Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 11 Werkcollege 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
11 Werkcollege 11
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke deelnemingsvormen zijn er? = 1. Daders: plegers, doenplegers, medeplegers en uitlokkers (artikel 47 Sr). 2. Medeplichtige (artikel 48 Sr). Medeplichtige en medeplegers zijn in de praktijk het vaakst aan de orde. Wat is medeplegen artikel 47 Sr? = 1. Bewuste en nauwe samenwerking. 2. Moet zijn gericht op strafbaar feit: kan voltooid, poging en voorbereidingshandelingen zijn: accessoriteitsbeginsel. 3. Er moet sprake zijn van opzet op het medepleger en opzet op het gronddelict: dubbel opzet. Opzet is lastig: stel dat jouw medepleger verder gaat dan dat jij bedoeld had. Het opzet volgt het opzet wat jij ook hebt, niet waar jouw medepleger naar toe gaat. Als je samen besluit te mishandelen en het slachtoffer overlijdt, dan geldt de strafverzwarende omstandigheid voor allebei. Gedragingen die plaats vinden na het strafbare feit kunnen niet gelden als medeplegen. Lex specialis: artikel 311/312 diefstal in vereniging, diefstal met geweld. Artikel 138/139 lokaal vredebreuk. Artikel 141 openlijke geweldpleging: voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan geweld. In deze artikelen wordt een strafverhoging toegepast: 1/3 hoger dan gewone straf. Ook medepleging in gewone delicten werkt ook strafverhogend. Medeplegen is dus eigenlijk erger dan het feit alleen plegen. Wat is een medeplichtige artikel 48 Sr? = Voorwaarden: 1. Behulpzaam zijn bij en tot gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen. Behulpzaam bij: simultane medeplichtigheid: gelijktijdig. Behulp tot: vooraf. Dit kan door elkaar heen lopen. 2. Dit is hier beperkt tegenover medeplegen: het moet gaan om een misdrijf: artikel 48 Sr + 52 Sr. De eis van dubbel opzet geldt hier wel: opzet op medeplichtigheid en op het gronddelict. Het opzet van de medeplichtige volgt de kwalificatie van het opzet van de pleger. Dus als de pleger verder gaat, dan volg je die kwalificatie ook. Dat is gek, maar dat komt omdat je een ondergeschikte rol hebt. Als jouw opzet op een lichter of zwaarder delict was dan wordt daar wel rekening mee gehouden in de strafmaat. Dit is alleen met meerdere en mindere bijv. eenvoudige mishandeling mishandeling met dood als gevolg. Wanneer je opzet hebt op helpen bij inbraak en de dader vermoord iemand, dan volgt jouw opzet als medeplichtige niet. Strafbedreiging is 1/3 van de straf op het gronddelict. Het is niet noodzakelijk dat de pleger al veroordeeld is. Het kan zelfs zijn dat de pleger is vrijgesproken. Ook bij medeplegen kan het zijn dat de pleger is vrijgesproken. Ook bij medeplegen kan het zijn dat de ene samenstelling de ene veroordeeld wordt en de ander vrijgesproken. Hoe noem je het vragen om een nieuwe samenstelling van rechters? = Wraking. Het is een motie van wantrouwen naar de rechter en niet netjes om om het minste of geringste te doen. Welke voorwaarde is bij medeplegen het lastigst? = Bewuste en nauwe samenwerking. Hoe is de ontwikkeling van het criterium bewuste en nauwe samenwerking bij medeplegen gegaan? = Eerst was enkel het niet distantiëren al voldoende. Het was dus heel ruim. Dit was tot 1014. Toen kwam er in 2014 een standaardarrest voor medeplegen: HR 2-12-2014 – ECCI:NL:HR:2014:3474: er moet sprake zijn van een voldoende intellectueel en/of materieel gewicht. Dit is nog best een vaag criterium dus moet je kijken naar gedragingen. Dit valt uiteen: 1. Gezamenlijke uitvoering: van belang is: vervallende sturende of leidende rol evt. achter de schermen, initiatief nemen/uitdenken strafbaar feit, onder handelingen van zodanig gewicht. 