Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Verpleegkunde HSL
› 4 Minor High Care
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Verpleegkunde HSL
4 Minor High Care
Jaar 4 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke twee spieren zorgen voor ventilatie? = diafragma, tussenribspieren ventilatie = het verplaatsen en verwisselen van lucht in de longen oxygenatie = proces waarbij zuurstof passief diffundeert van de alveoli naar de longcapillairen compliance = mate waarin de long meegeeft tijdens de ademcyclus resistance = mate waarin de long terugveert tijdens de ademcyclus ventilatie-perfusie verhouding = verhoudingsgetal tussen de delen van de geventileerde long anatomische dode ruimte = 2 ml/kg ideaal lichaamsgewicht,150 ml gevolg bloeddruk bij beademing = hypotensie en verlaagde preload rechterventrikel door positieve interthoracale druk longparenchym = longweefsel fysiologische dode ruimte = deel van de long die niet deelneemt aan de gaswisseling Va, afkorting = alveolaire ventilatie Ve, afkorting = ademminuutvolume Vd, afkorting = dode ruimte alveolaire ventilatie = snelheid waarmee nieuw ingeademde lucht de gaswisselingsgebieden van de long bereikt ventilatie-perfusie verhouding bij liggende patient = hoger ventilatie-perfusie verhouding bij zittende patient = lager normocapnie, waarde = 40 mm Hg hypercapnie, waarde = boven 40 mm Hg hypocapnie, waarde = onder 40 mm Hg gevolgen shunting = daling arteriele zuurstofspanning, daling concentratie diffusie = uitwisseling op basis van concentratie verschil WOB, afkorting = work of breathing druk die door de longen gegenereerd moet worden om een ademteug van 500 ml in te ademen = 2 cm H2O respiratoire insufficiëntie = te lage pO2 en/of te hoge pCO2 type 1 respiratoire insufficiëntie, definitie = partiele respiratoire insufficientie, verlaagd pO2 normaal pCO2, geïsoleerde hypoxemie type 2 respiratoire insufficiëntie, definitie = totale respiratoire insufficientie, verlaagd pO2 verhoogd pCO2, gecombineerde hypoxemie en hypercapnie type 1 respiratoire insufficientie, oorzaak = diffusiestoornis, shunt, ventilatie-perfusie wanverhouding, verlaagde FiO2 type 2 respiratoire insufficientie, oorzaak = alveolaire hypoventilatie symptomen respiratoire insufficientie = hypoxemie, hypercapnie, hypotensie, dyspneu complicaties respiratoire insufficientie = cor pulmonale type 1 respiratoire insufficientie, behandeling = O2 toediening, NRBM, beademing, oorzaak behandelen type 2 respiratoire insufficientie, behandeling = O2 toediening, BPAP, intubatie bij acidose of EMV ‹8 hypoxemie = verlaging pO2 in arteriele bloed oorzaak hypoxemie = alveolaire hypoventilatie, ventilatie-perfusie wanverhouding, shunting, diffusiestoornissen symptomen hypoxemie = hoofdpijn, euforie, motorische onrust, tachypneu, dyspneu hypoxie = tekort aan zuurstof in de weefsels centrale cyanose = tong en gelaat perifere cyanose = vingers en tenen expiratoire stridor, oorzaak = vernauwing kleine luchtwegen CARA, afkorting = chronische aspecifieke respiratoire aandoening COPD, afkorting = chronic obstructive pulmonary disease oorzaak COPD = werken met giftige stoffen, alpha-1, astma, roken symptomen COPD = dyspnoe, hoesten, kortademigheid, weinig energie complicaties COPD = pneumonie, osteoporose, pneumothorax, onder- of overgewicht, slaapproblemen behandeling COPD = luchtwegverwijders, ontstekingsremmers, griepprik, bewegen oorzaak pneumonie = streptococcus pneumoniae, griepvirus, waterpokken virus, sars-virus, legionella, Q-koorts symptmen pneumonie = versnelde, oppervlakkige en pijnlijke ademhaling, angina pectoris, keelpijn, hoofdpijn, koorts, slijm ophoesten complicaties pneumonie = bloedvergiftiging, pleuritis, abces tussen pleura behandeling pneumonie = pijnstillers, antibiotica, O2 toediening, fysiotherapie symptomen aspiratie = piepende ademhaling, koorts, moeilijk ademhalen, koorts, kortademigheid complicaties aspiratie = ademfalen, longabces, shock, bacteriemie behandeling aspiratie = ademhalingsondersteuning, antibiotica, steroiden, sondevoeding bij slikproblemen ARDS, oorzaak = acute respiratory distress syndrome oorzaak ARDS = indirecte oorzaak sepsis, directe oorzaak pneumonie, rookinhalatie, trauma oorzaak respiratoire alkalose = stress, pijn, neurogeen symptomen respiratoire alkalose = druk gevoel borst/maag, duizeligheid, weke pols, daling RR behandeling respiratoire alkalose = pijn bestrijding, sedatie, begeleiding oorzaak respiratoire acidose = medicatie ACS, afkorting = acuut coronair syndroom ziektebeelden ACS = instabiele angina pectoris, acuut myocard infarct AMI, afkorting = acuut myocard infarct symptomen respiratoire acidose = concentratieproblemen, hoofdpijn, dronken, RR + hf stijging, transpireren, rood gelaat behandeling respiratoire acidose = O2 toediening met ballon daling saturatie met 1% wat gebeurt er met ademminuutvolume = toename met 1 liter PaCO2 stijgt met 1 kPa wat gebeurt er met ademminuut volume = toename met 3 liter longoedeem op X-thorax = witte wattenbollen links verschuiving zuurstofdissociatiecurve = daling CO2, daling temperatuur, stijging pH, daling hb soorten zuurstoftoediening = low flow systeem en high flow systeem low flow zuurstof systeem = geen bevochtiging en verwarming high flow zuurstof systeem = ondersteuning bij inademing sputum klasse 0 = geen sputum sputum klasse 1 = waterig sputum, na uitzuigen geen secreet in zuigslang sputum klasse 2 = kleverig sputum, na uitzuigen secreet in zuigslang na doorspoelen schoon sputum klasse 3 = taai sputum, na uitzuigen secreet in zuigslang, na doorspoelen blijft sputum kleven CIMP, afkorting = critical illness myopathie IPPB, afkorting = intermittent positive pressure breathing MIE, afkorting = mechanical insufflation-exsufflation PEP, afkorting = positieve expiratory pressure mobiliseren secreet technieken = assisted, unassisted, medicamenteus assisted techniek secreet mobiliseren = houdingsdrainage, wisselligging, externe manipulatie, fysiotherapie percussie, vibratietechnieken unassisted techniek secreet mobiliseren = druk en flow medicamenteus secreet mobiliseren = luchtwegverwijders, slijmverdunners, ontstekkingsremmers, antibiotica cricothyrotomie = spoed procedure aanleggen tracheostoma PDT, afkorting = percutaan dilatatie tracheotomie indicaties tracheotomie = langdurige weaning, bovenste luchtwegobstructie, electieve ingrepen hoofd-hals chirurgie LPC, betekenis = ongevensterde canule tracheostoma FEN, betekenis = gevensterde canule tracheostoma rechts verschuiving zuurstof dissociatiecurve = stijging temperatuur, daling pH, stijging CO2, stijging hb symptomen ARDS = kortademigheid, ademhalingsmoeilijkheden, sneller en oppervlakkige ademhaling, neusvleugelen, cyanose complicaties ARDS = barotrauma behandeling ARDS = O2 suppletie met PEEP, negatieve vochtbalans, behandeling oorzaak oorzaken longoedeem = cardriaal, niet cardiaal (ARDS) surfactant = vloeistof die alveoli openhoudt emfyseem = in- en uitademing gebeurt actief, kost 40% van totale energie zenuw die impulsen vanaf ademhalingscentra in hersenstam doorgeeft aan diafragma en tussenribspieren = nervus phrenicus symptomen longoedeem = kortademigheid, angst, sneller ademhaling, neusvleugelen, hoesten, cyanose complicaties longoedeem = pulmonale hypertensie, rechtszijdig hartfalen, pleura-effusie, zwelling buik en beken, hepatomegalie behandeling longoedeem = O2 toediening, diuretica, behandeling oorzaak ventilatoire insufficientie = afname ademminuutvolume bij normale longfunctie inspiratoire stridor = obstructie in centrale luchtweg oorzaak inspiratoire stridor = longkanker, corpus alienum, aspiratoe complicaties inspiratoire stridor = longoedeem behandeling inspiratoire stridor = O2 suppletie, veilig stellen luchtweg, bronchoscopie oorzaak glottis oedeem = allergische reactie, letsel, infecties, keeloperaties, kanker symptomen glottis oedeem = inspiratoire stridor, heesheid, gedempte en lage stem, moeilijk te slikken, sterke ademnood complicaties glottis oedeem = verstopte luchtweg, hypoxie behandeling glottis oedeem = vernevelen met adrenaline, stemrust, steroiden, oorzaak behandelen oorzaak neuromusculaire aandoeningen = erfelijk, auto-immuunziekte, zenuwaandoening, onbekende oorzaak symptomen neuromusculaire aandoeningen = pijn, ontstekingen, spierzwakte complicaties neuromusculaire aandoeningen = cardiaal, slikproblemen behandeling neuromusculaire aandoeningen = geen genezing