Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Theorieën over Media-effecten
› 12 College 12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Theorieën over Media-effecten
12 College 12
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Op welke elementen van Theory of Planned Behavior wordt in de anti roken campagne aangegrepen? = Vrienden en familie wordt een paar keer gezegd en anderen hebben geen last meer van de rook. Dit mikt op normative beliefs: wat anderen vinden van jouw rookgedrag. Vrienden en familie, geen willekeurige anderen, dus degene waar jij je het het meest van aantrekt. Beliefs worden onderstreept. Er wordt gezegd welke voordelen je hebt als je stopt: positief geladen beliefs. Er worden ook negatief geladen beliefs genoemd: welke nadelen je hebt van het blijven roken. Je kunt voor jezelf opschrijven wat je fijn vindt aan roken en wat je niet fijn vindt aan roken en wat je voor jezelf belangrijker vindt. Vind je de voordelen van roken belangrijker dan nadelen, dan stoppen met lezen en bewaren voor een later moment. Vind je nadelen belangrijker dan voordelen dan stoppen. Dingen die je kunt doen: concreet stopmoment kiezen, mensen vertellen dat je gaat stoppen zodat het moeilijker is om terug te krabbelen. De folder is wel bedoeld door mensen die al twijfelen om te stoppen. Want bij mensen die niet willen stoppen levert het weerstand op. Met fear appeals zijn er theorieën die zeggen dat dat wel kan, maar de oplossing moet dan redelijk overkomen. Die beliefs zijn met de aannamen dat mensen zich wat van familie en vrienden aantrekken en dat de negatieve beliefs ook als negatief ervaren worden. Het is voor de mensen die de folder pakken en deze mensen twijfelen dus om te stoppen. Hoe goed is de theory of planned behavior in staat om gedrag van mensen te verklaren? = Theorie is in staat om een kwart tot een derde het gedrag van mensen te verklaren. Dat is een goede score. Het neemt niet weg dat er ook nog andere invloeden van gedrag zijn. Wat is de invloed van impliciete attitudes op gedrag? = De aanname is dat als mensen ergens van overtuigd zijn dat dat invloed heeft op het gedrag. Maar we hebben gezien dat mensen ook een impliciete attitude hebben. In veel gevallen is dit hetzelfde maar niet altijd. Bijv. bij controversiële issues of ongezonde voeding waarbij jouw expliciete attitude slecht is tegenover ongezond eten en toch vind je het wel heel erg lekker dus is jouw impliciete attitude misschien wel positief. Wanneer bepaald impliciete attitude gedrag en wanneer expliciete attitude. De expliciete attitudes bepalen het gedrag maar onder bepaalde condities. De motivatie/gelegenheidpeil geeft de moderatie aan en zegt expliciete attitudes bepalen het gedrag, maar dat doen ze sterker naar mate mensen ook in staat zijn en in de gelegenheid zijn om daar bij stil te staan. En als dat niet zo is dan zal de impliciete attitude het gedrag bepalen. Dit is het interactie-effect. Dit verklaard waarom mensen op één januari besluiten minder te snoepen, de let even heel erg op wat je koopt, maar naar verloop van tijd ontstaan er situaties waardoor je om verschillende reden niet meer in staat bent om er over na te denken doordat je het druk hebt of doordat je minder gemotiveerd bent. En dan krijgt je impliciete attitude over snoep de overhand. Voorbeeld in de rij bij de kassa. Je ziet snoep en krijgt de vraag of je iets lekkers erbij wil en mensen wachten op jou dus je moet snel zijn. In zo’n geval zul je sneller naar snoep grijpen dan in andere situaties. Wat is het interactie-effect? = Expliciete attitudes bepalen gedrag, maar dat doen ze sterker naar mate mensen ook in staat zijn en in de gelegenheid zijn om daarbij stil te