Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 1 Werkcollege 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
1 Werkcollege 1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is het onschuldpresumptie? = Onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Een van de rechten van de verdachte. Waarom is het strafrecht belangrijk? = Orde houden in de samenleving. Wat is het doel van straffen? = Vergelding en preventie: algemene preventie en specifieke preventie. Wat is algemene preventie? = Gericht op de maatschappij. Wat is specifieke preventie? = Gericht op de dader. Welke drie verschillende typen strafrecht zijn er? = Materieel strafrecht: wetboek van strafrecht: wat mag er niet. Formeel strafrecht: wetboek van strafvordering: alle regels, procedure. En penitentiair strafrecht. Wat is het legaliteitsbeginsel? = Wat niet mag moet in de wet staan, want je mag niet straffen als het niet in de wet staat. Het staat in artikel 1 Sr en Sv. Er hoort een codificatieplicht bij: dingen moeten vastgelegd zijn. Er is ook een verbod op terugwerkende kracht: voor dat je iets doet, moet je weten dat het niet mag. Die wet moet er zijn op het moment van de handeling. Als er een gunstigere bepaling komt, moet je daar maar naar kijken art. 1 Sr. Een wet in materiële zin geldt ook. Het hoeft niet per se van de wetgever in formele zin te komen. Art. 1 Sv: Gemeente mag wel regels maken, maar ze hebben geen procesrecht. Ze mogen geen strafrechtsysteem hebben. Wat is commune strafrecht? = diefstal, verkrachting, etc. Wat is bijzonder strafrecht? = Aparte wetten. Bijv. wet wapens en munitie, opiumwet, etc. Staat niet specifiek in het strafrecht, maar het hoort er wel bij. Bijzondere wet heeft voorrang op de algemene wet. Welke drie rechters kun je voor je krijgen? = De kantonrechter, de politierechter of de meervoudige kamer (3 rechters). Wat kun je doen als je niet blij bent met je straf? = In hoger beroep naar het hof en pas daarna in cassatie bij de hoge raad. Wat is een griffier? = Die noteert alles in een rechtszaak. Waar zit de officier van justitie in een rechtszaak? = Naast de rechter. Waar zit de verdachte in een rechtszaak? = Tegenover de rechter. Wat is het verschil tussen een misdrijf of een overtreding? = Een overtreding is minder erg. Bij een misdrijf spreek je van een gevangenisstraf en bij een overtreding spreek je van hechtenis. In welke drie boeken is het wetboek van strafrecht opgedeeld? = 1. Algemene bepalingen 2. Misdrijven 3. Overtredingen. Het wetboek van strafvordering is opgedeeld in zes boeken. De eerste drie zijn van belang. Welke zijn dit? = 1. Algemene bepalingen 2. Strafvordering in eerste aanleg (eerste rechter die je ziet) 3. Rechtsmiddelen (wat je kunt doen als je het er niet mee eens bent. Hoger beroep en cassatie). In welk boek van het wetboek van strafvordering staan de rechter van het slachtoffer? = Boek 1 titel 3a. Waar staat in het wetboek van strafvordering wie er onderzoek mag doen? = Boek 2 titel 1 (art. 140 Sv, college van procereurs-generaal + art. 141 ambtenaren met algemene opsporingsbevoegdheid: politie, officier van justitie.) Door wie is het EVRM opgericht? = Door de raad van Europa. Meer landen dan in de EU: 47 landen. Naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog. Instantie die toets: EHRM: Europees Hof van de Rechten van de Mens. Waarom is het EVRM in Nederland van belang? = Vanwege artikel 93 Gw: wat in het EVRM staat geldt in Nederland. Art. 94 Gw: EVRM gaat voor op de Nederlandse wet. Wat houdt artikel 3 EVRM in? = De overheid mag niet folteren. Er zijn geen uitzondering. Dit gaat niet alleen om heftige martelpraktijken. Levenslange gevangenisstraf valt daar ook onder. Je mag alleen levenslang geven als je de straf evalueert. Nederland doet dat nog niet. Inhumane gevangenisstraf mag niet. Je mag ook niet vernederen: bijv. publiekelijk uitkleden. Als ze verder moeten gaan met fouilleren, moet dat in een aparte kamer. En bij een vrouw door een vrouw. Wat houdt artikel 5 EVRM in? = Het recht op vrijheid. Niet zo absoluut als artikel 3 (verbod op foltering). Dit kan beperkt worden bij een gevangenisstraf. Wat houdt artikel 8 EVRM in? = Eerbiediging privéleven, familie- en gezinsleven. Er maf bij wet inbreuk worden gemaakt op privéleven. Dus ook niet zo absoluut. Wat houdt artikel 6 EVRM in? = Een eerlijke en openbare behandeling door de rechter. Een onafhankelijke en onpartijdige rechter. Onafhankelijk: de rechter is in de trias politica onafhankelijk. Onpartijdig: niet bevooroordelen. Het onschuldigheidspresumptie (lid 2): onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Faciliteiten zoals: tolk, tijd om voor te bereiden, je mag zelf getuigen meenemen (lid 3). Wanneer heb je de rechten van artikel 6 EVRM? = Öztürk/Duitsland (EHRM NJ 1988,937) arrest: ongeluk met een auto. Er komt een zaak van en die vraag is of hij die rechten heeft. Het valt onder bestuursrecht, dus in beginsel zou je zeggen dan niet. Het EHRM zegt van wel. EHRM kijkt naar drie dingen: 1. Plaats in de wet/ in nationaal recht (Sr). 