behandeling van de klachten symptomen fladder thorax = vervorming thorax, cyanose, shock, kortademigheid complicaties fladder thorax = uitputting, schade hart en longen behandeling fladder thorax = beademing, rust, operatie oorzaken pneumothorax = doorboring wand borstkas, trauma, iatrogeen, spontaan symptomen pneumothorax = angina pectoris, moeilijk zuchten, benauwdheid complicaties pneumothorax = spanningspneumothorax, shock behandeling pneumothorax = drainage, pleurodese, operatie oorzaak hematothorax = penetrerende thoraxverwonding, beschadiging diafragma, complicatie openhartoperatie symptomen hematothorax = ernstige benauwdheid, versnelde, pijnlijke ademhaling, hypoxie, shock, zuigende borstwand complicaties hematothorax = hypovolemische shock, ernstige respiratoire insufficientie behandeling hematothorax = drainage, operatie om bloeding onder controle te krijgen chylothorax = lymfevloeistof in de pleuraholte oorzaak chylothorax = beschadiging ductus thoracicus, trauma, complicatie operatie, kanker symptomen chylothorax = kortademigheid, vermoeidheid, dehydratie, ondervoeding complicaties chylothorax = infectie, empyeem, ademhalingsfalen, hematothorax behandeling chylothorax = drainage bestraling, pleurodese, antibiotica, operatie atelectase = samenvallen van een deel van de long of de gehele long collaberen = samenvallen oorzaak atelectase = verstopping bronchus, slijmprop, corpus alienum, kanker, aneurysma symptomen atelectase = kortademigheid, koorts, verlaagde bloeddruk en hoge pols, hoesten complicaties atelectase = pneumonie behandeling atelectase = bronchus opnemen, bronchoscopie, antibiotica oorzaak spanningspneumothorax = trauma, zuigende borstwond, mechanische beademing, complicatie operatie Symptomen spanningspneumothorax = hevige dyspneu, hevige onrust en angst, inspiratiestand, hypotensie complicaties spanningspneumothorax = overlijden, hartfalen, ademhalingsfalen, hersenschade pyopneumothorax = pus in de thorax behandeling spanningspneumothorax = drainage door holle naald in thorax oorzaak longcontusie = trauma symptomen longcontusie = kortademigheid, snelle ademhaling, angina pectoris, hoesten complicaties longcontusie = beademing, IC behandeling longcontusie = verlichten symptomen, O2 toediening indicaties beademing = ernstige hypoxie, cardiogeen longoedeem, neurologische afwijkingen, exacerbatie COPD, shock/sepsis, respiratoir/ventiliatoir falen, postoperatief doel beademing = verbeteren weefsel oxygenatie, verminderen ademarbeid biotrauma beademing = schuifkrachten tussen zieke en gezonde longdelen onderdelen beademingmachine = input power, controle systeem, output, alarm systeem witte slang beademingsmachine = zuurstof grijze slang beademingsmachine = perslucht gele slang beademinngsmachine = vacuumslang PRVC, afkorting = pressure regulated volume controle PC, afkorting = pressure controle VC, afkorting = volume controle VS, afkorting = volume support PS, afkorting = pressure support soorten beademing = spontane beademing, gecontroleerde beademing basis beademingsmodes = CMV, CSV, sIMV CMV, afkorting = continuous mandatory ventilation CSV, afkorting = continuous spontaneous ventilation sIMV, afkorting = intermittent mandatory ventilation ventilatoire cyclus = trigger, begrenzing, sturing, baseline trigger beademing = druk, volume, flow, tijd begrenzing beademing = inademing tot bereiken druk, volume, flow sturing beademing = overgang inademing naar uitademing baseline beademing = PEEP normaalwaarde pH = 7,35-7,45 acidose pH = onder 7,35 alkalose pH = boven 7,45 pCO2 normaalwaarde = ›45 mm Hg normaalwaarde pO2 = 10,0-13,3 kPA normaalwaarde PaO2 = 80-100 mm Hg normaalwaarde PvO2 = ‹30 mm Hg normaalwaarde HCO3- = 22-26 mmol/L normaalwaarde BE = -2-2 mEq/L BE, afkorting = base excess normaalwaarde SaO2 = 95-100% beademing = 100 ml/kg functie nieren = uitscheiding afvalstoffen, regulatie water en zout huishouding, regulatie ph, regulatie RR, productie hormonen afvalstoffen die de nieren uitscheiden = ureum, natrium, kalium regulatiemechanisme bloedgassen = nieren, longen, buffersystemen buffersysteem regulatiemechanisme bloedgas = H+ die zich reversibel aan een stof kan binden soorten buffersystemen regulatiemechanisme bloedgas = fosfaatbuffer, bicarbonaatbuffer fosfaatbuffer regulatiemechanisme bloedgas = in de cellen en nieren bicarbonaatbuffer regulatiemechanisme bloedgas = extracellulair longen regulatiemechanisme bloedgas = daling pCO2, stijging pH bij versnelde ademhaling nieren regulatiemechanisme bloedgas = basische of zure urien basische urine = HCO3- uit tubuli gefilterd zure urine = meer H+ dan HCO3- in urine regulatie extracellulaire H + = secretie H+-ionen door niertubulus, reabsorptie HCO3- door niertubulus, vorming HCO3- in tubulus metabole acidose = HCO3- ‹ 21, pH ‹ 7,35, pCO2 laag HCO3- ‹ 21, pH ‹ 7,35, pCO2 laag = metabole acidose compensatiemechanisme metabole acidose = respiratoire compensatie, sneller ademen metabole alkalose = pH ›7,45, HCO3- › 28, pCO2 hoog pH ›7,45, HCO3- › 28, pCO2 hoog = metabole alkalose compensatiemechanisme metabole alkalose = respiratoire compensatie hypoventilatie respiratoire acidose = pH ‹7,35, pCO2 ›6,0, HCO3- hoog pH ‹7,35, pCO2 ›6,0, HCO3- hoog = respiratoire acidose compensatiemechanisme respiratoire acidose = metabole compensatie, nieren houden HCO3- vast respiratoire alkalose = pH›7,45, pCO2 ‹ 4,6, HCO3- laag pH›7,45, pCO2 ‹ 4,6, HCO3- laag = respiratoire alkalose compensatiemechanisme resporatoire alkalose = metabole compensatie, nieren scheiden HCO3- uit hypoventilatie = te lage frequentie of niet diep genoeg ademen, hoge PaCO2 hyperventilatie = te sneller of te diepe ademhaling, lage PaCO2 normoventilatie = normale ventilatie eupneu = 16-20 keer per minuut tachypneu = boven 20 keer per minuut bradypneu = onder de 12 keer per minuut apneu = afwezigheid van ademhaling cheyne-stokes ademhaling = perioden van zeer oppervlakkige ademhaling die overgaat in een dieper zuchtende ademhaling gevolgd door een adempauze biot ademhaling = een aantal ademhalingen van gelijke diepe worden onderbroken door een apneu kussmaul ademhaling = regelmatige diepe ademhaling atactische ademhaling = onregelmatig que diepte en lage frequentie paradoxale ademhaling = beweging buik en thorax tegengesteld aan elkaar tijdens ademhaling crepitaties = hoogfrequent, knetterend geluid crepitaties leidt naar = vocht in de kleinere luchtwegen vochtige rhonchi = laagfrequent en luid vochtige rhonchi leidt naar = vocht in trachea en bronchi pleura wrijven = laagfrequentie, rof, raspend pleura wrijven leidt naar = ontstoken pleurabladen piepen leidt naar = stridor ontbreken van ademgeluiden leidt naar = atelectase, pneumothorax, obstructie hulpademhalingsspieren = scalenus spieren, musculus sternocleidomastoideus helroze, lichtrode huid = hoog CO2 in arterieel bloed koude huid = slechte perifere circulatie warme huid = koorts angstig en onrustig (ademhaling) = respiratoire insufficientie bewustzijnsvermindering (ademhaling) = acute respiratoire insufficientie met hypoxemie coma (ademahaling) = hypoxie cerebrum onjuiste meting pulsoxymetrie = onderkoeling, shock, te hoog door koolstofmonoxide overname respiratie, volume (berekening) = 10-15 ml/kg x frequentie PEEP, afkorting = positieve eind expiratoire druk PEEP = druk die achterblijft in de longen na een maximale uitademing werkdruk beademing = druk die machine nodig heeft om lucht binnen te krijgen bij patient NPPV, afkorting = non-invasive positive pressure ventilation NPPV = ondersteuning in de rug bij het fietsen indicatie NPPV = acuut respiratoire falen, respiratoire insufficientie mechanische beademing = invasieve beademing met tube of tracheacanule TpP, afkorting = transpulmonale pressure closed loop beademing = machine regelt alles guedeltube = mayotube cuff = afsluiten luchtwegen boven tube stappen bronchiaal toilet = houdingsdrainage, intratracheaal afzuigen, afzuigen gewicht longen volwassenen = 900-1000 gram FRC afkorting = forced residual capacity FRC = totale volume dat overblijft in de longen na een normale uitademing, 2200 ml TLC, afkorting= totale long capaciteit TLC = na maximale inademing, 6000 ml RBK, afkorting = rechter boven kwab MK, afkorting = midden kwab ROK, afkorting = rechter onder kwab LBK, afkorting = linker boven kwab LOK, afkorting = linker onder kwab effect nicotine op longen = hyperactieve longen veroorzaakt veel slijm wat diffundeert moeilijker, CO2 