Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 4 Werkcollege 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
4 Werkcollege 4
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wie neemt de vervolgbeslissing? = Het OM. Het OM heeft een vervolgingsmonopolie. De officier van justitie neemt de feitelijke beslissing. In hoger beroep bepaalt de Advocaat Generaal. In de praktijk nemen parketsecretaressen bij kleine zaken ook deze beslissing. Welke keuzes heeft het OM om te vervolgen? = Ze kunnen een rechter bij de zaak bestrekken of ze kunnen kiezen voor een strafbeschikking. Wat is het opportuniteitsbeginsel? = Het vervolgingsmonopolie van het OM. Artikel 167 lid 1 Sv. Wat is de begrenzing van de opportuniteit? = Als een burger het niet eens is met een sepot kun je een klacht indienen bij het gerechtshof: klachtenprocedure artikel 12 Sv. Het Hof wint opnieuw advies in van de officier van justitie. Door de Advocaat Generaal in hoger beroep wordt nog een keer advies gegeven over vervolgen. Er komt dan een zaak waarin het slachtoffer nog een keer kan vertellen waarom vervolgd moet worden. Het Hof bepaalt dan of er vervolgd moet worden. Hier kan geen beroep of cassatie worden ingesteld. Van de 15 zaken gaan er 1 of 2 vervolgen. Als er wordt gezegd dat er vervolgd moet worden, begint de zaak opnieuw. Soms wordt er gezegd dat er meer onderzoek moet worden gedaan. Andere begrenzing: als je het niet eens bent met de dagvaarding omdat je bijv. al een transactie hebt betaald. Artikel 262 Sv: bezwaar tegen dagvaarding. Er wordt dan niet inhoudelijk gekeken naar of je het wel op niet gedaan hebt, want dat komt met het onderzoek ter terechtzitting. Een derde begrenzing: Landelijke richtlijnen college van PG waar ze zich bijvoorbeeld op moeten focussen. Laatste begrenzing: recht toetsing op zitting omdat er strijd is met: het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en nog iets anders. Als dit is wordt de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard. Dat wordt op de zitting getoetst. De minister van justitie en veiligheid kan in uitzonderingsgevallen ook richtlijnen geven, maar dit gebeurt niet vaak omdat de politiek zich eigenlijk niet met het OM kan bemoeien. Waar gaat het arrest HR 6 november 2012, NJ 2013, 109 (Toetsing vervolgingsbeslissing) over? = De rechter mag maar heel beperkt toetsen of een vervolgbeslissing redelijk is, want het is een beslissing van het OM. Het gaat om de vraag waarom de man wel vervolgd wordt maar de vrouwen niet. Er is een verbod op willekeur. Er was niemand bij dus wie zegt dat die zeken echt gelijk zijn? Er wordt best vaak beroep op gedaan, maar meestal is het niet te toetsen, alleen met bijv. camera’s. Wat is een formeel sepot? = Er zijn al onderzoekshandelingen geweest en vervolgingshandelingen. Soms is er zelfs al een rechter bij geweest. Je moet het de verdachte officieel laten weten: kennisgeving van niet verdere vervolging artikel 242 lid 2 jo 243 Sv. Waar kan het OM uit kiezen als het besluit wel te vervolgen? = Uit dagvaarden: er wordt dan een rechter bij betrokken, er wordt onderzoek gedaan door de rechter commissaris art. 181 Sv, vordering doorzoeking art. 110 Sv, vordering bewaring art. 63 Sv, dagvaarden 258 Sv: externe eisen (art. 285 Sv): 1. Persoonsaanduiding 2. Oproepingsfunctie. Interne eisen (art. 261 Sv): 1. Informatiefunctie 2. Beschuldigingsfunctie. En een strafbeschikking: het OM legt een straf op. Europees hof heeft goed gekeurd omdat hechtenis niet kan. Vrijheidstraf moet opgelegd worden door de rechter. Ze keuren het ook goed omdat je via verzet toch bij de rechter kunt komen. Die optie heb je wel. Artikel 257a Sv. Misdrijven minder dan 6 jaar en overtredingen. Bijv. taakstraf, geldboete, inbeslagneming, etc. Bij taakstraf moeten ze de verdachte horen. Dat is heel informeel in een kamertje met de officier van justitie of een parketsecretaris en dan een gesprek over het feit: een TOM-zitting. Wat zijn de eisen aan een dagvaarding? = Externe eisen (art. 285 Sv): 1. Persoonsaanduiding 2. Oproepingsfunctie. Interne eisen (art. 