2. Gedragingen die zich voor, tijdens of na het strafbare feit hebben plaatsgevonden: verdachte was aanwezig bij feitelijke uitvoering en heeft zelf ook feitelijke handelingen verricht. Wat zijn de indicaties voor medeplegen? = 1. Intensiteit samenwerking. 2. Onderlinge taakverdeling. 3. Rol in voorbereiding, uitvoering, afhandeling delict en belang rol verdachte aanwezigheid verdachte op belangrijke momenten. 4. Niet terugtrekken/distantiëren op belangrijk tijdstip. 5. Inwisselbare rillen/gelijkwaardige rollen. De laatste twee hebben geen grote betekenis. Nijmeegse scooterzaak: Ze wilden een overval plegen en toen ze wegreden hadden ze iemand doodgereden. Beiden zeiden dat ze geen bestuurder waren. Er was geen sprake van inwisselbare rillen. De Hoge Raad zei dat het een indicatie is en geen noodzaak. Het is teruggewezen en het Hof zei dat er sprake was van medeplegen. Ze hadden samen de overval voorbereid en dat was medeplegen en dat medeplegen hadden ze doorgetrokken naar medeplegen van dit misdrijf. Aan rechtspraak die vooraf ging aan 2014 werd niet distantiëren gezien als medeplegen, maar nu niet meer. Waar gaat het standaardarrest voor medeplegen: HR 2-12-2014 – ECCI:NL:HR:2014:3474: over? = Er waren twee medeverdachten. De verdachte had dan twee medeverdachten balletjespistolen geleverd. Medeverdachten zeiden een overval te willen plegen. Verdachter zei er niet aan mee te willen doen. Medeverdachte zeiden je hoeft alleen maar bij de scooters te wachten. Tijdens de beroving stond op hij vijf meter afstand bij de scooters en hij reed mee rond. Hij Hof vond dat er sprake was van medeplegen, want dat hij daar stond was ook een dreiging. De Hoge Raad vond het geen medeplegen. Niet distantiëren is niet voldoende. De verdachte zei ook niet mee te willen doen. De Hoge Raad kwam met de criteria: er moet sprake zijn van een voldoende intellectueel en/of materieel gewicht. Dit is nog best een vaag criterium dus moet je kijken naar gedragingen. Dit valt uiteen: 1. Gezamenlijke uitvoering: van belang is: vervallende sturende of leidende rol evt. achter de schermen, initiatief nemen/uitdenken strafbaar feit, onder handelingen van zodanig gewicht. 2. Gedragingen die zich voor, tijdens of na het strafbare feit hebben plaatsgevonden: verdachte was aanwezig bij feitelijke uitvoering en heeft zelf ook feitelijke handelingen verricht. Waar gaat het stoeptegelarrest over? = Er werd een stoeptegel op de op de snelwegrijdende auto’s gegooid. De verdachte stond erbij en had zich niet gedistantieerd. Ze waren van te voren al aan het vervelen. Ze hadden al stokken gegooid en een zak puin op een vrachtwagen. Daarna gingen ze naar een ander viaduct waar twee verdachten een stoeptegel op een auto gooide en de verdachte stond erbij en keek er naar. Hof vond dit geen medeplegen. OM ging in cassatie en de Hoge Raad ging met het Hof mee: geen medeplegen. Wat is van belang bij niet distantiëren maar wel aanwezig zijn? = Bedreiging en geweld in groepsverband. Zaak met groepsverkrachting was er een verdachte steeds bij maar had zelf geen seksuele handelingen verricht. Er was hier wel sprake van medeplegen. Is er motiveringsplicht bij medeplegen? = Ja, die is hoog en zeker bij twijfelgevallen. En er zijn veel twijfelgevallen. Gelden gedragingen na het strafbaar feit als medeplegen of medeplichtigheid? = Bijna nooit, tenzij het van te voren afgesproken is. Waarom is het onderscheid tussen medeplegen en medeplichtige best wel vaag? = Er zijn alleen maar indicaties en dat is lastig toe te passen op casussen. Mark vat op een kwade dag het plan op om Jolande - de echtgenote van een vastgoedmagnaat - te gijzelen. Hij bedenkt een strategie: naar het huis van Jolande rijden, aanbellen, haar overmeesteren met een bedwelmend middel, Jolande achterin zijn bestelbusje leggen en vervolgens haar