Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Rechtsfilosofie
› 20 Werkcollege 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Rechtsfilosofie
20 Werkcollege 1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wie is Socrates en wat is diens relatie tot Plato? = Socrates was de leermeester van Plato. De Socratische methode: vragen stellen en geen antwoorden geven. Hij discussieerde, schreef niet. Het was in Athene in Agora. Hij was veroordeeld tot de doodstraf, omdat hij niet in Goden geloofde en hij besmette de jeugd. Hij vond dat je als burger altijd de wetten moet gehoorzamen, ook als het tegen je is. De filosofie was bij Socrates niet meer enkel één element, maar hij kwam met een gehele filosofische theorie. Wat is de grotvergelijking van Plato? = We zien een afspiegeling van de werkelijkheid. Wat is de setting van de dialoog? Waar (geografisch) begint de dialoog? = In Havenstad 8 kilometer van Athene: Piraios. Begin dialoog: In media res: je wordt direct de dialoog ingetrokken. Wie is Glaukoor? = De broer van Plato. Wie is de eerste figuur die een gesprek met Socrates wil? Wil Socrates dat gesprek aangaan? Wanneer wordt er gepraat? = Tekst is niet vriendelijk. Hij kan pas weg als hij sterker is dan hen. Praten met mensen is de verleiding voor Socrates. Kephalos, de vader van Polemarchos gaat als eerst met Socrates in gesprek. Verlangen van een goed gesprek neemt toe als lichamelijke vreugde afneemt volgens Kephalos. Hij is blij dat hij van die dierlijke verlangens af is. Hij heeft meet aandacht voor de logos. Wie is Kephalos? Waaraan ontleent die vreugde in zijn leven? = Hij is de vader van Polemarchos en haalt vreugde uit een goed gesprek. Moet je bang zijn voor de dood? = Volgens Kephalos hoeft iemand die goed geleefd heeft niet vang te zijn voor de dood. Zuiver geweten. Wat is volgens Kephalos ‘rechtvaardigheid’? Vanuit welk perspectief wordt die vraag gesteld? = Met geld kun je schulden terug betalen. Socrates suggereert aan Kephalos de definitie van rechtvaardigheid: 1. De waarheid spreken. 2. Dat je altijd teruggeeft wat je van iemand hebt geleend. Waarom is die definitie volgens Socrates onvoldoende? En welke strategie gebruikt Socrates daarbij? = De definitie van rechtvaardigheid wordt gecompliceerd door situaties te schetsen waarbij het niet zo is. Bijv. wapens teruggeven aan iemand die er kwaad mee wil. Betrekking op element twee. En dat is dus niet goed genoeg. Waarheid spreken is ook niet altijd goed. Bijv. als je iemands leven in gevaar brengt. Wie neemt het gesprek over en bij wie sluit hij zich aan? Welke definitie van rechtvaardigheid volgt dan? = Polemarchos neemt het gesprek weer over van zijn vader. (Polemarchos: Polemos: Polemisch: strijd. Polemos betekent oorlog in het Grieks). Polemarchos is nogal zeker van zijn zaak. Hoe laat hij dat in deze situatie zien? Tegen te spreken. Definitie rechtvaardigheid: vrienden moeten elkaar goed doen en vijanden moeten elkaar slecht doen. Het verschuldigde teruggeven dus aan vrienden goed en aan vijanden kwaad. Welk bezwaar brengt Socrates in tegen deze definitie van Polemarchos/ Simonides? Vat de redenering van Socrates in eigen woorden samen. = Socrates gaat voorbeelden noemen over wetenschap en kunsten, zoals kookkunsten, geneeskunde, zeevaart, etc. Die zijn nuttig. Het is altijd duidelijk wanneer de kunsten van die dingen nuttig zijn. Het bewaren van goud en zilver blijft over dat is voor de rechtvaardige. Daarvoor nog geldzaken, maar dat kun je ook beter aan een bankier overlaten. Conclusie bij blz. 37e: rechtvaardigheid is alleen nuttig voor dingen die geen nut hebben, dus kan het niet veel bijzonders zijn. Bezwaar: rechtvaardigheid is een nutteloze vaardigheid. Dit volgt niet logisch uit de definitie, maar volgt uit waar Socrates het gesprek op duwt. Hoe