staan. Als dat niet zo is, dan zal de impliciete attitude het gedrag bepalen. Wat is de invloed van gewoontes op gedrag? = Hier zien we iets soortgelijks. Ook de gewoontes hebben een groot effect. Mensen zijn gewoontedieren. Wat zijn eigenlijk gewoontes? Gewoonte kun je zien als doelafhankelijke automaticiteit. Handelen naar gewoonte kost weinig cognitieve capaciteit. Als je naar huis fietst ergens van is er wel de intentie om naar huis te gaan, maar de rest gaat op de automatische piloot. Als je naar de supermarkt gaat pak je tassen en ga je automatisch naar dezelfde supermarkt.Waarom zouden mensen gewoontes hebben? Het is efficiënt. Je hoeft er niet bij na te denken en je zou knettergek worden als je overal over na moet denken. Net zoals waarom mensen schema’s en stereotypen hebben. Het spaart een heleboel cognitieve capaciteit uit. Soms heb je wel eens dat je ergens naar toe fietst en dat je dan de route fietst die je altijd fietst. Als je het heel erg belangrijk vind om iets anders te doen en je daar je gedachten bij kunt houden dan zul je dat doen, maar zodra je afgeleid bent, dan gaat het mis. Dan volg je niet per se je intentie, maar dan volg je je gewoonte. Bij afleiding is de gelegenheid weg en dan neemt de gewoonte het over. Nu is het zo dat als je gaat kijken of het relevant is binnen de context van media, dan is het langer zoeken naar een voorbeeld. Het is bijvoorbeeld dat oudere media begonnen zijn met series produceren en horizontale programmering, elke dag op hetzelfde moment hetzelfde aanbod. Dat is om een gewoonte te creëren. Series hebben een clifhanger en die is ook elke week op hetzelfde tijdstip in de hoop dat het een gewoonte wordt. Binnen de context van marketing kun je denken aan een klantenkaart en spaaracties om gewoontegedrag te creëren om iemand met voordelen naar die supermarkt te lokken en jou daar een gewoonte van te laten maken. Wat is de invloed van (subliminale) priming? = In een eerder college hebben we het over priming gehad. De sorteertaak met wat geld of natuur te maken heeft waardoor een schema wordt geactiveerd en wat vervolgens zonder dat je je daar bewust van bent invloed uitoefent op jouw gedrag. Je bent je bewust van de blootstelling aan priming, maar niet aan dat het invloed heeft op jouw gedrag. Bij subliminale priming ben je je daar niet van bewust. Er werd vroeger geclaimd dat als je heel kort een beeld van drink coca cola in de bioscoop kwam, zo snel dat je het niet bewust kon waarnemen, dat je daardoor beïnvloed werd. Dit bleek later niet waar te zijn. Op basis van dit onderzoek is een hele stroom aan studies gekomen en uiteindelijk zijn er literatuurreviews gekomen. Ook van iemand die het ‘The subliminal Myth’ noemde. Dat was 2003. Daarna waren er toch weer studies verschenen, onder andere van Stroebe die het beeld dat er helemaal niets aan de hand is nuanceert. Er zijn misschien toch effecten, maar deze effecten nuanceert hij. Wat voor effecten kun je nalezen in hoofdstuk 6. Wat is persuasion versus compliance? = Stroom onderzoek uit interpersoonlijke communicatie. Er zijn principes naar boven gekomen waarbij je ook gedrag van mensen kunt beïnvloeden, maar mensen hoeven helemaal niet overtuigd te zijn van dat hun gedrag goed is. Mensen doen het om andere redenen. Cialdini heeft hier boekjes over geschreven. Persuasion: via attitude t.o.v. object, effect campagne vindt plaats op termijn, effect kan duurzaam zijn. Compliance: niet via attitude t.o.v. object, direct, korte termijn effect van verzoek, eenmalig effect. Bij persuasion ben je overtuigd van je gedrag. Bij compliance voer je een verzoek uit. Persuasion loopt via attitude. Er zit vaak een tijdsverloop tussen, je denkt er over na en