of O2? = O2 in 100 ml bloed zit hoeveel ml opgelost CO2 = 5 ml hoe wordt CO2 in het bloed vervoerd? = gebonden aan erytrocyt, opgelost als bicarbonaat P, afkorting (ademhaling) = partiele gasspanning functie bovenste luchtwegen = verwarmen lucht, bevochtigen lucht, afweer, transport van lucht bovenste luchtwegen = neus/mond tot stemband onderste luchtwegen = bronchusboom functie onderste luchtwegen = opname O2 en afgifte CO2 astma = door een allergische prikkel contraheren de spieren van de bronchiolen symptomen astma = expiratoire stridor behandeling astma = vernevelen, onderhoudsbehandeling van corticosteroiden parietaal vlies = binnenbekleding thoraxwand visceraal vlies = longvlies vliezen longen = visceraal en parietaal functie arteriae pulmonales = verwerken gehele cardiac output, oxygenatie, lage druk functie arteriae bronchiales = doorbloeden bronchien ontspringen arteriae bronchiales = aortaboog, 2e ontspringen afvloed arteriae bronchiales = linker ventrikel inspiratoire reserve volume = extra volume dat nog ingeademd kan worden na inademing, 3000 ml expiratoir reserve volume = extra volume dat nog uitgeademd kan worden na uitademing,1000ml tidal volume = volume lucht dat bij elke ademhaling wordt in- of uitgeademd, 500 ml tidal volume, gemiddeld = 6 ml/kg inspiratoire capaciteit, berekening = tidaal volume + inspiratoire reserve volume, 3500 ml inspiratoire capaciteit, definitie = totale hoeveelheid die ingeademd kan worden vitale capaciteit, berekening = inspiratoire reserve volume + tidaal volume + expiratoire reserve volume, 4500 ml vitale capaciteit, definitie = totale hoeveelheid lucht die uitgeademd kan worden FRC is afhankelijk van = sexe, leeftijg, lichaamsformaat, diafragma spiertonus, houding, longziekten hoeveel energie kost ademhaling normaal = 3-5 % van totale energie verbruik ademarbeid moet de volgende dingen overwinnen = terugveerkracht thorax, terugveerkracht longen, luchtweerstand RAW, afkorting = resistance airways RAW, berekening = pressure/flow RAW, eenheid= cm/H2O/L/sec RAW afhankelijk van = diameter, lengte, flow, viscociteit gas waar is RAW het laagst = terminale bronchiolen waar is RAW het hoogst = in carina stugge long = lage compliantie, hoge elasticiteit soepele long = hoge complantie, lage elasticiteit recoilkracht = terugveerkracht van de long retractiekracht = terugveerkracht van de long dyspnoe = kortademigheid hemoptoe = ophoesten van bloederig secreet resorptie atelectase = resorptie van lucht uit longweefsel achter afgesloten luchtweg passieve of compessie atelectase = door compressie van longdelen van buitenaf ontstaat een verminderde luchthoudendheid van longweefsel OHS, afkorting = obesitas hypo-ventilatiesyndroom OSAS, afkorting = obstructieve slaap apneusyndroom ALI, afkorting = acute long injury voorwaarden weefseloxygenatie = saturatie ›90%, hb › 6 mmol/l, CO ›4 l/min normaal waarde totaal bloedvolume = 85-91 ml/kg passieve vulling atria tijd = 0,0 - 0,4 seconden atrial kick tijd = 0,4 - 0,5 seconden frank starling wet = relatie tussen einddiastolische druk in linkerventrikel en slagvolume van linkerventrikel CVD-curve, A-top = druk stijging in atrium v. cava door contractie atrium CVD-curve, X-dal = daling druk atrium en v.cava na atriale contractie CVD-curve C-top = sluiten tricuspidalis klep tijdens contractie rechter ventrikel CVD-curve, V-top = rechteratrium vult zich passief tijdens contractie ventrikel CVD-curve, Y-dal = passieve vulling rechterventrikel vanuit het rechter atrium laag gemiddeld CVD = hypovolemie, te hoge transducer hoog gemiddeld CVD = hypovolemie, rechterventrikelfalen, linkerventrikelfalen, tricuspidalis/pulmonalisklep problemen, pulmonale hypertensie, beademing, te lage transducer hoge A-top CVD curve = tricuspidalis/pulmonalis problemen, rechterventrikelfalen, pulmonale hypertensie afwezige A-top CVD curve = atriumfibrilleren/flutter, AV-junctional ritme hoge V-top CVD- curve = tricuspidalis insufficientie, rechterventrikelfalen, sepsis met hoog HMV hoge A en V top, CVD-curve = cardiale tamponnade, pericarditits constrictiva, hypovolemie verstrekte A-top = atriale activiteit terwijl AV-kleppen gesloten zijn fluidchallenge, hoeveelheid = 500 ml fluid responsive patient na fluidchallenge = toename preload met 15% cardiogene shock = indien 40-50% van het hartspierweefsel verloren gaat SVR, afkorting = systematic vascular resistance PVR, afkorting = pulmonary vascular resistance regulatiesystemen perifeer vasculair systeem = autoregulatie, neurale mechanisme, endocriene mechanisme autoregulatie perifeer vasculair systeem = precapillaire sfincters reageren automatisch op veranderingen in de omgeving (zuurstof) neurale mechanisme perifeer vasculair systeem = zenuwstelsel wijzigt het HMV en perifere vaatweerstand waar bevinden de neurale mechanisme voor de regulatie van het perifeer vasculair systeem? = hartritmecentrum en vasomotorisch centrum in medulla oblongata wat is het effect van remming vasomotorisch centrum op de regulatie van het perifeer vasculair systeem? = afname van perifere vaatweerstand waar reageren baroreceptoren op? = verandering bloeddruk waar reageren chemoreceptoren op? = verandering chemische samenstelling welke hormonen kunnen op de korte termijn de perifeer vasculair systeem regelen? = epinefrine, norepinefrine effect epinefrine en norepinefrine op regulatie perifeer vasculair systeem = regulering HMV en vasoconstrictie perifere vaten waar komen epinefrine en norepinefrine vandaag? = bijniermerg welke hormonen kunnen op de lange termijn de perifeer vasculaire systeem regelen? = ADH, angiotensine II, EPO, ANP ADH, afkorting = anti diuretisch hormoon EPO, afkorting = erytropoetine osmose = uitwisseling op basis van drukverschil complicaties hemodialyse = bloeddrukdaling, ritmestoornis, vaattoegangsproblemen complicaties peritoneaal dialyse = peritonitis, over/onder vulling altruist = persoon die aan een onbekend iemand een orgaan af staat benodigde flow shunt dialyse = 300 ml/min bestanddelen dialysaat = schoon water, selectbacs, bicarbonaat, glucose effect schoon water in dialysaat = ontkalking effect selectbacs in dialysaat = filtratie natrium, kalium, magnesium effect bicarbonaat in dialysaat = zorgen voor neurtraal pH ANP, afkorting = atriaal natriuretisch peptide effect ADH op regulatie perifeer vasculair systeem = afname bloedvolume door resorptie H2O uit nieren, stijging osmotische waarde, vernauwing perifere vaten, stijging RR effect angiotensine II op regulatie vasculair systeem = stijging HMV, vernauwing arteriolen, stijging RR, dorstgevoel effect EPO op regulatie vasculair systeem = daling RR, vorming erytrocyten, toename bloedvolume effect ANP op regulatie vasculair systeem = daling bloedvolume en RR , uitscheiding Na-ionen en H2O, verhogen up, dorstgevoel verminderen, afgifte ADH, aldosteron, (nor)epinefrine blokkeren, verwijding perifere vaten wat doet een gedilateerd ventrikel met een dunne wand op de CO = verhoging CO wat doet een aortaklepstenose met de afterload = verhoging afterload wat is het effect van een hoge SVR op de afterload = meer afterload nodig om zelfde HMV te handhaven ventrikelhypertrofie = spierwand minder soepel, afname preload nitroglycerine, effect = vasodilateren dus afname afterload inotropie medicatie = stimuleren contractiliteit van hart spier digoxine effect = verbeteren pompkracht hart epinefrine effect = versnelling hartslag, verbetering RR, vernauwing bloedvaten norepinefrine effect = vaatverwijder dobutamine effect = bloeddrukverlager dopamine effect = bloeddrukverlager schildklierhormoon effect = verhoging contractiliteit glucagon effect = verhoging contractiliteit IABP, afkorting = intra aortale ballonpomp IABP effect = verhoogde perfuse van coronair arterien, belasting linker ventrikel verlagen impella-systeem = pomp dat bloed uit het linkerventrikel in de aorta pompt ca-antagonisten, effect = negatieve beinvloeding contractiliteit beta-blokkers, effect = negatieve beinvloeding contractiviteit normaalwaarde hartfrequentie = 50-100 keer per minuut normaal hartritme = sinusritme effect parasympatische zenuwstelsel op hartfrequentie = vertraging effect sympatisch zenuwstelsel op hartfrequentie = versnelling effect sympatisch zenuwstelsel op slagvolume = vergroting contractiliteit en stofwisseling, vergroting slagvolume effect parasympatisch zenuwstelsel op slagvolume = afname contractiliteit, afname slagvolume atria effect