Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Hedendaagse politieke filosofie
› 6 College 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Hedendaagse politieke filosofie
6 College 6
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Van wanneer tot wanneer leefde Ronald Dworkin? = Van 1931 tot 2013. Wat is een overeenkomst tussen Rawls en Dworkin? = Rawls is een liberaal egalitarist en dat is Dworkin tot op zekere hoogte ook. Waarvan is inkomensverdeling grotendeels afhankelijk volgens Dworkin? = Van het juridische systeem. De dynamiek van de markt is niet te bepalen voor inkomensverdeling. Hoe denkt Dworkin over gelijkheid van welzijn? = Dit wijst hij af. Waar gaat het Dworkin om? = Inkomens- en welvaartsverdeling. Waarom gaat het Dworkin om inkomens- en welvaartsverdeling en wat is het verschil met utilisme? = Bij gelijkheid van welvaart draait het om gelijkheid van geluk en welzijn. Dit lijkt op het utilisme, maar het is toch anders. Het gaat er namelijk om dat burgers een gelijk geluksniveau moeten kunnen bereiken. Iedereen moet individueel gezien evenveel geluk kunnen bereiken, terwijl het bij het utilisme om het hoogste algehele geluk gaat. Dit komt redelijk tegemoet aan onze intuïties (bijv. een gehandicapt persoon moet meer bronnen krijgen). Welke drie problemen zijn er met de visie van het equality of welfare? = 1. Fundamenteel (normatief) probleem: dure smaken worden beloond met meer hulpbronnen. Gelijke welzijn kan op deze manier dan heel veel kosten, maar tegen deze redenering valt niet veel in te brengen maar komt niet aan onze intuïties tegemoet. 2. Praktisch probleem: bepaling van de mate van welzijn met oog op gelijke verdeling: hoe bepaal je of iets echt nodig is. 3. Compenseren van handicaps kent geen bovengrens: die mensen kunnen eindeloos overspoeld worden met hulpbronnen. We moeten volgens Dworkin overstappen naar iets anders, maar we moeten de intuïtie dat gehandicapten extra hulpmiddelen krijgen, behouden. Het gaat om gelijkheid van hulpbronnen. In welke twee soorten kan je hulpbronnen opdelen? = 1. Persoonlijke hulpbronnen zoals intelligentie, gezondheid die niet te verdelen zijn over de samenleving. 2. Onpersoonlijke bronnen, zoals welvaart, inkomen en kansen die wel te verdelen zijn. Hoe moeten we onpersoonlijke bronnen gelijk verdelen volgens Dworkin? = We moeten vertrekken vanuit de markt van vraag en aanbod. Welk gedachte-experiment voert Dworkin uit? = Stel je hebt een eenvoudig model van een markt en er spoelen 20 mensen aan op een eiland met hulpbronnen en iedereen krijgt een gelijk aandeel (gelijke verdeling). Iemand krijgt de verantwoordelijkheid als verdeler van de hulpbronnen. Het probleem is hier dat niet alles door 20 valt te delen. Ook heeft niet iedereen dezelfde interesse, waarden, etc. De verdeler gaat dingen verdelen volgens het principe van de markt door middel van veiling. We gaan beoordelen of de uiteindelijke verdeling eerlijk is door te kijken of niemand jaloers of ontevreden is na de verdeling (jaloezietest). Jaloezie was bij Rawls irrationeel, maar het is bij Dworkin een belangrijk criterium. De veiling begint totdat de prijzen vaststaan. Dit is een eerlijke verdeling, omdat dingen die in trek zijn duur(der) worden. De prijs per product gaat omhoog waardoor de anderen minder of niet jaloers zijn op de personen die het dure product heeft gekocht: hij is er immers veel geld aan kwijt. Wat is het probleem met het gedachte-experiment van Dworkin? = Het houdt geen rekening met mensen die brute pech hebben en/of gehandicapt zijn. Die mensen hebben alle reden om jaloers te zijn. Brute pech zorgt voor overstromingen en handicaps. Welke twee soorten kent pech en tegenspoed in de vorm van toeval? = 1. Option luck: het nemen van een bewust risico (aandelen kopen op de markt, berg beklimmen voor de lol, etc). 