Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 3 Hoorcollege 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
3 Hoorcollege 3
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is proactief optreden? = Voor strafbaar feit of voor verdachte. Bijv. verkennend onderzoek. Voorbereiding van opsporing. Wat zijn dwangmiddelen? = Het moet gaan om bij wet in formele zin geregelde instrumenten. Zonder waarbij de politie inbreuk mag maken op bepaalde grondrechten en vrijheden van burgers. Zonder toestemming en desnoods met enig proportioneel geweld. Aangewend in het belang van strafvordering. Wat zijn opsporingsmiddelen? = Bijv. Je laten besnuffelen door een speurhond, Gebruik warmtebeeldkijker, Google-earth, Camerabeelden, foto’s vanaf openbare weg, Drones, Opsporingsberichtgeving, ‘Strotten’, Kunstmatige file creëren , Uitpeilen van je mobiele telefoon (stealth-sms, IMSI-catcher), Verspreiden van ruis-informatie, Werken onder dekmantel, Etc. De Hoge Raad heeft zich over opsporingsmiddelen uitgelaten: In beginsel zijn deze opsporingsmiddelen toegelaten op grond van artikel 3 politiewet. Het mag alleen maar als het een beperkte inbreuk maakt op jouw persoonlijke levenssfeer. En alle normale middelen moeten uitgeput zijn. Als het opsporingsmiddel echt inbreuk maakt, dan houdt het op, want dan is het een dwangmiddel en dan moet het in de wet staan. Wat voor dwangmiddelen heb je? = 1. Dwangmiddelen die inbreuk maken op bewegingsvrijheid. 2. Dwangmiddelen van goederen. 3. Steundwangmiddelen: het ene dwangmiddel is nodig om het andere dwangmiddel voor elkaar te krijgen. Wat zijn de vrijheidsbenemende dwangmiddelen? = Staande houding, Aanhouding, Ophouden voor onderzoek, Inverzekeringstelling, Bewaring, Gevangenhouding, (gevangenneming). Wordt de volle periode van voorarrest meestal benut? = Nee, alleen bij echt ernstige gevallen. Meestal kun je de zaak in vrijheid afwachten. Wat zij dwangmiddelen van goederen? = Moderne dwangmiddelen: nieuw in de wet. Ze bestaan uit opsporingsmiddelen die worden doorgeschoten die ze in de wet waren gaan regelen. Zijn in de wet gekomen na de parlementaire enquête Van Traa (1996; IRT-affaire). Bijzondere bevoegdheden tot opsporing (art. 126g – art. 126zu Sv). Telecommunicatie (telefoontap), Plaatsbepalingsapparatuur, Afluisteren, Observatie, Infiltratie, Stelselmatige inwinning van informatie, Pseudokoop, Pseudodienstverlening, Bijstand burgers bij opsporing, Etc. Klassieke dwangmiddelen: Inbeslagneming, betreden van plaatsen, doorzoeking, onderzoek aan lichaam en kleding. Wat is inbeslagneming? = Artikel 94 en 94a Sv. Het heeft drie kerndoelen: Waarheidsvinding, ontneming illegaal voordeel, veiligstellen schadeclaim slachtoffer. Verder staat er bijna niets. Er staat niet hoe je in beslag moet nemen, dus dat is vrij. Er staat wel wanneer het mag: artikel 95 en 96 Sv. Art. 95 Sv: staande houden, aanhouden: voorwerpen die hij bij zich heeft. Art. 96 Sv: andere voorwerpen gaan om heterdaad of misdrijf van artikel 67 Sv: 4 jaar of meer maximum gevangenisstraf. Waarheidsvinding: het voorwerp kan bijvoorbeeld sporen bevatten bijv. vingerafdrukken. Andere spoordragers zijn drugs, sporen die DNA-houdendmateriaal kunnen bevatten. Hoe gaat de teruggave van de in beslag genomen spullen? = Sv regelt geen privaatrechtelijke betrekkingen: als spullen niet meer nodig zijn dan gaan ze terug naar degene van wie ze in beslag genomen zijn of als er afstand van is gedaan naar de rechtvaardige eigenaar (bij diefstal) of het wordt vernietigd (bij drugs). Indien het belang van strafvordering nog aanwezig is, of er is geen afstand van het voorwerp gedaan: In bewaring tot zitting: rechter beslist. Tot teruggave aan veroordeelde / slachtoffer / derde. Tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer. Als het kan en verantwoord is terug naar degene bij wie het in beslag genomen is. Het gaat dan terug naar de verdachte. Als je je fiets hebt uitgeleend en die persoon pleegt er een misdaad mee en de fiets wordt in beslag