je kunt op allerlei manieren overtuigd raken, maar er zit een termijn bij. Je gaat het gedrag langer vertonen. Compliance loopt niet via attitude. Het gaat om directe reacties op, in principe eenmalige verzoeken waar je niet lang over nadenkt. Het gedrag is in principe eenmalig. Hoe werken de compliance gaining technieken? = Er wat een onderzoek gedaan naar hoe wij reageren op verzoeken. Stel iemand met 5 velletjes papier vraagt bij een kopieer apparaat of hij/zij voor mag. Zonder reden stemde 60% toe, bij ‘want ik heb haast’ 94% en bij ‘want ik moet kopiëren’ 93%. Bij 20 vellen (een groot verzoek) was dit 24%, 42% en weer 24%. Bij een klein verzoek lijkt men dus aan een half woord genoeg te hebben als reden, maar bij een groot verzoek ligt dit anders. Misschien is het dan niet meer zo automatisch. Het verzoek is de que en ‘mag ik voor’ triggert toch wel iets van cognitieve capaciteit. In heel veel gevallen in het dagelijks leven gaat het zonder nadenken en worden er allerlei automatische gedragspatronen in werking gezet. Veel van die regels/heuristieken gaan terug naar zaken die eigenlijk heel diep in onze evolutie zijn verankert. Ze gaan terug naar het feit dat wij mensen ook dieren zijn en hoe ze in cultureel opzicht in ons verankert zitten. Hiervoor gelden een aantal principes: 1. Het principe van wederkerigheid. Hierbij horen de technieken DITF techniek en That’s not all techniek. 2. Het principe van commitment/ consistentie. Hierbij horen FITD techniek en Lowball techniek. 3. Het principe van sociale bewijskracht. 4. Het principe van sympathie. 5. Het principe van autoriteit. 6. Het principe van schaarste. 7. Het principe van verwarring. Hierbij hoort de Disruption The Reframe (DTR) Techniek. Wat is het principe van wederkerigheid? = Voor wat hoort wat. Dit is in de menselijke samenleving overal ter wereld verankerd. Dit vertrouwen is belangrijk. En daar is op heel veel verschillende manieren op ingespeeld. Als je geld wil vragen, kun je dus beter een klein cadeautje geven. Het werkt wel maar tijdelijk of zelfs eenmalig, want als mensen het weten, kunnen ze zich er tegen wapenen. In de media wordt hier ook gebruik van gemaakt, al hebben mensen dan wel meer tijd om te reageren. Je ziet het ook bij kaarten van kinderen in Afrika met een acceptgiro om geld te geven. Het is dan moeilijk om niet te geven. Welke technieken zijn gebaseerd op het principe van wederkerigheid? = Door in the face (DITF) techniek en That’s not all techniek. Wat is the door in the face (DITF) techniek? = Het is gebaseerd op het principe van wederkerigheid. Beginnen met een groot verzoek en daarna een klein verzoek. Als kind pas je het al toe: eerst een hele reep chocolade vragen en daarna een klein stukje. Je creëert een onderhandelingssituatie. De ander denkt dan als jij een stapje terug doet, doe ik ook wel een stapje. Dat wordt veel toegepast. Wat is de That’s not all techniek? = Het is gebaseerd op het principe van wederkerigheid. Stel je voor dat je naar de showroom gaat om een auto te kopen. Opeens blijkt er veel meer te kunnen. Je wordt in een op een contact naar een beslissing gedreven. Als je nu besteld is het goedkoper. En dat is niet alles, je krijgt dan ook… Dit is ook een soort onderhangelingssituatie. Welke technieken passen er bij het principe van commitment/consistentie? = De Foot in the door (FITD) techniek en de Lowball techniek. Wat is de Foot in the door techniek (FITD)? = Het is gebaseerd op het principe van commitment/consistentie. Het is bekend van Jahova’s die de voet tussen de deur zetten. Het idee is hier dat je met een verzoek komt wat klein is en waarvan je weet dat de ander daar wel in mee zal gaan. Het moet niet te klein zijn, want de