Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Paradoxen
› 1 College 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Paradoxen
1 College 1
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waar hebben problemen met paradoxen mee te maken? = Met onze naïeve manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken. Waarom is de notie van identiteit niet consistent? = Omdat je weg kijkt van dingen. Wat zijn paradoxen? = Een paradox is moeilijk te definiëren, maar wordt vaak omschreven als een ogenschijnlijk geldige redenering die een absurde conclusie oplevert. Hij lijkt geldig te zijn, maar is dat niet. Wat is de Sorites paradox? = Een walvis van 1cm is klein, Een kleine walvis die 1nm groeit, blijft een kleine walvis. Dus: Een walvis van 100m is een kleine walvis. Deze paradox bestaat nog steeds en dat komt omdat we niet goed begrijpen wat vaagheid is. Deze paradox komt uit de oudheid. Je kunt niet aangeven waar de kleine walvis ophoudt en de walvis niet meer klein is. Deze paradox laat zien dat we niet weten wat vaagheid is. We begrijpen onszelf niet goed. Wat zijn redeneringen? = De conclusie wordt geacht geldig te zijn. Een talig ding. Een stukje tekst met premissen. Een conclusie die je afleidt uit de premissen en de conclusie kan al dan niet geldig zijn uit de premissen. Wat is een leugenaarsparadox? = Hetzelfde als een waarheidsparadox. Zegt van zichzelf dat het niet waar is. Wat is een geldige redenering? = Een redenering is geldig als er geen tegenvoorbeelden zijn. Om de geldigheid van een redenering te bepalen, kijk je naar een situatie waarbij de premissen waar zijn en de conclusie niet. Het doet er niet toe of de premissen en de conclusie feitelijk waar zijn. Het gaat om de structuur van de redenering en de conclusie moet de premissen volgen. Als de premissen elkaar tegen spreken, is de conclusie altijd geldig, want je hebt geen tegenvoorbeeld. Het houdt logisch gezien op. Je moet iets aan de premissen doen. Als d premissen elkaar tegenspreken, mag je concluderen wat je wil. Dat is eigenlijk een signaal dat er iets mis is en dat je premissen niet deugen. Als een redenering geldig is, volgt de conclusie noodzakelijkerwijs uit de premissen. Wat is een tegenvoorbeeld? = Een situatie waarin alle premissen waar zijn en de conclusie onwaar is. Dit is een negatieve formulering. Positieve formulering: conclusie moet waar zijn als alle premissen waar zijn. De positieve formulering lijkt intuïtief, maar heeft paradoxale consequenties. Kan een redenering die geldig is ongeldig worden als je er meer informatie aan toevoegt? = Nee, een redenering die geldig is, kan nooit ongeldig worden doordat je er meer informatie aan toevoegt. Wanneer is een redenering automatisch geldig? = Als de conclusie sowieso waar is, want dan is het niet als logische redenering bedoelt en als de premissen een tegenspraak bevatten. Van wanneer tot wanneer leefde C.S. Pierce? = Van 1839 tot 1914. Welke drie soorten redeneringen onderscheidt C.S. Pierce met behulp van Aristoteles? = Deductie, Inductie en Abductie. Wat is deductie? = Geldig gevolg. Je redeneert van een algemeen geval naar een specifiek geval. Van allen naar één. Alle bonen in deze pot zijn wit. Als ik een boon uit deze pot haal, dan is hij wit. Wat is inductie? = Generalisering. Van een aantal specifieke gevallen naar alle/ algemeen. Dit is geen garantie dat hij waar is. Ik heb 10 bonen uit deze pot gehaald en ze waren allemaal wit. Alle bonen in deze pot zijn wit. Waarom is de redeneervorm belangrijk? = De redeneervorm doet er toe of het goed is. Iets wat als inductie bedoelt is, zou als deductie geen goede redenering zijn. Wat is abductie? = Diagnose. Je redeneert de verkeerde kant op. Terugredeneren. Dat doen artsen als ze een diagnose stellen. Ze redeneren aan de hand van symptomen en daar zoeken ze een verklaring voor. De beste verklaring voor het verschijnsel. Als mensen uitzonderingen zien, zijn ze geneigd om verklaringen te zoeken. Soms wordt abductie niet meegenomen. Alle bonen in deze pot zijn wit en naast de pot ligt nog een witte boon. Die boon hoort bij