genomen, gaat de fiets terug naar de verdachte. Er is wel een pieksysteem waar je kunt klagen als spullen van jou onder een ander in beslag zijn genomen. Hoe werkt het betreden van plaatsen artikel 55, 96 Sv? = Bevoegdheid: Art. 96 Sv: ter inbeslagneming. Art. 55 Sv: ter aanhouding. Grenzen: Niet meer dan ‘zoekend rondkijken’. Niet in woningen (tenzij machtiging of toestemming bewoner). Niet in kantoren van de geheimhouders. Zoekend rondkijken kan het openen van een enkel kastje zijn (niet als er maar één kastje is) of op knieën onder de kast kijken. Wat zijn de geheimhouders? = Advocaat, notaris, geestelijke en de medicus/arts. Wat is doorzoeken? = Stelselmatig en gericht zoeken: HR 28 mei 1985, NJ 1985/822, Cocaïne in keukenkastje (zeer grondig zoeken, uitkammen, uitspitten). Heel grondig zoeken. Desnoods met enig proportioneel geweld. Bank opensnijden. Weghalen stuk wand waar vermoedelijk iets achter zit. Mits proportioneel is dat toegelaten. Dat hakt er dus in. Een doorzoeking kan ingrijpende gevolgen hebben voor degene bij wie het plaatsvindt. Doorzoeken kan gaan om woningen, computers en andere dingen. Drie vragen om er achter te komen of je te maken hebt met doorzoeking: Hoe lang heeft het geduurd? Zijn ze uren bezig geweest, wijst het op een doorzoeking. Zijn er privacygevoelige ruimtes bekeken? Als er langer in zo’n ruimte is gekeken, is een doorzoeking waarschijnlijker. Zijn er spullen kapot gegaan? Zo ja, wijst dat op een doorzoeking. Wie is bevoegd tot doorzoeken? = Art. 110 Sv. Rechter-commissaris: overal. Art. 96c Sv. Officier van justitie: overal, maar niet in woningen en kantoren geheimhouders. Art. 55a Sv / art. 96b Sv / art. 49 WWM. Politie: ter aanhouding verdachte, en: in voertuigen, en: bij verdenking aanwezigheid van (vuur)wapens. De politie mag niet doorzoeken alleen zoekend rondkijken. Wat is onderzoek aan het lichaam? = Artikel 56 en 195 Sv. Aan kleding, aan lichaam en in lichaam: het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het onderlichaam, röntgenonderzoek, echografie en het inwendig manueel onderzoek van openingen en holten van het lichaam. Je kunt ook drugsbolletjes in je lichaam verstoppen. Onderzoek aan kleding: fouillering: alle kleding die de verdachte aan heeft of bij zich heeft. Ook tassen. Schoenzool waar misschien een verborgen ruimte in zit. Het mag met enig proportioneel geweld. Voering mag losgesneden worden. Grijs gebied. Voorbeeld vrouw met baby: als er iets in de luier van de baby zit. Is het dan onderzoek kleding van de verdachte of bij baby die geen verdachte kan zijn. Aan lichaam: bijv. blauwe plekken, schotwonden, lichaamskenmerken. Bijv. tatoeage. Bevoegdheden: de wet geeft dat aan. Artikel 56: politie mag aan kleding doorzoeken. Officier van justitie: kleding aan/in lichaam. Naar mate het dwangmiddel ingrijpender wordt, moet er een hogere instantie aan te pas komen. Rechter-commissaris is de enige die dit dwangmiddel ook aan derden mag opleggen. Een niet-verdachte, getuige. Hoe gaat de afronding van het opsporingsonderzoek? = Eerst heb je een aanleiding, aangifte, verdachte, vast gezet, verhoord, getuigen opgespoord, eventueel technisch en forensisch onderzoek en een overzicht van alle dwangmiddelen die de politie heeft toegepast. En als we dat hebben, komt er een eindproces-verbaal. Dat is het eind van het werk van de politie en het begin van het werk van de officier van justitie. Soms komt het terug voor meer onderzoek, maar in principe is de politie klaar. De officier van justitie/OM heeft het opsporingsmonopolie. 1e mogelijkheid: opportuniteitsbeginsel: van vervolging kan worden afgezien als er kan worden aangetoond dat met vervolging geen enkel belang is gediend. Er is dan sprake van seponeren (het sepot). 2e mogelijkheid: is een tussencategorie: mogelijkheid voor de verdachte om te schikken. Meestal geldbedrag: transactie. Het aanvoeren van een transactie betekent nooit een schuldbekentenis. 3e mogelijkheid: de officier gaat zelf vervolgen. 