ander moet zich wel beseffen dat hij/zij er in mee gaat. En er in mee gaan in termen van gedrag. Bijv. in een winkelstraat en je gaat voor een goed doel geld ophalen. Je kunt mensen benaderen met meneer/mevrouw vind je dit ook erg en zou je een petitie hiervoor willen tekenen. Relatief klein verzoek en mensen kunnen er makkelijk ‘ja’ tegen zeggen en als ze een handtekening geven, geven ze aan er achter te staan. Vervolgens komt het grotere verzoek: zou je geld in de collectebus willen doen of je e-mailadres achter laten, zodat we je als donateur mogen benaderen. Als je dan ‘nee’ zegt s dat niet in commitment met waar je je in het begin voor hebt uitgesproken. Zo kun je stapsgewijs mensen voor jou winnen. Waarom werkt dit? Het idee van zelfperception: mensen hebben een beeld van zichzelf en door dat gedrag uit te voeren bevestigen ze dat en dan wil je niet iets doen wat dat tegenspreekt. Je wilt het beeld vasthouden. Wat is de Lowball techniek? = Het is gebaseerd op het principe van commitment/consistentie. Stel je denkt ik ben de colleges beu en na de tentamenperiode gaan we naar Turkije. Je kijkt op de site en alles ziet er mooi uit en je boekt. Enige tijd later krijg je echter een mailtje van het hotel dat er een foutje is gemaakt en dat ze de kamer niet hebben. Ze hebben nog wel een andere kamer, maar die heeft uitzicht op de binnenplaats en niet op zee. Je mag annuleren. Ga je dat doen? Veel mensen zullen dat niet doen, want je gaat akkoord met het beeld dat je lekker op vakantie gaat en dat wil je vasthouden. En dus zul je eerder bereid zijn om akkoord te gaan met de lowball, terwijl als je eerder op de site gekeken had en je zag foto’s van het uitzicht op de binnenplaats, dan had je die kamer waarschijnlijk niet genomen. Je investeert door een beslissing te maken om iets te doen en dat wil je heel graag doen en dan is het moeilijk om daar vanaf te stappen in het zicht van een teleurstelling. Wat is het principe van sociale bewijskracht? = Mensen zijn net als koeien. We lijken meer op andere dieren dan we zelf denken. Zo hebben wij ook kuddegedrag. Het zit heel erg ingebakken om automatisch als een kudde ergens naar toe te gaan. Het is efficiënter. In een kudde ben je relatief veiliger. Kijk maar naar degenen die buiten de kudde in een organisatie gaan lopen. Dit zijn degenen die in de problemen komen. Het zit er zo ingebakken dat we heel erg geneigd zijn om dit in situaties te doen. Dat kan zonder er over na te denken, maar ook met er over na te denken. We hebben het eerder over de consensus heuristiek gehad. In dat geval is het zo dat je het iets meer nadenkend doet. Bijvoorbeeld: je bent in een vreemd land en je weet niet goed hoe je je moet gedragen en dan doe je maar wat de anderen ook doen, dan zal het wel goed zijn. Maar in heel veel gevallen gaat het automatisch, zonder dat je er bij nadenkt. In een aantal gevallen kan dat wel werken. Wanneer haal je bijv. meer op, in een dichte collectebus of een open mandje. In een open mandje, want dan zie je wat anderen gegeven hebben. Als je straatmuzikant bent is het slim om zelf ook wat geld in de bak te gooien, het liefst een papieren biljetje. Wat is het principe van sympathie? = We zijn geneigd mensen eerder hun zin te geven die we aardig vinden. Dat roept de vraag op wie we aardig vinden. Wie goed doet, goed ontmoet, zegt het spreekwoord. Fennis en Stroebe bespreken het voorbeeld van een tupperwareparty. Je krijgt het spul aangeboden door bekenden bij een gezellige avond, dus ga je er sneller in mee. Je kunt het ook door gebruik te maken van liken en sharen, zoals een like deel en winactie. Hier zit wel een aardig idee achter, want mensen zullen van vrienden eerder dingen aannemen. Wat