2. Brute luck: tegenspoed waar iemand weinig of niks aan kan doen en door getroffen wordt (ernstig ziek worden). Een eiland wordt dan bijvoorbeeld getroffen door pech, maar mensen kunnen zich hier tegen verzekeren. Veel mensen betalen een premie voor de verzekering, omdat je niet weet wie er getroffen wordt (kan iedereen zijn). Mensen die geen verzekering nemen, vallen dan onder option luck en kunnen geen beroep doen op een uitkering. Het verhaal zou af zijn als we uitgaan van een gelijk risico om gehandicapt te raken(1), iedereen die ongeveer weer wat de risico’s zijn (2) en dat iedereen ruimschoots in de gelegenheid is geweest zich te verzekeren (3). Welke drie vooronderstellingen zijn echter problematisch? = 1. Sommige mensen hebben meer risico op een handicap. 2. Niet alle mensen weten de risico’s. 3. Sommige mensen kunnen met een handicap geboren worden waardoor ze geen inkomen kunnen krijgen en daarom geen verzekering kunnen afsluiten. Volgens Dworkin moeten we daarom overgaan op een verplicht verzekeringssysteem. Sommige verzekeringen kan je overlaten aan de vrije markt. De vraag is echter hoe je het uitgekeerde bedrag bepaalt. Waarom is de visie van gelijke welvaart niet haalbaar en wordt dit veel te duur? = Omdat je over zou moeten gaan naar een verplicht verzekeringssysteem. Sommige verzekeringen kan je overlaten aan de vrije markt. De vraag is echter hoe je het uitgekeerde bedrag bepaalt. We kunnen mensen nooit optimaal verzekeren om tegenspoed tegen te gaan, waarmee we nooit een bovengrens kunnen instellen. Niet alle vormen van brute pech zijn volledig te compenseren. Dworkin stelt bij compensaties van handicaps de visie van het luck egalitarisme in. Wat is dit? = Maatschappelijke ongelijkheid die voorkomt uit ongekozen omstandigheden (handicaps) waardoor men niet verantwoordelijk is, constitueert een onrechtvaardige achterstand en verdient compensatie. Ongelijkheid waar je zelf verantwoordelijk voor bent verdient geen compensatie. Hoe zit het met talent volgens Dworkin? = Worden mensen met weinig talent ook niet getroffen door tegenspoed? Het gaat bij Dworkin in dit geval om iets willen. Wat als je wel wil werken, maar niet aan de bak komt? Is dit een keuze of een omstandigheid en moeten wij dit dan compenseren? Volgens Dworkin moeten inkomen en welvaart reageren op ambities. Het is oneerlijk als er meer geld naar iemand gaat enkel en alleen omdat hij talentvoller is. Inkomen mag niet reageren op talent. Oneerlijke verschillen zijn verschillen die ontstaan op basis van ongekozen omstandigheden. Echter is het punt van talenten anders dan handicaps. Talenten moeten ontwikkeld worden en hangen dus samen met ambities. Mensen betalen uiteindelijk wel een premie tegen verschillen in talent. Hoe moet de verzekering verschil in talent dekken? = Verzekering dekt het verschil tussen een bepaald minimum (bijv. 25.000) en datgene wat iemand maximaal zou kunnen verdienen als hij zijn best zou doen (bijv. 20.000, dekking/verzekering is dan 5000). Dit is om misbruik tegen te gaan. Dit is om misbruik tegen te gaan. Uiteindelijk legt de jaloezietest het wel af in de realiteit. Welke overeenkomsten en verschillen zien we tussen Dworkin en Nozick en Rawls? = Met betrekking tot Nozick staat bij hem en bij Dworkin de markt centraal. Een verschil is dat een enkel persoon bij Nozick alles krijgt, terwijl er bij Dworkin een herverdeling plaatsvindt op basis van ongekozen talent. Met betrekking tot Rawls is een overeenkomst dat beide liberale egalitaristen zijn en allebei een probleem hebben met welvaartstheorieën. Echter definieert Rawls volgens Dworkin de positie van de minstbedeelden puur economisch en houdt hij daarbij geen rekening met pure pech. Ook denkt Rawls enkel in groepen zoals de minst bedeleenden, waardoor de op een na minstbedeelden heel zwaar getroffen kunnen worden om het de minst bedeelden een klein beetje beter te maken. Een derde verschil is dat het verschilbeginsel onvoldoende ambitiegevoelig is. Dit is de belangrijkste kritiek van Dworkin op Ralws. Inkomensverschillen mogen ontstaan op basis van keuzes, maar niet op basis van brute pech.
Ingezonden op 23-06-2018 - 1015x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!