bradycardie op CO = verlaging CO en verhoging slagvolume effect tachycardie op CO = verhoging CO en verlaging slagvolume effect atriumfibrilleren op CO = verhoging CO en verlaging slagvolume MAP, afkorting = mean arterial pressure MAP formule = 2x diastole + 1x systole / 3 juxtaglomerulaire apparaat = verzameling cellen waarin drukveranderingen en na-concentraties in arteriolen worden geregisteerd renine effect = omzetting angiotensinogeen in angiotensine I ACE,afkorting = angiotensin converting enzym ACE effect = omzetten angiotensine I in angiotensine II effect angiotensine II = aldosteron prodcutie, na-retentie, contractie gladde spieren bloedvaten effect aldosteron = terugresorptie na-ionen, uitscheiden k-ionen normaal waarde pO2 interstitiele vloeistof = 40 mm Hg normaal waarde pCO2 interstitiele vloeistof = 45 mm Hg COD, afkorting = colloid osmotische druk door welke stof ontstaat COD? = plasma-eiwitten die de vaatwand niet kunnen passeren Wat is het belangrijkste plasma-eiwit? = albumine effect verlaagd albumine = oedemen die niet te behandelen zijn met diuretica compensatiemechanisme van de circulatie = vasoconstrictie, redistributie, autoregulatie op orgaansysteem, toename hartfrequentie shock = (vrijwel acute) vermindering van de effectieve capillaire weefselperfusie hypovolemische shock = onvoldoende circulerend volume in de bloedbaarn oorzaak hypovolemische shock = bloedverlies, dehydratie, vochtverlies, vochtophoping in buik of longen symptomen hypovolemische shock = lage bloeddruk, lage CO, lage CVD, laag O2-gebruik, toename HF, toename perifere vaatweerstand complicaties hypovolemische shock = orgaanschade, hartaanval, hersenschade, nierschade, overlijden interventies hypovolemische shock = vullen (erytrocyten, colloiden, plasma, plasma-vervangers, alpha-receptore stimulerende middelen, bestrijden oorzaak toediening erytrocyten bij hypovolemische shock = bij een bloeding toediening colloiden bij hypovolemische shock = circuleren intraveneus, grote moleculen toediening plasma bij hypovolemische shock = bij verbrandingen of overmatig zweten alpha-receptor stimulerende middelen = adrenaline, noradrenaline en dopamine distributieve shock = vasodilatatie en lokale veranderingen celmembraan soorten distributieve shock = anafylactische shock, neurogene shock, septisch shock anafylactische shock = ernstige vorm van allergische reactie symptomen anafylactische shock = vernauwing luchtwegen, duizeligheid, flauwvallen verdikking hals en gezich, jeuk, lage bloeddruk oorzaak anafylactisch shock = medicatie, contrastvloeistoffen acute interventies anafylactisch shock A = intuberen bij stridor, Acute interventies anafylactische shock B = hoofdeinde in 30 graden, 12-15 liter O2, vernevelen, acute interventies anafylactische shock C = twee infusen, colloiden, adrenaline, antihistaminicum, corticosteroiden acute interventies anafylactische shock D = meestal stabiel neurogene shock = shock door laesie van het ruggenmerg symptomen neurogene shock = motorische en sensorische afwijkingen, verstoorde vasomotorisch regulatie, symptomen van hypovolemische shock oorzaken neurogene shock = trauma, tumor, abces, spinale anaethesie (guillain-bare in vg) acute interventies neurogene shock A = meestal stabiel acute interventies neurogene shock B = 12-15 liter O2 acute interventies neurogene shock C = toedienen vocht en vasopressoren, platte bedrust, rustig verticaliseren en steunkousen acute interventies neurogene shock D = angst benoemen en behandelen septische shock = door invasie van bacterien in de bloedbaan symptomen septische shock = tachypnoe, tachycardie, hypotensie, veranderde CO en temperatuur, oligurie/anurie, warme huid, onrust en verwardheid oorzaken septische shock = verwekkers infectie, MOF acute interventies septische shock A = intuberen bij sufheid door hypercapnie acute interventies septische shock B = 12-15 liter O2, beademing (normoventilatie, normocapnie, PEEP, buikligging) acute interventies septische shock C = colloiden, kristalloiden vulling, noradrenaline, dopamine, antibiotica, corticosteroiden acute interventies septische shock D = sedatie obstructieve shock = instroombelemmering of uitstroombelemmering hart symptomen obstructieve shock = stuwing, CO afname oorzaak obstructieve shock = spanningspneumothorax, harttamponnade, longembolie behandeling harttamponnade A = vrijhouden behandeling harttamponnade B = O2 toediene behandeling harttamponnade C = vocht toedienen, dopamine, pericardpunctie, pericardcentese behandeling harttamponnade D = geen reactie op pijnprikkel, reanimatie behandeling longembolie A= vrijhouden behandeling longembolie B = O2 toedienen, intuberen behandeling longembolie C = dopamine, trombolytica behandeling longembolie D = instructies en geruststellen cardiogene shock = hart kan niet voldoende bloed rondpompen symptomen cardiogene shock = vasoconstrictie, lage CO, tachycardie, afnemen diurese, hypotensie oorzaak cardiogene shock = MI, ritmestoornissen, cardiomyopathie, lang bestaande hypertensie, klepfalen (acuut) behandeling cardiogene shock A = vrijhouden behandeling cardiogene shock B = O2 toedienen, (non)invasieve beademing met hoge PEEP behandeling cardiogeen shock C = diuretica, nitroglycerine, nipride, sedativa, anaesthesie, anti-alpha-adrenergische stimulatie, IABP behandeling cardiogeen shock D = observeren bewustzijn backward failure = stuwing in het atrium en longvaten door insufficiente hartwerking forward failure =onvoldoende bloedtoevoer in arteriele systeem door falen ventrikel desmosomen = zorgen ervoor dat hartspiercellen kunnen samenwerken gap-junctions = zorgen voor het voortvloeien van het actiepotentiaal volgorde geleiding over het hart = sinusknoop, atria, AV-knoop, bundel van His, bundeltakken, purkinje-vezels P-top, wat te zien op ECG = kleine afgeronde uitslag, negatief in aVR, positief in overige afleidingen PQ-tijd = onder de 0,22 seconden P-top maximaal = hoogte 2,5 mm, breedte 0,12 seconden QRS-tijd = 0,12 seconden QT-tijd = onder de 0,42 seconden ST-segment = periode tussen depolarisatie en repolarisatie ventrikels elektrische hart as = vector als som van de extremitietsafleidingen met een bepaalde richting en grootte normale snelheid ecg papier = 25 m/s 1 hokje tijd ecg = 0,04 seconden 1 hokje hoogte ecg = 0,1 mV regel hartfrequentie ecg = 300-150-100-75-60-50-43-37 trage hartfrequentie ecg regel = tel het aantal R-toppen in twee intervallen van 3 seconden vermenigvuldigen keer 10 standaardafleidingen = einthoven, I, II, III standaardafleiding I = rechterarm- linkerarm standaardafleiding II = rechterarm - linkerbeen standaardafleiding III = linkerarm - linkerbeen unipolaire afleidingen = goldberger, aVF, aVL, aVR aVF, afkorting = augmented unipolaire afleiding voet aVL, afkorting = augmented unipolaire afleiding linkerarm aVR, afkorting = augmented unipolaire afleiding rechterarm afleiding v1 = 4e intercostale ruimte, rechts van sternum afleiding v2 = 4e intercostale ruimte, links van sternum afleiding v3 = tussen v2 en v4 afleiding v4 = 5e intercostale ruimte, mid-claviculair afleiding v5 = 5e intercostale ruimte, voorste okselplooi afleiding v6 = 5e intercostale ruimte, onder midden oksel extremiteitsafleidingen kleur links = groen (gras), geel (zon) extremiteitsafleidingen kleur rechts = rood (dak), zwart (grond) herkennen veranderingen ecg = ritme, hartfrequentie, geleidingstijden, hartas, p-top morfologie, QRS morfologie, ST-morfologie, vergelijking met oud ecg ischemie op ecg = ST-segment depressie of elevatie coronair lijden = vernauwing of blokkade van de kransslagaders door afzetting van vet in de vaatwand oorzaken coronair lijden = artherosclerose symptomen coronair lijden = beklemmend, drukkend of benauwde pijn midden in de borst met uitstraling, zweten, misselijkheid uitstraling pijn op de borst = keel, onderkaak, armen, schouderbladen, rug, maagstreek complicaties coronair lijden = verminderde hartfunctie, overlijden behandeling coronair lijden = CAG, fibrinolyse, CABG, gouden 5 medicatie gouden 5 medicatie = acetylsalicylzuur, clopidogrel, statine, betablokker, ace-remmer effect acetylsalicylzuur = antistolling effect clopidogrel = antistolling effect statine = cholesterol verlager effect betablokker = verlagen hartfrequentie en bloeddruk effect ace-remmer = afname afterload angina pectoris = typische pijn op de borst stabiele angina pectoris = klachten stabiele en treden op in dezelfde