Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Rechtsfilosofie
› 3 Hoorcollege 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Rechtsfilosofie
3 Hoorcollege 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat betekent het in de rechtsfilosofie dat de mens als subject en als object van het recht is? = Subject: we dragen bij aan het recht. Object: we zijn onderworpen aan het recht. Dit heeft te maken met ambivalentie van het woord recht: norm, of het subjectieve recht dat ik heb. In het Engels zeg je ‘law’: rechtsorde. Niet: ik heb het recht om. Het recht gaat om het geheel van regels. Die regels vallen in twee soorten uiteen. Regels die ons materieel zeggen wat we moeten doen en laten en die regels gaan over die regels. Het is een geheel van materiële regels en formele regels. Welke twee stromingen zijn er in de rechtsfilosofie? = Natuurrecht en rechtspositivisme. Wat is natuurrecht? = Recht is rechtsgevoel. Wat men rechtvaardig vindt. Er is een noodzakelijk verband tussen recht en ethiek. Wat we verstaan onder rechtvaardigheid. Dan heb je allemaal verschillende antwoorden, daarom houdt het recht op geldig te zijn als het extreem onrechtvaardig is volgens Radbruch. Ook in de militaire hiërarchie geldt ‘bevel is bevel’. Bij een oorlogsmisdadiger is ‘ik moest dan doen’ niet voldoende om er mee weg te komen. Een onrechtvaardige wet kan geen wet zijn. Er moet veel geïnterpreteerd worden en de interpretatie heeft veel te maken met morele categorieën. Wat is rechtspositivisme? = Het recht is het gestelde recht. Het is geen noodzakelijk verbod tussen recht en ethiek. Je rechtsgevoel (natuurrecht) moet minder sterk zijn dan rechtspositivisme. Juridische verplichting gaat boven morele verplichting. Het recht geldt doordat het effectief is. Primaat geven aan het positieve/gestelde recht. Wat kun je in rechtsfilosofisch perspectief zeggen over de mensenrechten? = Mensenrechten is tegenwoordig een soort moreel kompas. De these is dat vandaag de dag onze mensenrechten de vorm zijn voor rechtvaardigheid. Je kunt alleen over mensenrechten als rechtvaardigheid praten als: ze universeel zijn en als ze deelbaar zijn. Niet bijv. een pen die je afgeeft. Vrijheid van meningsuiting hebben we allemaal. Daar zit ook het probleem dan hoe we het met elkaar compatibel maken. Wat is de algemene/ klassieke definitie van rechtvaardigheid? = Aan ieder het zijne geven. Wat is er in het kort te zeggen over de korte geschiedenis van mensenrechten? = De politieke leiding na de tweede wereldoorlog richtte verenigde naties op. Onderdeel van het handvest van de grondwet van verenigde naties staan beginselen. Een van die eerste beginselen is we moeten mensenrechten accepteren. In 1948 kwam de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens tot stand als verklaring en niet als verdrag. Ze wilden naar een verdrag maar om redenen toch voor verklaring gekozen. In Europa is er wel een verdrag ontstaan, die is bij ons van enorm belang, omdat we geen toetsing hebben van eigen mensenrechten: geen constitutioneel hof. Wij zijn de uitzondering daarin. Wat is de lange geschiedenis van de mensenrechten? = Historisch besef: er is continuïteit in de geschiedenis. Sommige begrippen gaan heel lang mee. Ben je bewust van dat begrippen blijven en ben je bewust van dat begrippen veranderen. Ook het mensbeeld verandert door de tijd heen. We kijken vooral naar legitimiteit: het gerechtvaardigde karakter. Legaliteit ziet op het wettelijke karakter van iets. Legitimiteit kijkt naar het morele karakter. Wat vinden we van veroordeling Heringa die zijn stiefmoeder hielp te sterven. Wat je er van vindt is iets anders dan of het juridisch correct is. Waren er mensenrechten in de oudheid? Sommigen mensen zegen dat mensenrechten Joods-christelijk erfgoed is, omdat er mooie dingen in staan. De verschrikkelijke dingen worden vergeten. Bovendien de tweede wereldoorlog. Antagonisme: iets terugpakken in een tijd waar het niet was. Daartoe zijn we geneigd. We vinden in alle godsdiensten aardige dingen, maar ook vreselijke dingen. Dat komt omdat die godsdiensten