2. Aard van het vergrijp. Is het doel om te straffen? Geldt het voor een ieder? Bij een boete is dat zo: strafrechtelijk voor een ieder. 3. Sanctiezwaarte: bij een enorme boete is het strafrechtelijk. De zaak is op punt twee al gewonnen, want er moet aan één van de drie voorwaarden zijn voldaan. Daarom wordt punt drie niet meer behandelt, maar wel genoemd. Hij moest in eerste instantie de tolk zelf betalen, maar in de zaak kreeg hij gelijk en hoefde hij de tolk niet zelf te betalen, want ze willen je straffen met die boete en eenieder zou die krijgen. Studenten Bobby en Jos geven een huisfeestje. De heren slaan flink wat bier in en nodigen al hun vrienden uit, Na middennacht zit de sfeer er goed in. Er zijn zelfs zoveel mensen, dat het bier al snel op is. Bobby en Jos besluiten de biertaxi te bellen om de voorraden aan te vullen. Omdat het feestje op deze manier erg duur dreigt te worden, besluiten Bobby en Jos om 5 euro per alcoholische consumptie te rekenen. Zo raken ze uit de kosten en kunnen meteen hun collegegeld voor volgend jaar bij elkaar sparen. De feestgangers zijn inmiddels hartstikke dronken en vinden het allemaal best. Bobby en Jos ook, totdat zij enige tijd na het feestje een bestuurlijke boete van 20.000 euro krijgen wegens het verkopen van alcoholische consumpties zonder de daarvoor vereiste ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Zet gemotiveerd uiteen of Bobby en Jos ter zake van de bestuurlijke boete de bescherming van artikel 6 EVRM kunnen inroepen. = Op punt 3 van het Öztürk/Duitsland arrest vallen ze binnen de bescherming van 6 EVRM. (Aard: niet heel strafrechtelijk). Tony laat op een dag zijn hond uit. Op een rustig stuk openbare weg laat hij zijn hond zonder lijn lopen. Een paar minuten later stopt een politieauto bij Tony en wordt hem gevraagd of hij weet dat hier een aanlijnplicht voor honden geldt (o.g.v. APV). Tony zegt dat hij van niets weet en zich niet aan de aanlijnplicht zal houden. Hij wordt prompt gearresteerd. Daarop begint Tony te schelden. Dat schijnt ook al niet te mogen. Dan wordt Tony pas echt kwaad en begint om zich heen te meppen, en te roepen dat hij de agenten zal neersteken. Nadat de agenten Tony onder controle hebben, zetten ze hem tegen de politieauto en fouilleren hem waarbij de agenten de broek van Tony tot aan de enkels omlaat trekken. Hij moet vervolgens mee naar het bureau. Waar is de bevoegdheid tot arrestatie en fouillering geregeld? Geef gemotiveerd aan op welke rechten uit het EVRM de agenten door de handelswijze inbreuk maken? = Artikel 3 EVRM: vernederende behandeling. Tony laat op een dag zijn hond uit. Op een rustig stuk openbare weg laat hij zijn hond zonder lijn lopen. Een paar minuten later stopt een politieauto bij Tony en wordt hem gevraagd of hij weet dat hier een aanlijnplicht voor honden geldt (o.g.v. APV). Tony zegt dat hij van niets weet en zich niet aan de aanlijnplicht zal houden. Hij wordt prompt gearresteerd. Daarop begint Tony te schelden. Dat schijnt ook al niet te mogen. Dan wordt Tony pas echt kwaad en begint om zich heen te meppen, en te roepen dat hij de agenten zal neersteken. Nadat de agenten Tony onder controle hebben, zetten ze hem tegen de politieauto en fouilleren hem waarbij de agenten de broek van Tony tot aan de enkels omlaat trekken. Hij moet vervolgens mee naar het bureau. Welke strafbepaling overtreedt Tony vermoedelijk? En stel dat zijn gedrag naar Nederlands strafrecht ongeoorloofd is, kan Tony dan een beroep op schendig van een of meer mensenrechten doen? = Aanlijnplicht, bedreiging, belediging van een ambtenaar in functie. Artikel 10 EVRM: vrijheid van meningsuiting zou je er tegenin kunnen brengen. Dat wordt vaak ingezet. Wat zou je als advocaat van Willem Holleeder kunnen zeggen over het proces? = Het boek is een inbreuk op zijn privéleven: artikel 8 EVRM. En de rechter die het boek leest is niet onpartijdig: artikel 6 EVRM.
Ingezonden op 22-04-2018 - 1058x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!