omstandigheden instabiele angina pectoris = plotseling ontstaan of verergeren van klachten prinz-metal angina pectoris = zonder duidelijke aanleiding pijn op de borst, oorzaak is vaatspasme NYHA, afkorting = new york heart association NYHA, klasse 1 = geen klachten of sporadisch klachten NYHA, klasse 2 = klachten bij zware inspanning NYHA, klasse 3 = klachten bij lichte inspanning NYHA, klasse 4 = klachten in rust pompfunctiestoornissen = verminderde werking van de hartspier links decompensatio cordis = insufficientie linker hart helft oorzaak links decompensatio cordis = insufficiente werking linker ventrikel, waardoor hogere druk in linker atrium die wordt voorgeleidt in de long capillairen verschijnselen links decompensatio cordis = kortademigheid bij inspanning en rust, nachtelijk dyspnoe, prikkelhoest, nycturie complicaties links decompensatio cordis = longoedeem, asthma cardiale behandeling links decompensatio cordis = oorzaak behandelen, behandelen symptomen, medicamenteus rechts decompensatie cordis = insufficientie rechter hart helft oorzaak rechts decompensatio cordis = onvoldoende werking rechterventrikel, waardoor stijging druk rechter atrium en veneuze systeem verschijnselen rechts decompensatio cordis = oedemen perifeer, leverstuwing, ascites, dyspnoe bij pleuravocht, opgezette halsvenen complicaties rechts decompensatio cordis = stijging CVD, decompensatio cordis links behandeling rechts decompensatio cordis = oorzaak behandelen, behandelen symptomen, medicamenteus astma cardiale = ernstige en zeer beangstigende benauwdheid oorzaak astma cardiale = ophoping van oedeem buiten de capillairen van de longen, als gevolg van linkerventrikel falen symptomen astma cardiale = dyspnoe, orthopneu, obstructies bronchien complicaties astma cardiale = acuut longoedeem, ophoesten schuimende vloeistof behandeling astma cardiale = digoxine, benen uit bed, theofylline, morfine, aderlaten werking digoxine = pompfunctie van het hart verbeteren werking theofylline = luchtwegverwijderaar functie capillaire refill = gehele circulatie, gestoorde circulatie extremiteit beoordelen normaal tijd capillaire refill = 2-3 seconden blauwe of witte verkleuring van de huid = veneuze trombose veneuze trombose verkleurting huid = blauw of wit blauwe verkleuring huid overgaand in necrose = arteriele afsluiting arteriele afsluiting verkleuring van de huid = blauw overgaand in necrose mesenteriale trombose verkleuring huid = marmering huid, blauwe plekken buik en scrotum marmering huid, blauwe plekken buik en scrotum = mesenteriale trombose acrocyanose = blauwe verkleuring van het nagelbed deltatemperatuur = verschil tussen perifere en centrale temperatuur of het verschil tussen huidtemperatuur en omgevingstemperatuur plaats meting perifere temperatuur = dorsale zijn grote teen of dorsale zijn van de voorvoet tussen de eerste en tweede straal plaats meting centrale temperatuur = bloedtemperatuur, rectale, nasale of blaastemperatuur normale deltatemperatuur = 4 graden celsius ideale deltatemperatuur = 2 graden celsius deltatemperatuur ernstig bedreigde patient = 7 graden celsius evaporatie = gasvorming conductie = geleiding convectie = luchtstroom radiatie = straling waardoor wordt de deltatemperatuur groter = door vasoconstrictie oorzaken hypothermie = blootstelling aan koude, metabole factoren, centrale zenuwstelsel, medicijngebruik milde hypothermie = 34-36,5 graden celsius, rillen verwardheid, onrust matige hypothermie = 28-33,5 graden celsius, onrust, somnolent, spierstijfheid, pupildilatatie ernstige hypothermie = 17-27,5 graden celsius, coma, apnoe, spontane VF diepe hypothermie = onder 16,5 graden celsius extern opwarmen = kruiken, warmtematras, verwarde lucht, stralingslamp intern opwarmen = verwarmde infusievloeistof, dialyse, beademing, hart-long machine maligne hyperthermie = door narcosegas en een erfelijke ziekte antidotum narcosegas = dantroleen factoren die temperatuursmetingen negatief beinvloeden = hypothermie patient, omgevingstemperatuur onder 20 graden, distributieve shock plethysmografie, doel = meten doorbloedingssnelheid van de aders bepalen pletysmograaf werking = na plotselinge opheffing stuwband veranderingen in omvang van bepaald lichaamsdeel meten plaatsing cuff bloeddruk meten klassieke methode = bovenarm, benen plaatsing cuff bloeddruk meten oscillometrie = bovenarm, dijbeen, kuit RR, afkorting = riva-Rocci korotkovtonen = tonen bij manueel bloeddruk meten oscillaties = drukveranderingen in de bloeddrukband normaal waarde systolische bloeddruk = 80 mm Hg normaal waarde diastolische bloeddruk = 120 mm Hg normaal waarde MAP = 70-100 mm Hg primaire hypertensie = geen directe oorzaak voor hypertensie vastgesteld secundaire hypertensie = direct oorzaak voor hypertensie is vastgesteld en zo behandeld waarden systolisch hypertensie = boven den 140 mm Hg waarden diastolische hypertensie = boven de 90 mm Hg hypotensie = probleem indien klachten ontstaan symptomen hypotensie = duizeligheid, licht in het hoofd, flauwvallen oorzaken hypotensie = verminderde preload, verminderde contratiliteit, verminderde afterload waarden hypotensie = onder 90/60 normale urineproductie = groter dan 0,5 ml/uur/kg nycturie = 's nachts plassen polyurie = meer dan 3 liter/24 uur up anurie = minder dan 50 ml/24 uur up oligurie = minder dan 400 ml/24 uur up symptomen overvulling = dyspnoe, orthopnoe, tachycardie, longoedeem, perifeer oedeem oorzaken overvulling = gestoorde hartfunctie, te snelle transfusie bij oudere patienten, pre-existente ernstige anemie waarde ernstige anemie = hb onder 3 mmol/l kt/V = efficientie dialyse indicatie acute dialyse op IC = ATN, hyperkaliemie, overvulling, intoxicatie ALARA, afkorting = as low as reasonble achievable drempeldosis straling 1-2 effecten = binnen enkele uren vermoeidheid, braken, diarree, verminderde weerstand drempeldosis straling 2-10 effect = beenmergsyndroom drempeldosis straling 10-50 effect = darmsyndroom drempeldosis straling 50 › effect = hersyndroom, sterfte binnen enkele uren toegangsweg voor contrastmiddelen = femoralis, radialis, brachialis celwand coronairen = intima, media, adventitia BMS, afkorting = bare metal shunt DES, afkorting = drug eluting shunt soorten stents coronairen = DES, BMS aneurysma spurium = aneurysma door doorbreken celwand thermostaat lichaam = hypothalamus voorste hypothalamus = centrale temperatuur registratie achterste hypothalamus = perifere huid sensoren interventies overvulling = diuretica IV, kleinere transfusie snelheid/hoeveelheid symptomen ondervulling = dorst, droge slijmvliezen, verhoogde hartfrequentie, verlaagde bloeddruk oorzaken ondervulling = ongecompenseerde gastro-intestinale verliezen, renaal verlies, diureticagebruik, osmotische diurese, diabetes insipidus, verlies via huid en longen sekwestratie = grote hoeveelheden vocht in lichaamsruimtes interventies ondervulling = vochtbalans op nul houden hartritme bewaking = hartfrequentie- en hartritmebewaking, bloeddrukmeting, perifere saturatiemeting, diurese, lab 15 afleidingen ECG onderwand infarct = V3 en v4 rechts precordiaal 15 afleidingen ecg verspreiding myocard infarct lateraal en posterior = v7 en v8 links lateraal voorkomen storing ecg = verkleinen amplitude QRS-complex, elektroden op kaal gedeelte huid, huid vetvrij en droog, elektroden niet op extremiteiten systematische beoordeling ecg stap 1 = ritme systematische beoordeling ecg stap 2 = hartfrequentie systematische beoordeling ecg stap 3 = geleidingstijden systematische beoordeling ecg stap 4 = hartas systematische beoordeling ecg stap 5 = P-top morfologie systematische beoordeling ecg stap 6 = QRS morfologie systematische beoordeling ecg stap 7 = ST-morfologie sinusbradycardie, kenmerken = sinusritme, frequentie onder de 60/min sinusritme, frequentie onder de 60/min = sinusbradycardie extreme sinus bradycardie = frequentie lager dan 40/min, sinusritme oorzaken sinusbradycardie = rust, sporthart, betablokker, vagale invloed, verhoogde ICD, hartinfarct, hypoxie, hypothyreoidie gevolgen sinusbradycardie = verlaging CO, cardioprotectief door verlaagde o2-behoefte gevolgen verlageing CO = collabere, ischemie, infarct, decompensatio cordis positief chronotroop = verhogen hart frequentie positief dromotroop = verhoging AV-geleiding behandeling sinusbradycardie = atropine, betablokkers verlagen of stoppen, isoprenaline, pacemaker effect atropine = positief chronotroop en dromotroop effect