Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden en Woordgebruik
› 4 College 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden en Woordgebruik
4 College 4
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is faitness? = Vaagheid. Je hebt een bepaalde categorie, maar weet niet waar de grenzen liggen van die categorie. Wat is contextafhankelijkheid? = Het hang af van de context. Wat kun je zeggen over betekenis van vogel? = Als je aan mensen vraagt ‘Wat betekent vogel?’ dan krijg je bijv. een dier dat kan vliegen. Dat kan dan ook bijv. een vleermuis zijn. Dus dat is niet voldoende. Je gebruikt andere woorden voor de betekenis. Dan krijg je een probleem. Bij een vertaling heb je die problemen nooit. Karakteristiek is dat hij veren heeft, mar nog steeds denkt een mens niet een beest met veren. ‘Wat betekent vogel?’ is eigenlijk een rare vraag. Waarom zou je dit woord in een woordenboek opnemen, behalve voor mensen die geen Nederlands kunnen, maar dan zou je beter kunnen vertalen. Van Dalen is eigenlijk een slecht woordenboek. Ze gebruiken niet eens het kenmerk veren. We hebben een plaatje in ons hoofd bij vogel, maar dat is een soort die je vaak ziet, een prototype. Je hebt vogel als overkoepelende term, maar daar tussen kun je ook soorten leren en wil je dat een kind deze leert. Als je woorden gaat leren, leer je eerst het woord voor vogel, maar als het een hele expliciete soort is, moet je de woordenschat uitbreiden. Je zegt makkelijker: ‘Kijk een vogel’ dan: ‘Kijk een zoogdier’. Ze zitten op hetzelfde biologische niveau, maar een vogel is makkelijker. Dat algemene noem je basic level en dat kan verschillen per onderverdeling en dat hoeft niet per se bij elkaar te zitten. De basistermen verschillen heel erg per groep. Je kunt het ook aanwijzen bij ‘wat is een vogel?’dus dan leg je de link tussen beschrijving en werkelijkheid. Referentiële betekenis: ik ga niet beschrijven wat er is, maar er is een directe link met de werkelijkheid. Meer psychologische benadering: mentale representatie: proces van ergens betekenis aan geven. Koppeling tussen taal en mentale representatie. Wat zit er in mijn hoofd als ik ‘vogel’ hoor. Je krijgt heel snel een prototype te zien. Zoogdier heeft geen prototype. Daaraan merk je dat die term niet vaak gebruikt wordt. Wat is meronymie? = Een deel van. Wat is Hyponomie? = Zoogdier is een categorie waar mens in zit. Verzameling en de mens is een deelverzameling. De mens is niet een sterk zoogdier, maar een deelverzameling. Wat is synonymie? = Twee termen. De een specificeert. Kater is een specifiek woord bijv. Het kan zijn dat het ene woord voor de soort is en het andere woord voor specifiek mannetje of vrouwtje, zoals koe. Is koe ambigu of vaag? Hoe kun je dat testen? = Ambigu: het kan twee dingen betekenen en die kun je van elkaar onderscheiden. Vaag: We laten het een beetje in het midden. Test: het woord op twee manieren gebruiken: ik heb koeien, maar geen koeien. Kan dit of niet? Afhankelijk van wat je vindt, kun je zeggen dat het woord ambigu of vaag is. Als het ambigu is, kun je deze zin zeggen. Als het vaag is zou dat niet kunnen. Tong is ambigu. Koeien kan individueel verschillen. Friend in het Engels is vaag. Of het vrouw of man is, zit niet in de semantiek van het woord vast. Het is dus ondergespecificeerd en dus vaag. Vrijwel alle woorden zijn ambigu. Hoe kun je woorden disambigueren? = Door duidelijk te maken waar je het over hebt. Het gaat niet om de ambiguïteit van de zin, maar van het woord. Het is niet altijd zo dat je een mentaal concept hebt en er dan een woord aan gaat hangen. Je kunt ook het mentale concept laten afhangen van het woord. Wat is de klassieke theorie van betekenis en concepten? = Concepten zijn mentaal gerepresenteerd als definities. Een definitie is een verzameling noodzakelijke en voldoende eigenschappen. Discreet: geen tussengevallen en geen verschillen tussen de leden van de categorie. Definities werkt niet goed, dus de theorie van definitie en mentale concepten wordt niet aangekangen. Wat is de prototype-theorie van betekenis en concepten? = Deze theorie is van o.a. Rosch. Er is niet één prototype, maar een lijst met eigenschappen die meestal gevonden worden bij leden van de categorie, maar er zijn uitzonderingen mogelijk. Bij of het gelijk is wegen bepaalde items zwaarder dan andere. Nieuwe items worden gecategoriseerd aan de hand van gelijkenis met de lijst. Wat is de exemplar theory van betekenis en concepten? = Een concept is een verzameling van herinneringen. Nieuwe items worden gecategoriseerd aan de hand van gelijkenis met exemplars. Het is dus op basis van herinneringen. Hoe ga je in de taal om met prototypes? = Je kunt laten weten dat je te maken hebt met een prototype door het woord dubbel te zeggen zoals: meisje-meisje, huis-huis, huilen-huilen, etc. Wat kun je zeggen over de betekenis van ei? = Van Dale zegt hierover: ‘een rond voorwerp met een harde schaal waarin het jong van een vogel groeit.’ Dan is dat wat we eten geen ei. Het is niet altijd rond en niet alleen vogels leggen eieren en niet alle eieren hebben een harde schaal. Wat betekent dan rond? Van Dale zegt hierover: ‘Een rond voorwerp heeft de vorm van een cirkel of een bal. Iets wat rond is, is helemaal klaar. Een rond getal: een getal dat op een nul eindigt. Om … heen is rondom. Ongeveer is circa, omstreeks.’ Rond is een polyseem woord. Het prototype is O, maar hier wordt afgeweken van het prototype, dus kun je het veel vaker gebruiken. Gemeenschappelijke kenmerken rond: eindigen op dezelfde plek. Al is dat ook niet altijd. Bijv. rondlopen in de stad. Waarom is dat rond? Wat is er dan gemeenschappelijk aan? In het Engels ‘Round’ kun je zelfs nog veel vaker gebruiken. Gemeenschappelijk: bijv. geen rechte lijn van A naar B. Voorzetsel om: in Nederland neemt ‘rond’ het steeds meer over van ‘om’. In Engels is er geen ‘om’ meer, maar is het ‘round’. Wat is het verschil tussen rondom, rond en om? = Ze geven een andere betekenis. Wat is het verschil tussen rondkijken en om kijken? Alle kanten op kijken en achter je kijken. Rondkomen en omkomen? Je hebt genoeg aan geld. Je komt terug waar je begonnen bent en doodgaan. Rond is alle kanten op. Om is een bepaalde kant op. Ze zijn allebei polyseem en hebben betekenissen die met elkaar samenhangen. Je kunt uitgaan van een prototype, een kernbetekenis en alle andere gebruiken zijn afwijkingen daarvan. Wat is betekenis? = Referentiële semantiek: met taal verwijzen naar de werkelijkheid. Mentalistische of representationele semantiek: relatie leggen met war er in jouw hoofd zit. Als je die woorden niet hebt, is een categorie niet voor de handliggend. Wat is het concept koffie? = We zien het vaak als vloeistof en niet als bonen of een pak koffie, maar een koffievlek is ook koffie. En als je koffie ruikt, kunnen het ook koffiebonen zijn etc. Het hangt af van wat er in jouw hoofd gebeurt. Is betekenis referentie? = Problemen hiermee: de koning van Frankrijk is kaal: Frankrijk heeft geen koning. Willem-Alexander is de koning van Nederland. De koning was in die tijd nog machtig. Ja, ja, dat zal wel. Is betekenis representatie? = Wat zijn mentale representaties? Plaatjes, concepten, prototypes, bundels kenmerken. Voorbeeld koffie: Verwantschap: meerdere concepten/prototypen? Koffie. Illustratie hoe het werkt: heb je iets als concept koffie zonder context. Dat bestaat niet. Er is niet een los abstract begrip koffie. Kopje koffie is in een context. Als je je koffie probeert voor te stellen dan moet je daar iets mee. Koffie heeft verschillende kenmerken, zoals hete vloeistof, brandgeur, contact tussen bruine vloeistof en porselein. Als je het kopje weghaalt, dan is dat alsnog niet alleen koffie, want je moet die vloeistof ergens in doen. Wat kun je zeggen over het concept graan? = Graan is een verzamelnaam. Je zou je kunnen afvragen wat de overeenkomst is tussen graansoorten. Bevatten ze allemaal gluten? Er zijn ook een paar graansoorten zonder gluten. Bijv. maïs maar is dat graan? Bij wilde maïs zie je duidelijk dat het graan is. Wat kun je zeggen over het concept gluten? = Je kan het gebruiken in taal. Je kan weten er allergisch of gevoelig voor te zijn. Je kunt weten waar het in zit. Als je aanwijst waar het in zit, zit je op een heel ander niveau dan van prototype. Wat kun je zeggen over samenhangende betekenissen? = Een mat is iets op de grond en matje is haar of op de grond. In haar komt van het idee dat je een matje hebt, dus het is polyseem. Metaforen: buurman is een varken: niemand denkt dat letterlijk, want de concepten zijn niet verenigbaar. Associatie is vies, dik en gemeen. Je hebt dan bepaalde eigenschappen van varken die je transporteert naar buurman. Het woord was: enerzijds ambiguïteit en anderzijds polysemie. Vuile kleding, schone kleding. Is was nou schoon of vuil? Het is wel polyseem. Is dit was?: vuil. Hang jij de was op?: schoon. Overeenkomst: het is niet geschikt om aan te trekken, want het is vies of nat. Was komt van wassen en het is enerzijds wat gewassen moet worden en anderzijds wat gewassen is, dus dat is polyseem. Hoe worden nieuwe woorden gemaakt? = Kinderen koppelen nieuwe woorden aan context. Daarvoor moet je heel wat contexten kamen om te snappen, maar kinderen maken ook zelf ooit woorden. En dat kan een verschillende oorzaak hebben. Soms zien ze iets en bedenken ze een woord. Soms is een concept heel logisch, maar bestaat het niet en een kind bedenkt dat zo. Ook kan de context er voor zorgen dat een kind verkeerde betekenis aan iets geeft.
Ingezonden op 03-01-2019 - 1216x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!