is het principe van autoriteit? = Het is ook iets waar mensen op aanslaan. Mensen hebben de neiging om naar autoriteiten te luisteren. Mensen zijn heel erg autoriteit gevoelig. Dat zie je bij dieren al en dat zie je ook bij mensen. Dus zie je dat mensen zich als een autoriteit gaan kleden of dure auto’s gaan rijden. Je ziet hoe sterk de kracht is van het autoriteitsprincipe. Dat is heel lang geleden al door psychologische experimenten onderzoct. Bijv. de Milgram experimenten. Daar kun je gebruik van maken. Als het een witte jas aan heeft, werkt het beter. Terwijl het eigenlijk hele alledaagse argumenten zijn. In dit soort persuasieve boodschappen wordt daar gebruik van gemaakt. Wat is het principe van schaarste? = Mensen lopen warm bij aanbiedingen. Schaarste is iets waar mensen in alle culturen heel erg op reageren, want schaarste is potentiële bedreiging. Je kunt er van omkomen. Experimenten bevestigen dit. Mensen reageren heel erg op ques en kleine dingen in boodschappen die naar schaarste verwijzen. Bijv. een uniek event, op is op, schaarste in termen van hoeveelheid van het aanbod, of in termen van tijd: nu, tijdelijk. Je krijgt de kans maar een beperkte tijd. Je kunt op verschillende manieren schaarste manipuleren en daar wordt ook wel uitvoerig gebruik van gemaakt. Wat is het principe van verwarring? = Fennis en Stroebe brengen dit zelf naar voren. Dit verwijst naar wanneer mensen het zelf niet meer zo goed weten en iemand stelt iets voor om er dan maar mee in te stemmen. Het werkt volgens heb op twee manieren. 1. Door verwarring heb je weinig cognitieve capaciteit over om een tegenargument te bedenken. 2. Het voorstel kan gezien worden als oplossing om de verwarring kwijt te raken. Volgen beide gevallen zullen mensen een aanbod wanneer ze verward zijn sneller aannemen. En daar kun je gebruik van maken. Disruption Then Reframe (DTR) Techniek: Bijv. 12 grapefruits voor 2 euro. Als iemand nadenkt, kun je zeggen: ‘dat zijn er 12’ of ‘da’s een dozijn’ en als diegene weer nadenkt, kun je zeggen: ‘da’s een koopje. Zo heb je het meeste succes. Een flauwe manier om iemand in verwarring te brengen. Hoe kun je de compliance gaining technieken optimaliseren? = Niet alle technieken werken bij iedereen even sterk. Als verkoper is het daarom goed een praatje met de mensen te maken en ze te leren kennen om te weten welke van deze technieken het beste zal werken. Dat kan ook in de media. Dat kan via het personalisren van het aanbod: het personaliseren op psychologisch profiel. Hoe werkt het personaliseren op psychologisch profiel? = Dat zijn allerlei verschillende systemen die zich een idee vormen van het soort producten, merken etc. waarvan de grootste kans is dat jij er op aan zal slaan door jouw online gedrag. Bijv. waar je naar zoekt, waar andere ook naar zoeken bij die zoekopdrachten etc. Voor jou als klant beperkt dat cognitieve capaciteit en dan hoef je niet meer zoveel na te denken. Een nadeel is dat je steeds maar van hetzelfde koopt in plaats van iets anders. Zeker met politieke onderwerpen is dit een discussie. Wat hier gebeurt is personaliseren op gevoeligheden voor een van de compliance gaining technieken. Er worden algoritmes nagegaan op wat voor ques van aanbiedingen jij in het verleden geneigd bent om op te reageren. Jouw computer leert jou zo kennen en kan inspelen op jouw zwakke plek. Maurits Kaptein is hier op gepromoveerd en hij schreef er een boek over. Daar zie je hoe je op basis van slimme technologie steeds meer op de consument kan kruipen om de kans nog groter te maken dat jouw argument wordt gepakt en mensen instemmen met jouw verzoek.
Ingezonden op 25-10-2018 - 929x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!