Wat is vp= de stimuli die met het voedsel geassocieerd raken (op) en de lichamelijke effecten (or). De vp lokt zo craving naar het voedsel (vr) uit. Waarom is er ook instrumentele conditionering bij voedselverslaving=het klopt niet met wet van effect omdat de ontwenningsverschijnselen en de financiele kosten men er niet van weerhoudt. Toch werkt het ook instrumenteel namelijk pit. Wat is doelgerichtgedrag=eerste deel van instrumentele conditionering. Respons en uitkomst. R-o. eerste systeem, eerste fase. Door devaluatie zal dit afnemen, namelijk eten als verzadigd. Wat is gewoontegedrag=tweede deeld van instrumentele conditionering. Stimuli en respons, maar niet uitkomst. S-r. tweede systeem, tweede fase. Dit neemt niet meer af met devaluatie. Wat is pit=pavlov instru transfer. Wisselwerking tussen klassiek en instrumenteel bij voedselverslaving. Namelijk vermoeid, dan drinken, klass. En als fles wijn koopt dan drinken, instr. Dus ze koopt de fles eerder als ze vermoeid is. Wat is aversieve conditionering=als de op negatief is en op en neutrale vp volgt. Wie is watson=volgde op pavlov, en bracht het behaviorisme. Alles is experimenteel waarneembaar, mentale toestand als verklaring bestaat niet. Kleine albert=dit is de rudimentele angsttheorie waarbij een wit ratje angst opriep bij albert omdat het altijd met een hard geluid volgde. Eerste kritiek op angsttheorie=niet iedereen met angst heeft een aversieve conditionering meegemaakt. Wellicht bij anderen aversieve reactie gezien. Tweede kritiek op angsttheorie=niet iedereen met aversieve conditionering ontwikkelt angst. Door genetische verschillen en ervaring rondom de conditionering. Wat is latente inhibitie=dat als kind vooraf aantal keer tandarts zonder iets ergs, dan een keer iets ergs geen aversie. En als rat vooraf aantal keer erge prikkels, dan bij eem kleine prikkel al meteen aversie. Wat is aangeleerde hulpeloosheid=als honden in een situatie zitten waarin zij de prikkel niet kunnen stoppen, en vervolgens kan dit wel, dan doen zij dit niet. Wat is het inflatie effect=na een autoongeval, erg rumineren, en zo de angst doen toenemen. Wat is perceptuele generalisatie=door een hond gebeten, ook bang voor andere honden die erop lijken. Wat is vermijding=1, feestjes leiden tot negatieve beoordeling, klassiek. 2. Het niet naar feestjes gaan leidt tot vermindering van angst, instru Wat is causaal leren=regelmaat in samenhang twee gebeurtenissen, melk drinken en allergische reactie. En melk vermijden en geen allergische reactie. Wat is hierin de voorspellingsfout=de allergische reactie is niet verwacht en daarom wordt er geleerd. Wat is verassingshypothese=als je een koekje bij je melk drinkt en een allergische reactie krijgt leer je niets over het koekje, want het verrast je niet omdat je weet dat het door de melk komt. Blokkeringseffect=geblokkeerde prikkel is redundant, overbodig , kost energie, bijvoorbeeld het koekje. Enkel op de visuele prikkel werd niet gereageerd, als eerder de auditieve prikkel en de elektrische prikkel gekoppeld waren. Je ziet dit bij ptss. Waarom is psychotherapie een leerproces=gedragsverandering door de nieuwe ervaring van therapie en voor effecten ook op lange termijn. wat is extinctie=extinctieleren is het tegenovergestelde van acquisitie leren, een verwachte prikkel treedt niet meer op. Wat is uitdoving=het eerder aangeleerde gedrag verdwijnt. Exposure=als op een feestje, geen sociale vernedering volgt. Of als op slecht gedrag geen aandacht meer volgt(operant). Partiele bekrachtiging=dit valt onder klassieke conditionering, als er niet altijd het gevolg van voedsel was, maar soms wel, dan zal er ook later minder extinctie zijn omdat je blijft hopen. Het werkt ook bij operante, bijv. bij gokken. Vermijding=dan volgt er geen uitdoving bij extinctie. Door vermijding volgt er geen ervaring met prikkel die volgt ja of nee. Vermijding met men uitschakelen in therapie. Evaluatieve conditionering van valentie=niet preparatorisch gedrag dooft slecht uit,altijd naar gevoel bij sociale interactie bijv, ondanks dat je weet dat er niets gebeurt. Wat zijn kandidaat mechanismen=veronderstelling een, is dat als vp niet tot op lijkt, dat dan vr(de prepatorische gedragingen) afnemen. En er niet op signalen die vp aankondigen wordt gereageerd alaof nooit iets van conditionering was. Mogelijkheid twee is, door omgeving van op verandert het. Bijvoorbeeld een docent is erbij in sociaal angstsituatie. Een derde mogelijkheid, dat de vp-geen op naast vp-op staat in geheugen. Dit is allemaal aannemelijk omdat men veel terugval ziet. Wat is spontaan herstel=eerst zoemer en eten, dan zoemer en geen eten (tijdelijk minder speeksel) en dan na verloop van tijd bij zoemer toch wel weer speeksel. Wat zegt spontaan herstel over extinctie/uitdoving=dat extinctie/uitdoving op basis van vp-op bestaat, want het zat nog in het geheugen dus. Maar dat therapie op grond van extinctie op de lange termijn dus niet werkt. Wat is context afhankelijkheid=uitdoving is context afhankelijk. De situatie waarin extinctie plaatsvindt wordt met de associatie vp-geen op meegenomen. En staat naast vp-op. bij spinnenonderzoek kan de angst terugkeren in een andere ruimte. Twee vp een op=door grotere verassing leert men meer van de extinctie en houdt het langer aan. Wat is hier neurobiologisch over te zeggen=door een laesie te maken in de amygdala, minder angst bij vp. De hippocampus en prefrontale context zijn ook belangrijk bij extinctie. Als geen match extinctiecontext, dus andere situatie, dan zorgt de hippocampus niet dat de prefrontale de amygdala moet remmen. En is gewoon angst. Meer manieren naast extinctie om het conditioneren te doorbreken zijn=contracondutioneren wat zelfs de valentie aanpakt, wel nog context afhankelijk. Disulfram, braken na alcohol. Of klassiek: aardige hond. 2. Dro. Operant. Clean blijven›beloning.
Ingezonden op 28-02-2018 - 25217x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!