4e mogelijkheid: zaak aan de rechter voorleggen: dagvaarden. Welke vormen van seponeren zijn er? = 1. Bewijssepot (of technisch of haalbaarheidssepot) 2. Beleidssepot (of opportuniteitsepot) 3. Informeel sepot. 4. Formeel sepot. Wat is een bewijssepot (of technisch of haalbaarheidssepot)? = Er is niet genoeg bewijs om de zaak rond te krijgen. Wat is een beleidssepot (of opportuniteitssepot)? = Je dient geen algemeen belang met vervolging en daarom besluit je niet te vervolgen. Wat is een informeel sepot? = De beslissing om te seponeren is vorm vrij. Dat mag via een brief of email. Wat is een formeel sepot? = Op een paar plaatsen in de wet wordt het geëist dat de beslissing om de seponeren formeler bekendgemaakt wordt. Dit komt soms voor. Wat is een sepot? = Artikel 246 Sv: kennisgeving van niet verdere vervolging. Kan de officier van justitie terugkomen op een sepot? = In beginsel niet. Dit is het gevolg van het bestuursrechtelijk vertrouwensbeginsel. Het kan alleen als de officier van justitie kan aantonen dat na de sepotbeslissing nieuwe bezwaren gekomen zijn, die eerder niet bekend hadden kunnen zijn. Nieuw bewijs op tafel. Bij een formeel sepot is de officier van justitie strenger dan bij een informeel sepot. Wat is transigeren? = Een schikkingsvoorstel met de verdachte. Door het aanvaarden van het schikkingsvoorstel voorkom je vervolging (art. 74 Sr). Wat is een strafbeschikking? = Dit is een daad van vervolging dus daar krijg je een strafblad voor. Het OM kan kiezen voor: taakstraf 180 uren, geldboete, onttrekking aan het verkeer, schade slachtoffer vergoeden, rijontzegging 6 maanden, bijzondere aanwijzingen (art. 257a Sv). Bestrafte is de term voor iemand die een strafbeschikking krijgt. Wat kan de bestrafte doen als hij/zij het niet eens is met een strafbeschikking? = Diegene kan bij de strafrechter in verzet en dan wordt diegene weer verdachte. Welke drie soorten vervolgingsbeletselen zijn er? = De geschreven wettelijke vervolgingsbeletselen. De geschreven verdragsrechtelijke vervolgingsbeletselen. De ongeschreven vervolgingsbeletselen. Wat zijn vervolgingsbeletselen? = Ze beletten de vervolging, dus dan mag je niet dagvaarden. Wat zijn de geschreven wettelijke vervolgingsbeletselen en waar staan ze? = In het wetboek van strafrecht en enkelen in het wetboek van strafvordering. 1. Rechtsmacht: grenzen/territorium. Alleen in Nederland. 2. Klachtendelicten: feiten waarbij je alleen mag vervolgen bij een klacht van het slachtoffer. Bijv. belediging of stalking. 3. Ne bis in idem beginsel: Je kunt maar een keer vervolgd worden voor hetzelfde feit. 4. Als de verdachte is overleden: nabestaanden kunnen strafrechtelijk niet worden lastiggevallen. 5. Verjaring feit. 6. Bij een transactie of strafbeschikking die aanvaard of geaccepteerd is. 7. Overdracht: Wij kunnen in Nederland een strafzaak tegen een Nederlander overdragen aan een strafrechter in een ander land. Ook de zaak bijv. als iemand dingen in twee landen pleegt en in een van de landen vervolgd wordt. 8. Leeftijd: Onder de twaalf jaar kun je niets. Dit is een keuze. In Engeland is het tien jaar en ergens anders 14 jaar. Welk geschreven vervolgingsbeletsel zie je in verdragen? = Artikel 6 EVRM: een vervolging waarbij het OM 6 jaar niets heeft gedaan is kansloos. Welke ongeschreven vervolgingsbeletselen zijn er? = 1. HR 19 december 1995, NJ 1996/249 Charles Z arrest: Onrechtmatig handelen van de politie waar het OM voor verantwoordelijk is. Bijv. misbruik van bevoegdheid etc. Rechten van de verdachte geschonden (onrechtmatig). Grove schendingen van de beginselen van behoorlijk strafprocesrecht: vertrouwensbeginsel, verbod van détournement de pouvoir, Gelijkheidsbeginsel / verbod van willekeur. 2. HR 26 april 2016, NJ 2016/388 Arrest Checkpoint Terneuzen: Indien geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. Uitleg opportuniteitsbeginsel: algemeen belang met vervolging gediend. Dit arrest geeft de ondergrens aan.
Ingezonden op 16-05-2018 - 1782x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!