worden gemaakt door mensen en mensen hebben goede en slechte kanten. Plato was geen voorstander van mensenrechten en democratie. Mensen zijn niet gelijk zegt Plato. Aristoteles: heeft ook iets met economie. In de Islam mag je geen rente verdienen met geld, want je mag geen geld met geld verdienen. Dat gaat terug op Aristoteles en Thomas van Aquino vond dat ook. Bij de Stoa kun je mensenrechten vinden: Je moet niet te zeer door het lot aangedaan worden. Alle mensen zijn gelijk en maken deel uit van kosmopolitisme. Kosmos en polis en van polis komt politiek. Seneca (hoort bij de Stoa): eerste belangrijke afwijzing van slavernij: 1. Een slaaf is ook een mens. 2. Elk mens is ook en slaaf. Iedereen is wel een slaaf van iets. Bijv. koffie, social media. Ondanks dat we vrij zijn zijn we verslaafd aan dingen. In de oudheid was het niet zo best. Je vond misschien wat mensenrechten bij de Stoa. Zijn er mensenrechten in de Middeleeuwen? Sommigen zeggen van wel, anderen niet. Degene die van wel zeggen, kijken naar: Magna Karta (1215): Engels document: Habeas Carpus: je hebt je eigen lichaam: het recht dat je niet zomaar gearresteerd kunt worden en als je gearresteerd wordt, moet je snel voorgeleid worden door de rechter. Belangrijk rechtsbeschermingselement. Je kunt niet zomaar door de politie van de straat gehouden worden. In Engeland is het feodaal rechtsstelsel met nieuwe koning die een crimineel was: voorwaarde waarop hij koning mocht worden. Blijde inkomst in Brussel: voordat ze konden beginnen, moesten ze beloften zien. Het Plakkaat van Verlatinghe is een feodaal document. De feodale mentaliteit, niet de mentaliteit van de mensenrechten spreekt hier. (In de Franse mensenrechtenverklaring en de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring staan de mentaliteit van mensenrechten niet in het plakkaat van verlatinghe). Dit maakt deel uit van het afscheidingsproces van de Nederlanden van Spanje. Dat was in 1581: begin 80jarige oorlog: 1568-1648. Belangrijkste leider van die opstand was Willem van Oranje. Heel kort na de zogenaamde Unie van Utrecht 1545 en de apologie van Willen van Oranje. In het plakkaat van verlatinghe staat dat een vort geacht wordt het volk te beschermen zoals een herder dat doet bij schapen. Doet de vorst dat niet, dan mogen ze hem afzweren. Dit is dus een suggestie om te scheiden van Spanje, want de koning van Spanje was een tiran. Dit was een rechtvaardiging van de afscheiding. Willen van Oranje en een andere wilden heel graag koning worden, maar Nederland kwam eruit als een republiek. De Staten-Generaal (vergadering provincies) besloot over of de koning een tiran was. Nederland was een republiek tot net na Napoleon. Toen kwam er weer een koning. Drie onderdelen in het Plakkaat van Verlatinghe: 1. Theoretische rechtvaardiging. 2. Beschrijving van wat de tiran deed. 3. Plechtige afkondiging verlating. Het is een vorm van afscheiding van de Spaanse koning. Er is hier geen sprake van mensenrechten. Het plakkaat van Verlatinghe staat in het theologische denken: vorst + schapen, maar het is nog steeds geen theorie van een maatschappelijk verdrag. Vrede van Munster: dit is aan het eind van de 80 jarige oorlog toen pas was Nederland een Republiek. Pas na de 16e eeuw (dus in de 17e en 18e eeuw) kwamen mensenrechten. Achtergronden leer maatschappelijk verdrag: Hele belangrijke veranderingen in die tijd. Renaissance: herontdekking Romeinse tijd. Tijd voor Christendom. Wetenschappelijke revolutie: Copernicus en Galilei. Het wereldbeeld verandert, dus het mensbeeld volgt. Men ontdekte dat de aarde niet het centrum is van het heelal. Dat de aarde het centrum is van het heelal komt van Aristoteles. Galilei werd door de kerk vervolgd voor ketterij. Bij zijn veroordeling riep hij nog: ‘En toch beweegt ze!’