261 Sv): 1. Informatiefunctie 2. Beschuldigingsfunctie. Wat is een TOM-zitting? = Als het OM je via een strafbeschikking een taakstraf wil geven, moeten ze je verhoren. Dat verhoor is een TOM-zitting. Het is eigenlijk meer een informeel gesprek. Wat is een technisch sepot? = Je kan niet vervolgen. Bijv. geen bewijs. Als er meer bewijs komt, zou je alsnog mogen vervolgen. Wat is een beleidssepot? = Vervolgen kan wel, maar het OM doet het niet, omdat ze andere prioriteiten hebben. Je kan er ook voorwaarden aan verbinden. Bijv. een geldboete. Als er bij een beleidssepot aan voorwaarden is voldaan, mag je niet alsnog vervolgen. Waarvan is transactie een vorm? = Van een sepotbeslissing. Dit kan voor misdrijven met een straf van minder dan 6 jaar en voor overtredingen. Waar gaat het arrest Parkeerwachter (HR 19 september 1989, NJ 1989, 379) over? = Het gaat over het vertrouwensbeginsel. De toezegging om geen boete op te leggen was van de politie niet van het OM. De politie kan ook seponeren, maar niet onder voorwaarden van bijv. een taakstraf. Binnen hoeveel dagen kan je in verzet tegen een strafbeschikking? = Binnen 14 dagen artikel 257e SV. Dat vereist wel actie van de verdachte, want als je niets doen, wordt de strafbeschikking ten uitvoer gelegd. Hoe zit het met een transactie en een strafbeschikking bij een verklaring van goed verdrag? = Ze tellen anders mee. Ze komen beide op het strafblad. Het OM kan een strafbeschikking zelf ten uitvoer leggen. Bij voorwaarden voor een sepot kunnen ze het niet zelf ten uitvoer leggen. Wel opnieuw naar de rechter brengen. Als de verdachte bij een strafbeschikking echt niet meewerkt, kun je ook voor de rechter brengen, nadat dwingen niet werkt. Waar draait een dagvaarding op? = Om een tenlastelegging. Het strafbare feit staat daarin. Wat is het verschil tussen moord en doodslag? = Het verschil ertussen is of het met voorbedachten rade (moord) is of niet (doodslag). Welke verschillende soorten tenlasteleggingen heb je? = Primair-subsidiaire tenlastelegging: bijv. een man rijdt hard op iemand af met een auto. Primair: poging doodslag. Subsidiair: poging zware mishandeling. Meer subsidiair: bedreiging met dood dan wel zwaar lichamelijk letsel. Je kun een heel rijtje afgaan en steeds meer subsidiair gaan. De rechter moet wel het rijtje afgaan. Je gaat in de rechtszaak dan eerst poging doodslag bewijzen en als dat niet lukt, ga je naar het subsidiaire feit. En zo ga je dat rijtje in volgorde af. Wanneer het primaire feit wordt bewezen, hoef je niet meer naar de rest te kijken. Cumulatieve tenlastelegging: bijv. wanneer er politie bij komt en je scheldt hem uit en slaat hem. Dan heb je hiervoor als feit 1 bedreiging ambtenaar in functie als feit 2 en mishandeling als feit 3… Je kunt ze apart dagvaarden als je dat wil. Er zijn meerdere feiten. Alternatieve tenlastelegging: bijv. diefstal of heling. De rechter mag kiezen welke bewezen kan worden en waarvoor hij/zij veroordeeld. Wat is een primair-subsidiaire tenlastelegging? = Bijv. een man rijdt hard op iemand af met een auto. Primair: poging doodslag. Subsidiair: poging zware mishandeling. Meer subsidiair: bedreiging met dood dan wel zwaar lichamelijk letsel. Je kun een heel rijtje afgaan en steeds meer subsidiair gaan. De rechter moet wel het rijtje afgaan. Je gaat in de rechtszaak dan eerst poging doodslag bewijzen en als dat niet lukt, ga je naar het subsidiaire feit. En zo ga je dat rijtje in volgorde af. Wanneer het primaire feit wordt bewezen, hoef je niet meer naar de rest te kijken. Wat is een cumulatieve tenlastelegging? = Bijv. wanneer er politie bij komt en je scheldt hem uit en slaat hem. Dan heb je hiervoor als feit 1 bedreiging ambtenaar in functie als feit 2 en mishandeling als feit 3… Je kunt ze apart dagvaarden als je dat wil. Er zijn meerdere feiten. Wat is een alternatieve tenlastelegging? = Bijv. diefstal of heling. De rechter mag kiezen welke bewezen kan worden en waarvoor hij/zij veroordeeld. Hoe gaat het bepalen van de straf bij meerdere feiten? = De rechter kijkt in zijn geheel naar de zaken en dan