isoprenaline = positief chronotroop en dromotroop kenmerken sinustachycardie = sinusritme, frequentie hoger dan 99/min, verkorte PQ-tijd, P-top richting T-top vorige complex sinusritme, frequentie hoger dan 99/min, verkorte PQ-tijd, P-top richting T-top vorige complex = sinustachycardie oorzaak sinustachycardie = inspanning, hypoxie, angst, longembolie, koorts, hyperthyreoidie, dobutamine, adrenaline, atropine, isoprenaline gevolgen sinustachycardie = verhoging CO, verhoging o2 behoefte, ischemie, infarct behandeling sinustachycardie = beta-blokker, oorzaak behandelen kenmerken sinusarrest = sinusritme met een pauze die langer is dan 1,5 keer RR-interval, geen veelvoud hiervan sinusritme met een pauze die langer is dan 1,5 keer RR-interval, geen veelvoud hiervan = sinusarrest kortdurende asystolie = sinus arrest langer dan 6 seconden oorzak sinusarrest = vagale overstimulatie, sinus carotis massage, infarct/ischemie, antiaritmica, digoxine gevolgen sinusarrest = verlaging CO, daling RR, syncope, duizeligheid, ischemie, infarct behandeling sinusarrest = atropine, isoprenaline, adrenaline, pacemaker PAC, afkorting = prematuur atriaal complex kenmerken PAC = te vroeg complex, P-top in T-top, QRS-breedte normaal, pauze na PAC te vroeg complex, P-top in T-top, QRS-breedte normaal, pauze na complex = PAC incomplete compensentoire pauze = PP-interval langer maar korter dan 2 x PP-tijd uniforme PAC = 1 afwijking in vorm multiforme PAC = meerdere afwijkingen in vorm PAC in bigeminie = na iedere sinus-complex een PAC PAC in trigeminie = na iedere PAC 2 normale sinus-complexen PAC in quadrigeminie = PAC om de drie normale sinus-complexen geblokeerde PAC = pauze met alleen een P-top oorzaken PAC = nicotine, cafeine, overrekking atrium gevolgen PAC = kan aanleiding geven voor andere atriale ritmestoornissen behandeling PAC = observatie, benauwdheid, af en/of toename hartfrequentie kenmerken atriale tachycardie = ritme met veranderde P-top, smal QRS-complex, hoge frequentie (100-250/minuut) ritme met veranderde P-top, smal QRS-complex, hoge frequentie (100-250/minuut) = atriale tachycardie PAT, afkorting = paroxysmale atriale tachycardie PAT, kenmerken = plotseling beginnen en stoppen PAT oorzaken atriale tachycardie = MI, myocarditis, decompensatio cordis, alcohol, hypoerthyreoidie, digitalis intoxicatie, chronische longaandoeningen gevolgen atriale tachycardie = verhoging o2-behoefte, ischemie, verhoogde vullingsdrukken, hartfalen, syncope, hartkloppingen behandeling atriale tachycardie = cardioversie, sinus carotis massage, oogboldruk, valsalva-manoeuvre, adenosine, verapamil, kinidine, amiodaron SCM, afkorting = sinus carotis massage kenmerken atriumfibrilleren = geen duidelijke p-toppen, fibrillatiegolf op basislijn, onregelmatige QRS-complexen geen duidelijke p-toppen, fibrillatiegolf op basislijn, onregelmatige QRS-complexen = atriumfibrilleren atriumfibrilleren met trage ventrikelrespons = ventrikel volgen onder de 60/minuut atriumfibrilleren met snelle ventrikel respons = ventrikel volgen boven den 100/minuut atriumfibrilleren met regulaire QRS-complexen = AV-blok met escaperitme QRS oorzaken atriumfibrilleren = intracardiale afwijkingen, ontstekingen hart, CABG, hyperthyreodie, longziekten, idiopathisch gevolgen atriumfibrilleren = verlaging CO, verlaging RR, toename o2-behoefte, cardiomyopathie, trombusvorming behandeling atriumfibrilleren = cardioversie, antiaritmica, antistolling, ICD, MAZE-procedure, SCM PVC, afkorting = prematuur ventriculair complex PVC, kenmerken = vroeg, breed QRS-complex, geen P-top of P-top na QRS-complex vroeg, breed QRS-complex, geen P-top of P-top na QRS-complex = PVC fusiecomplex = mengcomplex tussen atriale en ventriculaire impulsvorming geinterpoleerde PVC = basisritme is niet verstoord door PVC uniforme PVC = alle PVC hebben 1 vorm biforme PVC = alle PVC hebben 2 vormen multiforme PVC = meerdere vormen PVC doublet PVC = 2 opeenvolgende PVC triplet PVC = 2 opeenvolgende PVC run PVC = tussen de 2 en 5 opeeenvolgende PVC PVC R-on-t = PVC precies op vulnerable periode vorige complex bigeminie PVC = na ieder sinuscomplex een PVC trigeminie PVC = na ieder tweede sinuscomplex een PVC quadrigeminie PVC = na ieder derde sinucomplex een PVC oorzaken PVC = ischemie, nicotine, cafeine, adrenerge prikkels, elektrolytenstoornis, adrenaline, isoprenaline, dobutamine, salbutamol proaritmogene effect = aritmica die PVC's veroorzaken gevolgen PVC = daling RR, ventrikelfibrilleren, AV-junctionaal of ventriculaire tachycardie behandeling PVC = oorzaak behandelen, antiaritmica, magnesiumchloridesulfaat antiaritmica = amiodaron, betablokker, sotalol, metoprolol kenmerken ventriculaire tachycardie = QRS-complex verbreed, regelmatig, P-toppen geen relatie met QRS-complexen QRS-complex verbreed, regelmatig, P-toppen geen relatie met QRS-complexen = ventriculaire tachycardie frequentie ventriculaire tachycardie = 100-250/minuut slow-VT = frequentie tussen 100-130/minuut sustained VT = VT die langer duurt dan 30 seconden fusion beat = samenvallen van atriale en ventriculaire pulsvorming in ventrikel capture beat = atriale impuls kan ondanks VT geheel voortgeleidt worden monoforme VT = alle complexen hebben dezelfde vormg multiforme VT = VT-complexen hebben steeds een andere vorm torsade de pointes = VT-complexen draaien om isometrische lijn heen oorzaken VT = primair, secundair primaire oorzaken VT = cardiaal, infarct, klepproblemen, ontstekingen, contusio cordis secundaire oorzaken VT = niet-cardiaal, feochromocytoom, hyperthyreoidie, medicatie, elektrolytenstoornis feochromocytoom = tumor die adrenaline produceert gevolgen VT = acute collaps, duizelingen, daling CO, RR behandeling VT = cardioversie, pacemaker, ICD, katheter-ablatie, CABG afkorting VT = ventriculaire tachycardie VFL, afkorting = ventrikelflutter ventrikelflutter, kenmerken = begin en einde van sinusoide QRS-complex niet zichtbaar, P en T-toppen niet herkenbaar begin en einde van sinusoide QRS-complex niet zichtbaar, P en T-toppen niet herkenbaar = ventrikelflutter oorzaken ventrikelflutter = primair en secundair gevolgen ventrikel flutter = collaps binnen 30 seconden, geen circulatie behandeling ventrikel flutter = precordiale stomp, cardioversie, defibrilleren, CPR afkorting CPR = cardiopulmonale resuscitatie VF, afkorting = ventrikelfibrilleren kenmerken ventrikelfibrilleren = chaotische elektrische activiteit chaotische elektrische activiteit = ventrikelfibrilleren oorzaken VF = primair, secundair, VFL, VT, R-on-T PVC gevolgen VF = collaps binnen 10 seconden, overlijden, circulatie stilstand behandeling VF = defibrilleren, ALS, CPR, ICD afkorting ALS = advanced life support ventriculair escape ritme = meer dan 3 escape complexen achter elkaar ventriculair escape ritme, kenmerken = regelmatig, 20-40/minuut, P-toppen geen relatie met verbrede QRS-complexen regelmatig, 20-40/minuut, P-toppen geen relatie met verbrede QRS-complexen = ventriculair escape ritme oorzaken ventriculair escape ritme = sinusbradycardie, sinusarrest, SA-blok, II en III AV-blok gevolgen ventriculair escape ritme = daling RR, duizeligheid, collaps, decompensatio cordis, infarct behandeling ventriculair escape ritme = atropine, isoprenaline, behandelen oorzaak PJC, afkorting = prematuur av-junction complex PAVJC, afkorting = prematuur AV-junction complex kenmerken PJC = te vroeg, P-top voor, tijdens of na QRS, QRS smal te vroeg, P-top voor, tijdens of na QRS, QRS smal = PJC oorzaken PJC = onbekend, nicotine, cafeine, infarct, cardiochirurgie, decompensatio cordis gevolgen PJC = AV-junction tachycardie behandeling PJC = niet nodig AV-junctional escape ritme-/complex kenmerken = p -top niet in relatie met QRS-omplex, 50-60/minuut p -top niet in relatie met QRS-omplex, 50-60/minuut = AV-junctional escape ritme/-complex versneld/accelerated AV junctional escape ritme = 60-100/minuut AV-junctional tachycardie, kenmerken = 100-250/minuut, QRS-complex smal P-toppen moeilijk te onderscheiden oorzaken AV-junctional escape ritme = geen/trage sinusactiviteit, AV-blok, tamponnade, cardiochirurgie, digoxine-intoxicatie gevolgen AV-junctional escape ritme = verlaging CO, daling RR, duizeligheid, collaps, ischemie behandeling AV-junctional escape ritme = atropine, isoprenaline, pacemaker, oorzaak behandelen oorzaken AV-junctional tachycardie = digoxine-intoxicatie, inferior infarct, myocarditis, cardiochirurgie gevolgen AV-junctional