Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Rechtsfilosofie
› 20 Werkcollege 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Rechtsfilosofie
20 Werkcollege 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is rechtvaardigheid volgens Polymarchos in de tekst van Plato? = Iemand terug geven wat je hem/haar verschuldigd bent. En vrienden goed doen en vijanden slecht. Hoe probeert Socrates Thrasymachos tot rust te brengen? Zou hij dat menen? Waartoe daagt Socrates hem uit? = Socrates gaat het gesprek met hem aan en zegt dat hij heel slim is. Hij zou eerder medelijden moeten hebben dan boos te zijn. Ze ontzien elkaar niet expres. We zijn op zoek naar nog iets meer belangrijker dan goud, namelijk rechtvaardigheid. Dus als we gedwaald hebben, hebben we dat niet met opzet gedaan. Onze bedoelingen zijn goed, dus je moet niet boos zijn. Socrates daagt Thrasymarchos (betekent lef) uit tot een gesprek. Bekende ironie van Socrates: spottend, in de richting van sarcasme gaand. Welke twee definities van rechtvaardigheid geeft Thrasymachos? = 1. Rechtvaardigheid is het recht/voordeel of belang van de sterksten (338c) 2. Rechtvaardigheid is het voordeel of belang van de zittende machthebber/gevestigde orde. Rechtvaardigheid wordt gelijkgesteld aan macht. Het is een relativistische opvatting van rechtvaardigheid. Actueel voorbeeld: gifgasaanval in Syrië. Volgens deze definitie van rechtvaardigheid is dat rechtvaardig. Wat is Trasymarchos voor persoon? Tot welke groep behoort hij? = Hij is een sofist. Wat is een sofist? = Leraar in de retorica: welbespraaktheid. De waarheid en ethiek/moraal zijn relatief. Zijn machthebbers in de staat onfeilbaar (p. 48) ? Wat is de consequentie van het wel of niet onfeilbaar zijn? = Je kunt als machthebber ook fouten maken, dus ze zijn niet onfeilbaar. Dat laat Socrates Thrasymachos zegen. Dat kwam eerder in de tekst terug met vergissen: wanneer een vriend een onrechtvaardige daad doet. Je kunt je vergissen in vrienden. Polymachos probeerde het op te lossen door te zeggen dat een vriend echt een vriend is. De consequentie van feilbaarheid machthebbers: ze kunnen opdrachten geven die in hun nadeel zijn. Actueel voorbeeld: Trump kondigde op twitter aan dat de bommen zouden komen. Het is niet in eigen belang om dit aan te kondigen. Daar komt Thrasymachos in de problemen wanneer een machthebber zich vergist over wat voor hem/haar goed is. Hoe probeert Thrasymachos zich te redden uit de netelige situatie die ontstaat? = Een machthebber is per definitie onfeilbaar zegt Thrasymachos. Voorbeelden die hij noemt: dokter en wiskundige. Wanneer die zich vergissen, noem je ze ook geen dokter en wiskundige meer. Nu Thrasymachos de vergelijking met de dokter en de wiskundige heeft gemaakt, hoe maakt Socrates van die vergelijking gebruik? Wat is bijv. het doel van de geneeskunde? Of het doel van het verzorgen van paarden? = Het belang van de dokter is de patiënt. Volgens de definitie van Thrasymachos zou het belang van de dokter zichzelf zijn: drie vliegvakanties per jaar. Maar zijn belang is de patiënt. Een kapitein: is een goede kapitein die eerst zichzelf in veiligheid brengt als er problemen zijn? Volgens deze definitie wel, maar een goede kapitein zorgt eest voor schepelingen. Conclusie bij 342e: een machthebber behartigt niet zijn eigen belang, maar van zijn onderdanen. ‘Hun belang en hun noden heeft hij op het oog bij alles wat hij zegt en doet.’ Hoe reageert Thrasymachos op het feit dat S hem klem heeft gezet (p.53-54)? = Met een ad hominem: persoonlijke aanval (drogreden). De herder heeft zijn eigen eten/voordeel op het oog. Hij werkt uit eigen belang. De schapenherder is gericht op eigen belang en niet op het belang van de schapen. Hij verandert niet van standpunt. Hij komt zelfs met dat de onrechtvaardige aan het langste eind trekt en de rechtvaardige aan het kortste eind. Het is beter om misdadiger te zijn. Volmaaktste vorm van misdaad: tirannie. Hij laat zijn definitie niet varen, maar doet er zelfs een schepje bovenop. Wat verwijt Socrates aan Thrasymachos? = Socrates verwijt Thrasymachos dat hij weg wil lopen. ‘Blijf bij je woorden.’ Thrasymachos ziet de herder niet meer als herder, maar als handelaar. Eerst gaf Thrasymachos toe dat een goede dokter zorg draag voor de patiënten en dan gaat hij anders redeneren. Hij moet zijn woorden niet verdraaien, niet bedotten. Welke mensen zijn volgens Socrates het meest geschikt om de leiding van de staat toe te vertrouwen? = Mensen die niet in hun eigen belang denken. Ze streven niet naar een machtspositie. Een arts die zijn vak uitoefent maar niet betaald krijgt is geen nutteloos figuur. Want het gaat niet om loon. Ze moeten niet uit zijn op loon en waardering/eer. Want dat leidt alleen maar af. Degene die de macht hebben kunnen zich niet wenden tot iemand die slechter zijn dan zij of even goed. Ze zijn dus de besten. Hoe dacht Plato over democratie? = Plato dacht erg laag over democratie. Besturen is een vakmanschap, een vaardigheid. Voor wat voor regeringsvorm was Plato? = Een aristocratie: de besten regeren. (En de besten dat zijn filosofen). Hoe luidt de conclusie van Socrates ten aanzien van rechtvaardigheid (p. 61)? En hoe zit het dan met alle voordelen van de onrechtvaardigheid? = Socrates zegt dat rechtvaardigheid niet het beland van de sterksten dient. Thrasymachos blijft erbij dat onrechtvaardigheid voordeel oplevert en rechtvaardigheid nadelig is. Hij noemt onrechtvaardigheid op grote schaal zelfs ‘deugdzaam’ en ‘wijs’ (p. 62). Welke redeneerstrategie hanteert Socrates op p. 64 om het standpunt van Thrasymachos te ontkrachten? = Socrates vergelijkt een rechtvaardig leven met een onrechtvaardig leven. Overtreffen: rechtvaardige zou andere rechtvaardige niet overtroeven alleen onrechtvaardigen (349c). De gedachte hier: de rechtvaardige heeft niet altijd behoefte aan meer. Hij wil wel beter zijn dan de onrechtvaardige. De onrechtvaardige wil iedereen overtroeven ook andere onrechtvaardigen. De onrechtvaardige is een rupsje nooit genoeg. De rechtvaardige heeft genoeg aan zijn kwaliteit als zodanig. Een valsspelend muzikaal iemand wil altijd vals spelen en iemand die goed muziek maakt… Op wie lijkt een rechtvaardige (p. 67)? = Op een goed en verstandig mens. Heb je voor het veroveren van andere staten rechtvaardigheid nodig? = Volgens Thrasymachos niet vanwege zijn lofrede voor misdaad. Socrates: Ja, want rechtvaardigheid is goed en deugdzaam (351c). Heeft een onrechtvaardige stad, een bende van rovers of dieven, de rechtvaardigheid nodig? = Dief: kleptè. Ja, dan kunnen ze meer klaarspelen. Ook volgens Thrasymachos moeten ze intern rechtvaardig zijn, want onrechtvaardigheid leidt tot haat zaaien en rechtvaardigheid tot eensgezindheid. Welk effect heeft de aanwezigheid van onrechtvaardigheid (p. 70)? = Het leidt tot meer onrechtvaardigheid en haat, geschillen, ruzie, etc. Ze komen samen tot de conclusie. Want de onrechtvaardige wil altijd anderen overtroeven en heeft nooit genoeg. Wat gebeurt er met een individuele mens wanneer die de eigenschap van onrechtvaardig in zich heeft? Kun je onrechtvaardig zijn ten opzichte van jezelf? Denk hierbij aan het onderscheid tussen negatieve en positieve vrijheid (zie hoorcollege 5). = Innerlijk verdeeld, twijfel, je persoonlijkheid heeft geen eenduidige richting. Hetzelfde als bij een groep. Ten slotte komt de aan de orde wie het gelukkigst is, een onrechtvaardige of een rechtvaardige? Op welke manier wil Socrates die beantwoorden? = Voegwoorden ‘nu’, ‘nog’. Paart is het gelukkigst als hij doet waar hij het beste in is, met oor en oog. Je moet doen waarvoor je gemaakt bent en doe je dat dan ben je gelukkig: lukken zit in gelukkig. Geluk gaat bij de Grieken altijd om lukken. Je essentie realiseren. Heeft de ziel ook een functie? En kan die functie goed en slecht uitgevoerd worden? En Welke conclusie volgt uit de redenering over de ziel op p. 73-74? = De functie van de ziel: leven. Wanneer is de ziel gelukkig (We komen hier bij rechtvaardigheid!)? Als je leeft als zodanig. Wat doet de rechtvaardigheid hierin? Rechtvaardigheid is een kwaliteit van de ziel en onrechtvaardigheid is een gebrek aan kwaliteit. Rechtvaardigheid optimaliseert het leven en de rechtvaardige is dus gelukkig. Hoe luidt de conclusie van de gehele dialoog? = Onrechtvaardigheid kan nooit beter zijn dan rechtvaardigheid. Alle definities van rechtvaardigheid zijn door Socrates verbrijzeld, maar er is geen goede definitie naar boven gekomen. Lukken was heel belangrijk bij de Grieken: je hebt een essentie die je moet realiseren en doe je dat ten volle, dan ben je gelukt en gelukkig.
Ingezonden op 03-06-2018 - 1027x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!