is de straf lager dan wanneer je alles los ten laste legt. Maar wanneer je alles los dagvaart, moet de rechter er wel rekening mee houden. Als je naast moord ook diefstal op de tenlastelegging hebt staat, valt de diefstal in het niet. Sarah is een handige ‘doe-het-zelver’, de hele dag is zij bezig met het maken en/of repareren van allerlei voorwerpen. Tijdens een koopavond loopt Sarah de plaatselijke bouwmarkt uit met een stuk kunststof pijp zonder ervoor te betalen. Sarah wordt aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Zij bekent direct. De officier van justitie vindt dat Sarah “al genoeg gestraft is” door haar verblijf op het politiebureau. Hij seponeert de zaak mondeling en deelt Sarah mee dat zij aan een zelfbeheersingscursus moet deelnemen zodat zij leert haar wilde uitspattingen onder controle te krijgen. Zet gemotiveerd uiteen op grond van welke bepaling(en) deze beslissing van de officier van justitie is gebaseerd. = De officier maakt een sepot beslissing. Dit is een informeel sepot, want er is nog geen rechter bij betrokken. Het is een beleidssepot, want er is technisch bewijs, want het was heterdaad. Er worden ook voorwaarden aan verbonden en dat kan niet bij een technisch sepot. Sarah is een handige ‘doe-het-zelver’, de hele dag is zij bezig met het maken en/of repareren van allerlei voorwerpen. Tijdens een koopavond loopt Sarah de plaatselijke bouwmarkt uit met een stuk kunststof pijp zonder ervoor te betalen. Sarah wordt aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Zij bekent direct. De officier van justitie vindt dat Sarah “al genoeg gestraft is” door haar verblijf op het politiebureau. Hij seponeert de zaak mondeling en deelt Sarah mee dat zij aan een zelfbeheersingscursus moet deelnemen zodat zij leert haar wilde uitspattingen onder controle te krijgen. Sarah stemt met de beslissing van de officier in en volgt een zelfbeheersingscursus. De officier wordt van dat laatste echter niet op de hoogte gesteld, zodat deze na afloop van de gestelde termijn toch tot dagvaarding van Sarah overgaat. Welk verweer zou u als raadsman of -vrouw van Sarah ter terechtzitting voeren? = Het vertrouwensbeginsel is geschonden. Beslissing rechter als hij/zij meegaat met verweer: officier van justitie niet ontvankelijk (ne bis idem: niet twee keer voor hetzelfde vervolgen geldt hier niet, want het gaat dan echt over vervolgen). Sarah is een handige ‘doe-het-zelver’, de hele dag is zij bezig met het maken en/of repareren van allerlei voorwerpen. Tijdens een koopavond loopt Sarah de plaatselijke bouwmarkt uit met een stuk kunststof pijp zonder ervoor te betalen. Sarah wordt aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Zij bekent direct. De officier van justitie vindt dat Sarah “al genoeg gestraft is” door haar verblijf op het politiebureau. Hij seponeert de zaak mondeling en deelt Sarah mee dat zij aan een zelfbeheersingscursus moet deelnemen zodat zij leert haar wilde uitspattingen onder controle te krijgen. Sarah stemt met de beslissing van de officier in en volgt een zelfbeheersingscursus. De officier wordt van dat laatste echter niet op de hoogte gesteld, zodat deze na afloop van de gestelde termijn toch tot dagvaarding van Sarah overgaat. Stel, Sarah wordt voorts verdacht van mishandeling met voorbedachten rade (art. 301 Sr). De winkelbediende heeft namelijk verklaard dat Sarah woedend zijn bouwmarkt is binnengelopen en met een honkbalknuppel de bediende in zijn buik heeft geslagen omdat hij haar eerder heeft laten aanhouden voor het stelen van een kunststofpijp. Sarah ontkent dit voorval. Na een tijd in verzekering en in bewaring te hebben doorgebracht, wordt Sarah op vrije voeten gesteld omdat zich verder geen getuigen melden die over het voorval kunnen verklaren. Zet gemotiveerd uiteen op grond van welke bepaling(en) deze beslissing van de officier van justitie is genomen. = Er is dus een rechter bij geweest (in verzekering en bewaring). Het is formeel, want de rechter is er bij geweest.
Ingezonden op 18-05-2018 - 1898x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!