komt Socrates er op, dat de rechtvaardige volgens Polemarchos/ Simonides eigenlijk een dief is? = Tweede bezwaar: als de rechtvaardige mens goed goud kan bewaren, kan hij/zij ook goed stelen. Dat haalt hij uit drie voorbeelden. Als je goed kunt slaan, kun je goed klappen ontwijken. Iemand die zich tegen ziektes kan bewapenen, kan anderen ziek maken. Iemand die een legerkamp kan bewaken kan het vijandige kamp binnen sluipen. Dus, iemand die goed geld kan bewaren, kan goed geld stelen: de rechtvaardige. (Kleptocratie: de dieven heersen). De rechtvaardige is een dief. Waarom kan rechtvaardigheid er volgens Socrates niet in bestaan je vrienden goed te doen en je vijanden slecht? = Soms zijn je vrienden slecht en je vijanden goed. Het probleem van zijn en schijn. Probleem wat continu terugkeert. Mensen vergissen zich toch? De Feilbaarheid van ons oordeel over wie vriend en vijand is. Dit is het derde bezwaar. Hoe wil Polemarchos zich uit deze moeilijkheid redden (tegen Socrates’ bezwaren van zijn definitie van rechtvaardigheid)? = Polemarchos houdt toch vast aan zijn definitie. Mag volgens Socrates een rechtvaardig mens wel zijn echte vijanden slecht behandelen? = Benadelen is als zodanig slecht of onrechtvaardig. Als zodanig zit er een probleem in benadelen. Als je een slecht paard slecht behandelt, wordt het een slechter paard. Van slechte mensen slecht behandelen, raak je verder van huis. (Voorbeeld: mensen met een strafblad worden zwaarder gestraft al mensen zonder strafblad. Ook blijft straffen soms averechts te werken doordat ze slechte trucs leren van medegevangenen of daar radicaliseren. Jeugdstrafrecht: je mag kinderen niet langer dan een jaar straffen, want van langer straffen komt alleen maar meer ellende.) Welke bezwaren zijn er tegen Polemarchos/ Simonides idee van rechtvaardigheid: goed doen voor vrienden en slecht doen voor vijanden? = 1. Rechtvaardigheid is een nutteloze vaardigheid, want voorbeelden over wetenschap en kunsten, zoals kookkunsten, geneeskunde, zeevaart, etc. Die zijn nuttig. Het is altijd duidelijk wanneer de kunsten van die dingen nuttig zijn. Het bewaren van goud en zilver blijft over dat is voor de rechtvaardige. Daarvoor nog geldzaken, maar dat kun je ook beter aan een bankier overlaten. Conclusie bij blz. 37e: rechtvaardigheid is alleen nuttig voor dingen die geen nut hebben, dus kan het niet veel bijzonders zijn. Dit volgt niet logisch uit de definitie, maar volgt uit waar Socrates het gesprek op duwt. 2. Als de rechtvaardige mens goed goud kan bewaren, kan hij/zij ook goed stelen. Dat haalt hij uit drie voorbeelden. Als je goed kunt slaan, kun je goed klappen ontwijken. Iemand die zich tegen ziektes kan bewapenen, kan anderen ziek maken. Iemand die een legerkamp kan bewaken kan het vijandige kamp binnen sluipen. Dus, iemand die goed geld kan bewaren, kan goed geld stelen: de rechtvaardige. (Kleptocratie: de dieven heersen). De rechtvaardige is een dief. 3. Soms zijn je vrienden slecht en je vijanden goed. Het probleem van zijn en schijn. Probleem wat continu terugkeert. Mensen vergissen zich toch? De Feilbaarheid van ons oordeel over wie vriend en vijand is. 4. Benadelen is als zodanig slecht of onrechtvaardig. Als zodanig zit er een probleem in benadelen. Als je een slecht paard slecht behandelt, wordt het een slechter paard. Van slechte mensen slecht behandelen, raak je verder van huis. (Voorbeeld: mensen met een strafblad worden zwaarder gestraft al mensen zonder strafblad. Ook blijft straffen soms averechts te werken doordat ze slechte trucs leren van medegevangenen of daar radicaliseren. Jeugdstrafrecht: je mag kinderen niet langer dan een jaar straffen, want van langer straffen komt alleen maar meer ellende.)
Ingezonden op 02-06-2018 - 1003x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!