. Opkomst individu: Descartes: voor het eerst staat het individu centraal. Hugo de Groot: een van de grootste rechtsgeleerde. Naar hem is het Grotius vernoemd. Tussen Hugo de Groot en Hobbes zit maar 20 jaar verschil, maar het is een heel groot verschil in stijl etc. Waar vind je mensenrechten in de oudheid? = Sommigen mensen zegen dat mensenrechten Joods-christelijk erfgoed is, omdat er mooie dingen in staan. De verschrikkelijke dingen worden vergeten. Bovendien de tweede wereldoorlog. Antagonisme: iets terugpakken in een tijd waar het niet was. Daartoe zijn we geneigd. We vinden in alle godsdiensten aardige dingen, maar ook vreselijke dingen. Dat komt omdat die godsdiensten worden gemaakt door mensen en mensen hebben goede en slechte kanten. Plato was geen voorstander van mensenrechten en democratie. Mensen zijn niet gelijk zegt Plato. Aristoteles: heeft ook iets met economie. In de Islam mag je geen rente verdienen met geld, want je mag geen geld met geld verdienen. Dat gaat terug op Aristoteles en Thomas van Aquino vond dat ook. Bij de Stoa kun je mensenrechten vinden: Je moet niet te zeer door het lot aangedaan worden. Alle mensen zijn gelijk en maken deel uit van kosmopolitisme. Kosmos en polis en van polis komt politiek. Seneca (hoort bij de Stoa): eerste belangrijke afwijzing van slavernij: 1. Een slaaf is ook een mens. 2. Elk mens is ook en slaaf. Iedereen is wel een slaaf van iets. Bijv. koffie, social media. Ondanks dat we vrij zijn zijn we verslaafd aan dingen. In de oudheid was het niet zo best. Je vond misschien wat mensenrechten bij de Stoa. Hoe dacht Plato over mensenrechten? = Daar is hij geen voorstander van. Hoe dacht Aristoteles over economie en door wie is dat overgenomen? = Je mag geen geld met geld verdienen. Dat is overgenomen door Thomas van Aquino en de Islam. Hoe dacht de Stoa over mensenrechten? = Je moet niet te zeer door het lot aangedaan worden. Alle mensen zijn gelijk en maken deel uit van kosmopolitisme. Kosmos en polis en van polis komt politiek. Seneca (hoort bij de Stoa): eerste belangrijke afwijzing van slavernij: 1. Een slaaf is ook een mens. 2. Elk mens is ook en slaaf. Iedereen is wel een slaaf van iets. Bijv. koffie, social media. Ondanks dat we vrij zijn zijn we verslaafd aan dingen. In de oudheid was het niet zo best. Je vond misschien wat mensenrechten bij de Stoa. Wat is de eerste belangrijke afwijzing van slavernij? = Bij Seneca (bij de Stoa): eerste belangrijke afwijzing van slavernij: 1. Een slaaf is ook een mens. 2. Elk mens is ook en slaaf. Iedereen is wel een slaaf van iets. Bijv. koffie, social media. Ondanks dat we vrij zijn zijn we verslaafd aan dingen. Wat is de preambule van het plakkaat van verlatinghe? = Het is aan ieder bekend dat een vorst, als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn en hem als slaven te dienen. De vorst regeert bij de gratie van zijn onderdanen en moet met recht en reden over hen regeren, hen beschermen en liefhebben zoals een vader zijn kinderen liefheeft en zoals een herder met hart en ziel zijn schapen beschermt. Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen. Zijn er mensenrechten in de Middeleeuwen? = Sommigen zeggen van wel, anderen niet. Degene die van wel zeggen, kijken naar: Magna Karta (1215): Engels document: Habeas Carpus: je hebt je eigen lichaam: het recht dat je niet zomaar gearresteerd kunt worden en als je gearresteerd wordt, moet je snel voorgeleid worden door de rechter. Belangrijk rechtsbeschermingselement. Je kunt niet zomaar door de politie van de straat gehouden worden. In Engeland is het feodaal rechtsstelsel met nieuwe koning die een crimineel was: voorwaarde waarop hij koning mocht worden. Blijde inkomst in Brussel: voordat ze konden beginnen, moesten ze beloften zien. Het Plakkaat van Verlatinghe is een feodaal document. De feodale mentaliteit, niet de mentaliteit van de mensenrechten spreekt hier. (In de Franse mensenrechtenverklaring en de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring staan de mentaliteit van mensenrechten niet in het plakkaat van verlatinghe). Dit maakt deel uit van het afscheidingsproces van de Nederlanden van Spanje. Dat was in 1581: begin 80jarige oorlog: 1568-1648. Belangrijkste leider van die opstand was Willem van Oranje. Heel kort na de zogenaamde Unie van Utrecht 1545 en de apologie van Willen van Oranje. In het plakkaat van