de bonen in de pot. Tot waar is de notie van geldigheid beperkt? = De notie van geldigheid is beperkt tot deductieredeneringen. Aan de vorm van de redenering kun je het niet altijd zien. Je hebt deductieredeneringen die ongeldig zijn. Je moet er bij zetten of het logica is. Bij abductie en inductie kan de redeneervorm correct zijn, maar die geeft geen garantie tot een ware conclusie. Doen feiten er bij een logische redenering, deductie, inductie en abductie toe? = Bij een logische redenering doet de inhoud er niet toe. Bijv.: Alle A zijn B, Alle B zijn C, dus: Alle A zijn C. Dit heeft te maken met de structuur van de taal. De feiten in de werkelijkheid doen er bij deductie niet toe en bij inductie en abductie wel. Is deze redenering correcte deductie en waarom: Er staat een paard op de gang. Er staat een zoogdier op de gang? = Dit is correct vanwege de betekenis van het woord paard en de betekenis van het woord zoogdier. A tegen B: Ik kan de kurkentrekker niet vinden. A wil dat B helpt om de kurkentrekker te vinden. Is dit deductie en waarom? = Nee, dit is abductie. Persoon A vertoont gedrag: zegt iets en B bedenkt waarom A dit zegt. Dat is niet bedoelt als geldige redenering. A wil dat B helpt om de kurkentrekker te vinden. ×3 . Albert is in Turijn en Milaan geweest. Albert is in Turijn geweest. ;Albert is in Milaan geweest. Is dit deductie en waarom? = Ja, dit is een geldige redenering en die is deductief. Dat heeft te maken met het woord ‘en’. Stond er ‘of’ dan was hij niet geldig. Toen Dirk de kofferbak wilde openen, ontdekte hij dat hij zijn autosleutels kwijt was. ;De kofferbak en de sleutels hoorden bij dezelfde auto. Is dit deductie en waarom? = Dit is geen deductie. Geval van de interpretatie van de taal. Wat is de paradox van de barbier en wat zijn de mogelijke oplossingen? = 1. In een dorp in de Pyreneeën woont een barbier die alleen mannen uit het dorp scheert die zichzelf niet scheren. 2. Scheert deze barbier zichzelf? a. Zo ja, dan scheert hij een man die zichzelf niet scheert. b. Zo niet, dan is hij een man die zichzelf niet scheert en dus scheert hij zichzelf. 3. Hoe kan dat? Als hij een man is en zichzelf scheert, dan scheert hij ook een man die zichzelf scheert en als hij zichzelf niet scheert, scheert hij een man niet die zichzelf niet scheert. Twee oplossingen: 1. De barbier is een vrouw. 2. Het kan niet, het is inconsistent. Wat is de Grellings paradox? = 1. Sommige woorden zijn op zichzelf van toepassing: “kort” is kort, maar “lang” is niet lang. 2. We noemen woorden die op zichzelf van toepassing zijn “autologisch”. Woorden die niet op zichzelf van toepassing zijn, noemen we “heterologisch”. 3. Vraag: Is “heterologisch” een heterologisch woord? 4. Antwoord: a. Als “heterologisch” autologisch is, dan is het heterologisch. b. Als “heterologisch” heterologisch is, dan is het op zichzelf van toepassing en dus autologisch. 5. In beide gevallen krijgen we dus een tegenspraak. We hebben het net gedefinieerd, dus we kunnen niet zeggen dat de woorden niet bestaan. ‘Autologisch’ is een afkorting van een woord dat op zichzelf van toepassing is. Het begrip bestaat. Wat moet je in een programmeertaal of logische taal voorkomen? = Dat je paradoxen hebt. Een programmeer taal is zo rijk dat je daar risico op loopt, maar de logische taal sluit dit uit. ‘Heterologisch’ en ‘autologisch’ kun je niet met de logische taal definiëren. Waarom zouden we ons druk maken om paradoxen? = Veel kwesties in de filosofie kun je definiëren als paradoxen en dat kan nuttig zijn, want dan kun je kijken of er een premisse is die minder goed is dan je in eerste instantie had gedacht. Op die manier worden sommige paradoxen opgelost. Paradoxen laten vaak zien dat de naïeve, alledaagse manier waarop zij naar de werkelijkheid kijken (waarheid, oneindigheid, identiteit) dat daar problemen mee zijn. Paradoxen leggen dat bloot. Het vertelt iets over hoe de wereld zoals wij het zien in elkaar zit. In wetenschap en filosofie dienen paradoxen als onderzoeksvragen.
Ingezonden op 30-03-2018 - 848x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!