Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

DUITSIDIOOMDEEL1, deel 12

1 PAG12

Jaar 5 (havo/vwo)

die Schranke = de slagboom, de spoorboom BLZ. 12
der Schalter = het loket
der Lokführer = de machinist
der Schaffner = de conducteur
beurlauben = op non-actief stellen, met verlog sturen
pauschal = all-inclusive, volledig verzorgd
der Reiseveranstalter = de reisorganisatie
antreten = beginnen (aan)
verbringen = doorbrengen
sich auskennen = de weg weten
der Gipfel = de top
der Schnappschuss = het kiekje
der Drache = de vlieger
das Lagerfeuer = het kampvuur
die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid
der Führerschein = het rijbewijs
der Gang = de versnelling
lenken = sturen
bremsen = remmen
angeschnallt sein = gordels dragen
die Ampel = het stoplicht
der Kreisverkehr = de rotonde
der Stau = de file
die Raststätte = het wegrestaurant
der Ausflug = het uitstapje
die Verspätung = de vertraging
die Tätigkeit = de bezigheid
sich beschäftigen mit = zich bezighouden met
der Vorsatz = het voornemen
beseitigen = opruimen, uit de weg ruimen
veranstalten = organiseren
veranlassen = ervoor zorgen
anordnen = voorschrijven, gelasten
Massnahmen ergreifen = maatregelen nemen
Abhilfe schaffen = uitkomst bieden
erledigen = afhandelen
ausstatten = uitrusten
einräumen = geven, verlenen
nötigen = dwingen, noodzaken
aufbürden = op de hals halen, opleggen
aufhalsen = opschepen met
unterschwellig = verborgen
beeinträchtigen = schaden
verabreichen = geven, toedienen
verpassen = geven, toedienen
behindern = hinderen
unterbinden = tegengaan, verhinderen
zerstören = vernielen
räumen = ontruimen
vermitteln = bezorgen, verschaffen

Ingezonden op 14-01-2019 - 358x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

DUITSIDIOOMDEEL1, deel 12

1 PAG12