tachycardie = hartkloppingen, hyperventilatie, duizeligheid, POB, decompensatio cordis, collaps behandeling AV-junctional tachycardie = synchrone defibrillatie, SCM, adenosine, katheter ablatie, antiaritmica 1ste graads AV-blok, kenmerken = verlengde PQ-tijd die langer is dan 0,20 seconden verlengde PQ-tijd die langer is dan 0,20 seconden = 1ste graads AV-blok oorzaak 1ste graads AV-blok, 3de graads AV-blok = verhoogde vagustonus, ischemie, elektrolytenstoornissen, klepafwijkingen, endocarditis gevolgen 1ste graads AV-blok = verergering AV-blok behandeling 1ste graads AV-blok = niet nodig 2de graads AV-blok type 1, kenmerken = oplopende PQ-tijd totdat P-top niet meer wordt gevolgd door QRS-complex oplopende PQ-tijd totdat P-top niet meer wordt gevolgd door QRS-complex = 2de graads AV-blok type 1 Mobitz 1 = 2de graads AV-blok type 1 Wenkeback = 2de graads AV-blok type 1 group beating = groepjes QRS-complexen bij 2de graads AV-blok type 1 oorzaak 2de graads AV-blok type 1 = inferiorinfarct, antiaritmica gevolgen 2de graads AV-blok type 1 = asymptomatisch of lichte daling RR behandelng 2de graads AV-blok type 1 en type 2 = AV-geleidingsratio bepalen, geen behandeling nodig 2de graads AV-blok type 2, kenmerken = constante (verlengde) PQ-tijd tot plotseling een P-top niet wordt gevolgd door een QRS-complex oorzaak 2de graads AV-blok type 2 = anteroseptale infarcering of ischemie gevolg 2de graads AV-blok type 2 = verslechtering van geleiding mobitz 2 = 2de graads AV-blok type 2 tweede graads 2:1-AV-blok = telkens twee P-toppen voor ieder QRS-complex telkens twee P-toppen voor ieder QRS-complex = tweede graads 2:1-AV-blok constante (verlengde) PQ-tijd tot plotseling een P-top niet wordt gevolgd door een QRS-complex = 2de graads AV-blok type 2 3de graad AV-blok, kenmerken = ontbreken relatie tussen atriale en ventriculaire activiteit, beide zijn regulair totaal AV-blok = 3de graads AV-blok gevolgen 3de graad AV-blok = lichte duizeligheid tot collaps, daling RR en CO, infarct, astma cardiale, decompensatio cordis behandeling 3de graads AV-blok = atropine, isoprenaline, adrenaline, pacemaker pacemakerritme = spikes voor P-top of QRS-complex unipolaire draad pacemaker = grote spike in ecg bipolaire draad pacemaker = kleine spike in ecg NTBR, afkorting = not to be resuscitated NR, afkorting = niet reanimeren NTD, afkorting = non-treatment decisions klasse 1 NTD = alle behandelmogelijkheden inzetten klasse 2 NTD = welke behandelingen moeten worden nagelaten klasse 3 NTC = palliatieve zorg staat voorop wilsbeschikking = wat wil je na overlijden myocardprotectie = cardioplegie, lichaamstemperatuur laten dalen, korte/intermitterend afklemmen aorta cardioplegie = hart afkoelen en stilleggen na afklemmen aorta cardioplegie temperatuur vloeistof = 4 graden celsius cardioplegie temperatuur hart = 12-18 graden celsius antegrade toediening cardioplegische vloeistoffen = via de aortawortel in de arteriele coronairen retrograde toediening cardioplegische vloeistoffen = via rechter atrium in de veneuze coronairen ader in been voor bypass = vena saphena magna slagader in borst voor bypass = arteria mammaria slagader in maag voor bypass = arteria gastro-epiploica slagader arm voor bypass = arteria radialis distale anastomose graft = coronair proximale anastomose graft = aorta radioopaak = metale ring om proximale anastomose singe graft = 1 distale anastomose gemaakt jump graft = meerdere distale anastomose gemaakt sequentiele graft = meerdere distale anastomose gemaakt end-to-end anastomose = uiteinde graft wordt op coronair ingehecth side-to-side anastomose = zijkant graft wordt in gehecht op coronair IMA, afkorting = internal mammary artery ITA, afkorting = internal thoracic artery TAVI, afkorting = transcatheter aortic valve implantation MIMC, afkorting = minimaal invasieve mitraalklep chirurgie ECC, afkorting = extra corporale circulatie ACT, afkorting = activated stolling time ACT, normaal waarde = 120 seconden ACT, hart-long machine = 400-600 seconden totale bypass = rechteratrium is uitgesloten door katheter in vena cava superior en inferior partiele bypass = rechteratrium verzameld het bloed reperfusie periode = periode waarin het hart weer doorbloed wordt en moet gaan kloppen perfusietijd = tijd dat iemand aan hartlongmachine ligt aortaklemtijd = tijd dat aorta is afgeklemd bridging = lokaal dichtknijpen van arterie door spiervezels zelf ejectiefractie = percentage weggepompt bloed in functie van hoeveelheid opgeslagen bloed ejectiefractie 60% = goede hartfunctie ejectiefractie 30% = mindere of slechtere hartfunctie LAD, afkorting = linker ramus anterior descendens CX, afkorting = circumflex arterie ostiumstenose = stenose bij de oorsprong van de hoofdstam PTCA, afkorting = percutane transluminale coronaire angioplastiek PTCA = oprekken van coronaire door middel van een ballon PTA, afkorting = percutane transluminale angioplastiek CAG, afkorting = coronaire angiografie EFO, afkorting = elektrofysiologisch onderzoek EFO = door middel van elektrische signalen ritmestoornissen opwekken PM, afkorting = pacemaker ICD, afkorting = implanteerbare cardioverter defibrillator ATP, afkorting = antitachycardie stimulatie FFR, afkorting = functional flow reserve FFR = meten hoe vernauwd de vaten zijn IVUS, afkorting = intravasculaire ultrasound IVUS = echo onderzoek coronairen CAPD, afkorting = continue ambulante peritoneaal dialyse APD, afkorting = automatische peritoneaal dialyse medicamenteuze behandeling nierinsufficientie = fosfaatbinders, vitamine D-preparaten, ijzerpreparaten, EPO, multivitamine CVVH, afkorting = continue veno veneuze hemofiltratie A1-melding = binnen 15 minuten aanwezig A2-medling = binnen 30 minuten aanwezig omnipaque = infusievloeistof met lood VATS, afkorting = video assisted tomoscopie swinging hart = ventrikelseptum wiebelt op en neer AAA, afkorting = aneurysma aorta abdominalis AAAA, afkorting = acute aneurysma aorta abdominalis doppler rood =arterieel bloed, naar je toe doppler blauw = veneus bloed, van je af doppler groen = geen beweging van bloed openhartoperatie = hart aan hart-long machine monitor groen = hartfrequentie monitor rood = bloeddruk monitor wit = CVD monitor geel = PAP monitor paars = SpO2 etco2 = uitgeademde co2 in ademhaling hartfrequentie monitor = groen bloeddruk monitor = rood CVD monitor = wit PAP monitor = geel SpO2 monitor = paars AOS, afkorting = aortaklep stenose AOI, afkorting = aortaklep insufficientie oorzaken aortaklep-insufficientie = dilatatie aortawortel, destructie klepbladen, verkalking klepbladen symptomen aortaklep-insufficientie = moeheid, kortademigheid PMVL, afkorting = posterior mitralis valve leaflet AMVL, afkorting = anteriot mitralis valve leaflet oorzaken mitralisklep insufficientie = dysfunctie ventrikel, chorda-ruptuur of verlenging symptomen mitralisklep insufficientie = dyspnoe, moe, ritmestoornissen oorzaken mitralisklep stenose = acuut reuma symtpomen mitralis klep stenose = dyspnoe, moe, ritmestoornissen carpentien ring = ring om mitralisklep ziekte van marfan = dilatatie van de aortawortel bentall-procedure = sok om aortawortel met aortaklep oorzaken aorta dissectie = atherosclerose, bindweefselafwijkingen oorzaak aorta ruptuur = deceleratie trauma AMPLE, afkorting = allergie, medicatie, past, last meal, event thoraxdrains na hartoperatie = rechter en/of linker pleuraholte, pericard en/of mediastinum chylvocht = lymfevocht zorgen voor doorgankelijkheid drain = melden en strippen klachten bij nierfunctieverlies = vermoeidheid, droge huid, jeuk, misselijk, braken, hoge RR, infectiegevoelig ATN, afkorting = acute tubulusnecrose MDRD normaal waarde = boven de 60 GFR normaal waarde = boven de 30 ARAS, afkorting = ascending reticular activating system bewustzijn = ARAS, formatio reticularis, cortex functie ARAS = reguleren waak-slaap ritme, niveau bewustzijn/alertheid functie formatio reticularis = continue sturen van impulsen naar de spieren omneveld = geringe onrust, gedaald bewustzijn somnelent =verlaagd bewustzijn, slaperig gevoel soporeus = verlaagd bewustzijn, totale bewusteloosheid comateus = EMV onder E1M5V2 coma vigil = coma waarbij de ogen open zijn maar de patient niks kan bewegen of spreken ICP, afkorting = intracraniale druk normale ICP = 0-15 mm Hg of 12 cm H2O CCP, afkorting = cerebrale perfusie druk cushing respons = hypertensie en bradycardie cushing trias = hypertensie, bradycardie, abnormale ademhalingspatronen