Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
engelsewoorden3000
› 4 week 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
engelsewoorden3000
, deel week 4
4 week 4
Jaar 3 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
conundrum = a confusing and difficult problem or question. hollowing out = uithollen deteriorating = verslechteren clerical = administratief / routine brisk = levendig / fris amplifies = versterkt / vergroot / vult aan inviolable = onschendbaar inroad = aantasting / inbreuk / doordringen reap = oogsten threshold = drempel / grenslijn redundant = overtollig conjecture = vermoeden / gissen array = rangschikking veracity = waarheidsgetrouwheid malleable = smeedbaar incurred = opgelopen toil = zwoegen / hard werken Deluge = vloed stern = ongastvrij benutten = utilize / avail oneself of patter = getrippel / gebabbel / gekletter careless = onachtzaam / nonchalant knack = handigheid dat slaat op = that refers to shenanigans = geintjes unbecoming = ongepast it would appear = het zou lijken cringe = ineenkrimpen / kruipen revolting = weerzinwekkend / walgelijk grudge = afgunst comely = attractive woman / elegant woman brooding = piekeren / broeden bestek = cutlery sincerely = oprecht bestuurskunde = public administration discursive = redenerend digressing = afdwalen stofzuiger = vacuum cleaner verhoor = questioning / interrogation sketchy = oppervlakkig / niet afgewerkt gestating = carry a fetus in the womb scattered = verspreid / sporadisch zucht = sight uitstraling = appearance inflict = toebrengen indictment = aanklacht / beschuldiging feud = vijandschap pored = poriƫn depositions = afzetting / getuigenverklaring subpoenaed = subpoenaed endured = doorstaan acquainted = kennis gemaakt howling = gehuil staggered = versrpongen / wankelen ambushed = hinderlaag tavern = herberg / kroeg lumps = brokken tepid = lauw apt = bekwaam / geneigd popped collar = gepofte kraag demeanor = gedrag / houding descendant = afstammeling ingenuity = vindingrijkheid / vernuft milliner = hoedenmaakster apron = schort rigor = strengheid / stijfheid seamstress = naaister garment = kledingstuk bakje = tray baggeren = dredging / flounder botch = beunhazen / aanmodderen dweil = mop bezem = broom
Ingezonden op 29-01-2019 - 1381x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
12-02-2019
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!