naar een geheime locatie vervoeren om uiteindelijk losgeld te eisen. Mark vraagt Peter als chauffeur van het bestelbusje. Vervolgens bespreekt Mark het gijzelingsplan met zijn kennis Jaap. Jaap doet mee, op de dag van de geplande gijzeling haalt Mark hem thuis op. Vervolgens brengt Peter de heren met zijn bestelbusje naar de villa van Jolande. Mark en Jaap voeren daar het gijzelingsplan uit. Nadat 54 Mark en Jaap Jolande een aantal uren hebben vastgehouden op de geheime schuilplaats en losgeld hebben geëist, komt het gijzelingsdrama dankzij opmerkzame buren ten einde. Mark en Jaap worden vervolgd voor (het medeplegen van) gijzeling (art. 282 Sr). Peter wordt vervolgd als medeplichtige. Ter terechtzitting voert Jaap primair aan dat hij vanwege het ontbreken van een rol in de planning van het feit niet voor medeplegen kan worden veroordeeld. Zet gemotiveerd uiteen of dit verweer kans van slagen heeft. = Artikel 47 Sr: gericht op strafbaar feit: ja. Opzet op medeplegen: ja. Opzet op gronddelict: ja, want ij wist wat hij ging doen. Nauwe en bewuste samenwerking: ja, want er was sprake van gezamenlijke uitvoering. Dit verweer heeft geen kans van slagen. Mark vat op een kwade dag het plan op om Jolande - de echtgenote van een vastgoedmagnaat - te gijzelen. Hij bedenkt een strategie: naar het huis van Jolande rijden, aanbellen, haar overmeesteren met een bedwelmend middel, Jolande achterin zijn bestelbusje leggen en vervolgens haar naar een geheime locatie vervoeren om uiteindelijk losgeld te eisen. Mark vraagt Peter als chauffeur van het bestelbusje. Vervolgens bespreekt Mark het gijzelingsplan met zijn kennis Jaap. Jaap doet mee, op de dag van de geplande gijzeling haalt Mark hem thuis op. Vervolgens brengt Peter de heren met zijn bestelbusje naar de villa van Jolande. Mark en Jaap voeren daar het gijzelingsplan uit. Nadat 54 Mark en Jaap Jolande een aantal uren hebben vastgehouden op de geheime schuilplaats en losgeld hebben geëist, komt het gijzelingsdrama dankzij opmerkzame buren ten einde. Mark en Jaap worden vervolgd voor (het medeplegen van) gijzeling (art. 282 Sr). Peter wordt vervolgd als medeplichtige. Ter terechtzitting voert Peter aan dat hem geen medeplichtigheid bij de gijzeling verweten kan worden. Zet gemotiveerd uiteen of dit verweer kans van slagen heeft. = Artikel 45 Sr: Hij heeft gelegenheid geboden door ze er naar toe te brengen. Opzet op helen en opzet op misdrijf: als hij er van wist wel. Het is een misdrijf. Als hij er van wist heeft dit verweer dus geen kans van slagen. Mag voorwaardelijk opzet ook bij medeplegen en plegen? = Ja. Na een avondje flink stappen krijgen de studenten Bobby en Jos ineens stevige discussie. De discussie mondt uit in een scheldpartij. Uiteindelijk geeft Bobby Jos een enorme dreun op zijn neus. De neus van Jos breekt. Bobby wordt vervolgd voor eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr). Ter terechtzitting verklaart Bobby dat het niet zijn bedoeling was om de neus van Jos te breken, hij wilde slechts een vlieg van de neus van Jos slaan. Jos verklaart voor de rechter dat Bobby zijn neus heeft gebroken. Hij laat foto’s van zijn gebroken neus aan de rechter zien. Zet gemotiveerd uiteen of de rechter in de zaak tegen Bobby tot een bewezenverklaring kan komen. = Je hebt twee bewijsmiddelen nodig om te komen tot een bewezenverklaring. Wat heb je: aangifte is eerste bewijsmiddel. Foto’s: 2e bewijsmiddel. Verklaring van de verdachte dat hij heeft geslagen (en door de vlieg weg te laten) is bewijsmiddeln3. Dus je hebt voldoende bewijs. Kunnen medeplegers ander opzet hebben? = Ja, de een kan voor eenvoudige mishandeling gaan en de ander voor zware mishandeling.
Ingezonden op 25-05-2018 - 1584x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!