oorzaken verhoogde ICP = hersenbloeding, oedeem intracraniaal, waterhoofd, infectie/tumor in schedel verschijnselen verhoogde ICP = hoofdpijn, misselijkheid, braken, hikken, geeuwen complicaties verhoogde ICP = overlijden, blijvende neurologische schade, krampen, beroerte behandeling verhoogde ICP = behandeling oorzaak, schedelbot weghalen, cerebrospinale vloeistof af laten lopen SAB, afkorting = subarachnoidale bloeding oorzaak SAB = AVM, aneurysma AVM, afkorting = arterioveneuze malformatie verschijnselen SAB = hoofdpijn, misselijkheid, braken, gedaald bewustzijn complicaties SAB = secundaire ischemie, infecties, verlaagd natrium behandeling SAB = clippen of coilen nimodipine = voorkomen secundair aneurysma bij SAB subduraal hematoom oorzaak = trauma, ouderdom verschijnselen subduraal hematoom = hoofdpijn, misselijkheid braken, verlamming, spraak problemen complicaties subduraal hematoom = infectie, mengitis, subdurale ontsteking, recidief hematoom behandeling subduraal hematoom = luikje schedel, aftappen bloeduitstorting oorzaak intracerebrale bloeding = hypertensie, ruptuur arterie, AVM, herseninfarct verschijnselen intracerebrale bloeding = hoofdpijn, bewustzijnsverlies, misselijkheid, braken complicaties intracerebrale bloeding = opnieuw bloeden, infectie, zenuwschade, coma, overlijden behandeling intracerebrale bloeding = vitamine K, bloedplaatjes, operatie nicardipine, effect = RR verlager sinustrombose = afsluiting veneuze systeem hersenen sinustrombose, oorzaak = etterende ontsteking in hoofd, gestoorde bloedstolling verschijnselen sinustrombose = hoofdpijn, uitvalsverschijnselen, kramp, braken, koorts complicaties sinustrombose = concentratiestoornissen, hoofdpijn, geheugenstoornissen behandeling sinustrombose = bloedverdunners, behandeling oorzaak herseninfarct oorzaak = trombus, artherosclerose verschijnselen herseninfarct = scheve mond, verwarde spraak, lamme arm complicaties herseninfarct = verlamming, verwaarlozen lichaamshelft, problemen zien, vermoeidheid behandeling herseninfarct = trombolyse binnen 4,5 uur na eerste uitvalsverschijnselen, revalidatie oorzaak postanoxische encephalopathie = circulatiestilstand, ernstige ademhalingsproblemen, verschijnselen postanoxische encephalopathie = gestoord geheugen, concentratie problemen, verwardheid postanoxische encephalopathie = zuurstoftekort of tijdelijk bloedeloosheid hersenen complicaties postanoxische encephalopathie = coma, neurologische uitval behandeling postanoxische encephalopathie = behandeling van de oorzaak oorzaak traumatische schedel = trauma verschijnselen en complicaties traumatische schedel = vergeetachtigheid, verhoogde vermoeidheid, prikkelbaarheid behandeling traumatische schedel = behandeling van de oorzaak, leren omgaan met gevolgen meningitis = hersenvliesontsteking soorten mengitis = virale, bacteriele, schimmel, parasitaire, niet-infectieuze oorzaak virale meningitis = enterovirussen, Bof-virus, HIV oorzaak bacteriele meningitis = streptococcus pneumoniae oorzaak schimmel meningitis = verminderde afweer oorzaak parasitaire meningitis = eosinofielen in hersenvocht oorzaak niet-infectieuze meningitis = uitzaaiing kanker in hersenvlies verschijnselen meningitis = hoofdpijn, stijve nek, koorts, braken complicaties meningitis = cognitieve problemen, taalstoornissen, gedragsproblemen behandeling mengitis = behandeling van de oorzaak encephalitis = hersenontsteking encephalitis, oorzaak = virus, secundair, inenting, syfilis verschijnselen encephalitis = koorts, hoofdpijn, verlies eetlust, braken complicaties encephalitis = blijvende hersenschade, vermoeidheid, afasie, epilepsie behandeling encephalitis = rust, vocht, medicatie oorzaak hersenabces = bacterie, schimmel, verminderde afweer, bijholteontsteking verschijnselen hersenabces = hoofdpijn, neurologische uitvalsverschijnselen, epileptische aanvallen, misselijkheid en braken complicaties hersenabces = hersenvliesontsteking, epilepsie, hersenschade behandeling hersenabces = antibiotica, craniotomie verntriculitis = ontsteking ventrikels in de hersenen oorzaak ventriculitis = staphylococcus, bloed-hersenbarriere verschijnselen ventriculitits = hoofdpijn, nek/rugpijn, verhoogde hersendruk, duizeligheid complicaties ventriculitis = hydrocefalus, hersenabces, bewusteloosheid, dood behandeling ventriculitis = antibiotica, drainage cerebrospinale vloeistof verschijnselen neurotoxische intoxicatie = hersenletsel, spieruitval, coma oorzaken neurotoxische intoxicatie = beinvloeding stofwisseling neurotransmitters complicaties neurotoxische intoxicatie = cognitief, emotioneel behandeling neurotoxische intoxicatie = behandelen oorzaak, ontgiftigen oorzaken epilepsie = onbekend, erfelijk, hersenbeschadiging, zuurstoftekort verschijnselen epilepsie = partiele aanvallen, gegeneraliseerde aanvallen abcences = paar seconden buiten bewustzijn myoclonische = samentrekkingen in armen/benen tonisch-clonisch = verkramping en daarna schokken complicaties epilepsie = status epilepticus, hersenschade, overlijden behandeling epilepsie = medicatie, chirurgie, nervus vagus stimulatie, ketonendieet GCS, afkorting = glasgow coma scale EMV E4 = spontaan openen ogen EMV E3 = openen ogen op aanspreken EMV E2 = openen ogen op pijnprikkel EMV E1 = geen reactie EMV M6 = uitvoeren opdrachten EMV M5 = lokaliseren pijnprikkel EMV M4 = terugtrekken op pijnprikkel EMV M3 = abnormaal buigen op pijnprikkel EMV M2 = strekken op pijnprikkel EMV M1 = geen reactie EMV V5 = georienteerd EMV V4 = gedesorienteerd EMV V3 = Inadequaat EMV V2 = onverstaanbaar EMV V1 = geen reactie poikilothermie = geen vaste lichaamstemperatuur maar omgevingstemperatuur functies hersenstam = bewustzijn, vitale functies, evenwicht, primaire emoties functies cerebellum = coordinatie, fijne motoriek, evenwicht, coordinatie spraakspieren functies frontaalkwab = gedragsbeheersing, organisatie, concentratie, opslag functies parietaalkwab = sensibiliteit, gevoel, orientatie in ruimte functie temporaalkwab = auditore schors, zintuigen, herinneringen fucntie occipitaalkwab = visuele schors, motore afasie = wel weten wat te zeggen, niet kunnen zeggen sensore afasie = niet weten wat woorden betekenen hoeveelheid productie hersenvocht = 500 ml/24 uur volume liquor = 150 ml hersenvliezen = dura mater, arachnoid mater, pia mater soorten bloedend CVA = intraparenchymateus, SAB, subduraal, epiduraal commotio cerebri = traumatisch zonder beschadiging in hersenen contusio cerebri = traumatisch met beschadigd hersenweefsel diffuus axonale letsel = afscheuren neuronen door HET soorten hersenoedeem = vasogeen, cytotoxisch, osmotisch, hydrostatisch vasogeen hersenoedeem = verstoorde bloed hersen barriere cytotoxisch hersenoedeem = beschadigd weefsel trekt vocht aan osmotisch hersenoedeem = osmotische drukverschillen tussen hersenweefsel en intravasculair compartiment hydrostatisch hersenoedeem = drukverhoging in vaten na uitval auto-regulatie waar productie liquor = plexus choroideus en ependymcellen in ventrikels waar resorptie liquor = granulaties pacchioni penumbra = ischemische hersenschaduw agnosie = onvermogen om dingen te herkennen hemi apnopsie = utival van gedeelte van gezichtsveld neglect = negeren van deel lichaam ataxie = verstoringen in evenwicht en bewegingscoordinatie VP-drain = ventrikel-peritoneale drain vaststellen hersendood = prelabele voorwaarden, klinisch-neurologische onderzoek, aanvullend onderzoek hematocriet = hoeveelheid erytrocyten opgelost in vloeistof ASA-criteria 1 = gezonde patient ASA-criteria 2 = ziekte onder controle ASA-criteria 3 = ziekte niet onder controle met beperking ASA-criteria 4 = ernstig ziek, ernstige beperking ASA-criteria 5 = overlijden zonder ingreep binnen 24 uur NIDDM, afkorting = niet insuline afhankelijke diabetes mellitus PONV, afkorting = post operatieve nausia en vomiting GRIP,afkorting = gecoordineerde regionale incidentenbestrijdings procedure GRIP 1 = bronbestrijding GRIP 2 = bron- en effect bestrijding GRIP 3 = bedreiging welzijn van (grote) groepen van de bevolking GRIP 4 = gemeentegrens overschreidend GRIP 5 = veiligheidsrisico overschrijdend GRIP 6 = rijk MIST, afkorting = mechanisme of injury, injuries found and suspected, signs, treatment given pijlers anethesie = hypnotica, analgetica, relaxantia
Ingezonden op 06-04-2018 - 4990x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
15-04-2018
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!