verlatinghe staat dat een vort geacht wordt het volk te beschermen zoals een herder dat doet bij schapen. Doet de vorst dat niet, dan mogen ze hem afzweren. Dit is dus een suggestie om te scheiden van Spanje, want de koning van Spanje was een tiran. Dit was een rechtvaardiging van de afscheiding. Willen van Oranje en een andere wilden heel graag koning worden, maar Nederland kwam eruit als een republiek. De Staten-Generaal (vergadering provincies) besloot over of de koning een tiran was. Nederland was een republiek tot net na Napoleon. Toen kwam er weer een koning. Drie onderdelen in het Plakkaat van Verlatinghe: 1. Theoretische rechtvaardiging. 2. Beschrijving van wat de tiran deed. 3. Plechtige afkondiging verlating. Het is een vorm van afscheiding van de Spaanse koning. Er is hier geen sprake van mensenrechten. Het plakkaat van Verlatinghe staat in het theologische denken: vorst + schapen, maar het is nog steeds geen theorie van een maatschappelijk verdrag. Vrede van Munster: dit is aan het eind van de 80 jarige oorlog toen pas was Nederland een Republiek. Pas na de 16e eeuw (dus in de 17e en 18e eeuw) kwamen mensenrechten. Wat kun je van mensenrechten vinden in Engelse document Habeas Carpus? = je hebt je eigen lichaam: het recht dat je niet zomaar gearresteerd kunt worden en als je gearresteerd wordt, moet je snel voorgeleid worden door de rechter. Belangrijk rechtsbeschermingselement. Je kunt niet zomaar door de politie van de straat gehouden worden. Wat kun je voor mensenrechten vinden in het Blijde inkomst van Brussel? = Mensen mochten pas koning worden na beloften. Wat kun je vertellen over het Plakkaat van Verlatinghe? = is een feodaal document. De feodale mentaliteit, niet de mentaliteit van de mensenrechten spreekt hier. (In de Franse mensenrechtenverklaring en de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring staan de mentaliteit van mensenrechten niet in het plakkaat van verlatinghe). Dit maakt deel uit van het afscheidingsproces van de Nederlanden van Spanje. Dat was in 1581: begin 80jarige oorlog: 1568-1648. Belangrijkste leider van die opstand was Willem van Oranje. Heel kort na de zogenaamde Unie van Utrecht 1545 en de apologie van Willen van Oranje. In het plakkaat van verlatinghe staat dat een vort geacht wordt het volk te beschermen zoals een herder dat doet bij schapen. Doet de vorst dat niet, dan mogen ze hem afzweren. Dit is dus een suggestie om te scheiden van Spanje, want de koning van Spanje was een tiran. Dit was een rechtvaardiging van de afscheiding. Willen van Oranje en een andere wilden heel graag koning worden, maar Nederland kwam eruit als een republiek. De Staten-Generaal (vergadering provincies) besloot over of de koning een tiran was. Nederland was een republiek tot net na Napoleon. Toen kwam er weer een koning. Drie onderdelen in het Plakkaat van Verlatinghe: 1. Theoretische rechtvaardiging. 2. Beschrijving van wat de tiran deed. 3. Plechtige afkondiging verlating. Het is een vorm van afscheiding van de Spaanse koning. Er is hier geen sprake van mensenrechten. Het plakkaat van Verlatinghe staat in het theologische denken: vorst + schapen, maar het is nog steeds geen theorie van een maatschappelijk verdrag. Wat zij de achtergronden van de leer van het maatschappelijk verdrag? = Hele belangrijke veranderingen in die tijd. Renaissance: herontdekking Romeinse tijd. Tijd voor Christendom. Wetenschappelijke revolutie: Copernicus en Galilei. Het wereldbeeld verandert, dus het mensbeeld volgt. Men ontdekte dat de aarde niet het centrum is van het heelal. Dat de aarde het centrum is van het heelal komt van Aristoteles. Galilei werd door de kerk vervolgd voor ketterij. Bij zijn veroordeling riep hij nog: ‘En toch beweegt ze!’. Opkomst individu: Descartes: voor het eerst staat het individu centraal. Hugo de Groot: een van de grootste rechtsgeleerde. Naar hem is het Grotius vernoemd. Tussen Hugo de Groot en Hobbes zit maar 20 jaar verschil, maar het is een heel groot verschil in stijl etc.
Ingezonden op 01-06-2018 - 1117x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!