Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
PallasOelbert
› 28 Les24tot28
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
PallasOelbert
, deel 24-28
28 Les24tot28
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
῾Ελλην, ῾Ελληνος ὁ=Griek ἀγαθον το=het goede;voordeel ἀδελφη ἡ=zuster ἁρμα, ἁρματος το=strijdwagen;wagen ἀρχω (+ gen)=heersen over;beginnen met ἀστυ, ἀστεως το=stad βαρβαρος ὁ=niet-Griek;Pers δημοκρατια ἡ=democratie καλλιστος=mooiste;zeer mooi κηρυξ, κηρυκος ὁ=heraut;bode κηρυττω=omroepen;afkondigen;bekend maken κοσμος ὁ=orde;wereld;sieraad;tooi μεγεθος, μεγεθους το=grootte μηχαναομαι=verzinnen;bedenken ὀλιγος=weinig ὁλος=geheel;volledig ὁπλιτης ὁ=zwaargewapende;hopliet πανταχου=overal πειθομαι + dat.=gehoorzamen;geloven πλουσιος=rijk πλουσιος ὁ=de rijkaard πολιτεια ἡ=staat;samenleving;staatsvorm πολλῳ + comparativus=veel πολλῳ + superlativus=verreweg πραγμα, πραγματος το=daad;zaak πραξις, πραξεως ἡ=handeling;daad πραττω=handelen;doen προσεπεσον=ik viel aan προσπιπτω + dat.=aanvallen τιμαω=eren τυραννος ὁ=alleenheerser;tiran ὑβριζω=agressief handelen;overmoedig handelen;mishandelen φονευω=vermoorden χρηστος=goed;nuttig ὡς + partic=omdat;alsof ὡς=hoe;zoals;als;dat;toen;nadat ὠφθην=ik werd gezien ῾Ελληνικος=Grieks ἀγαλμα, ἀγαλματος το=godenbeeld;beeld ἀγρος ὁ=akker ἀνατιθημι=opstellen;wijden ἀνοιγνυμι=openen ἁπας, ἁπασα, ἁπαν, ἁπαντος=geheel;ieder;alle;allen ἀπεδειξα=ik toonde aan ἀπειμι, ἀπιεναι=weggaan ἀποδεικνυμι=aantonen;laten zien ἀπολλυμι=te gronde richten;verliezen ἀπωλεσα=ik richtte te gronde;ik verloor γερων, γεροντος=oud;bejaard γερων, γεροντος ὁ=oude man δεικνυμι=aanwijzen;tonen;aantonen διδασκω + acc=iemand iets leren;onderwijzen διδωμι=geven ἑαυτων=zichzelf εἶμι, inf ἰεναι=zullen gaan;gaan εῖσι(ν)=hij gaat Ἑλληνικος=Grieks ἐλπις, ἐλπιδος ἡ=hoop;verwachting ἐμειξα=ik mengde ἐπελαθομην=ik vergat ἐπιδεικνυμι=tonen;laten zien ἐρως, ἐρωτος ὁ=liefde ἑτερος=de een;de ander ζευγνυμι=onder het juk spannen;verbinden ἠθος, ἠθους το=karakter;aard ἠρασθην=ik verlangde;ik werd verliefd ἰεναι=gaan;te gaan ἱερον το=tempel;heiligdom μειγνυμι=mengen μεταπεμπομαι=ontbieden;laten komen νοσος ἡ=ziekte ὁμως=toch ὀνομαζω=noemen παθος, παθους το=lot;ongeluk;gewaarwording;ervaring παρα + gen=van; van de kant van πληρης, πληρους + gen=vol met πρεσβυτερος=ouder στεφανος ὁ=krans τιθημι=plaatsen;neerzetten;zetten;neerleggen;leggen ὑδωρ, ὑδατος το=water χιτων ὁ, χιτωνος=chiton;onderkleed χρηομαι + dat.=gebruiken ὡστε=zodat;zodoende dus ἀνεγνων=ik herkende ἀπεβην=ik ging weg;ik ging terug ἀπεδωκα=ik gaf terug ἀποδιδωμι=teruggeven ἀργυριον το=zilver;geld αφαιρεω=afnemen;wegnemen δει μοι + gen.=ik heb iets nodig διανοια ἡ=verstand δυομαι=duiken;gaan in=aantrekken ἐβην=ik ging ἐγνων=ik leerde kennen;zag in;begreep ἐδεηθην + gen.=ik miste;ik verlangde;ik had nodig;ik verzocht ἐδειξα=ik toonde aan ἐδυν=ik dook;ik ging in;ik trok aan ἐθηκα=ik plaatste;ik zette neer ἐπεφανην=ik verscheen ἐπιφαινομαι=verschijnen ἐφασαν=zij zeiden ἐφυν=ik was;ik was van aard ἡδεως=graag θυω=offeren ἱκανος=voldoende;geschikt;in staat οἱον=zoals ὁσος=zo groot als;zoveel als πονεω=zich inspannen;zwoegen προστιθημι=toevoegen συμφερει=het is nuttig;het is voordelig σωτηρια ἡ=redding;behoud τα μεν ...τα δε=sommigen...anderen το μεν...το δε=het een...het ander τριακοντα=dertig φαινομαι=schijnen;blijken φασι=zij zeggen φημι=zeggen φυομαι=groeien;van aard zijn φυσει=van nature φυσις, φυσεως ἡ=natuur;aard χρημα, χρηματος το=zaak;ding;bezit;bezittingen;geld ἀγων, ἀγωνος ὁ=wedstrijd;strijd ἀθλον το=wedstrijdprijs;prijs αἰσχρος=lelijk;schandelijk ἀναγκαζω=noodzaken;dwingen ἀνοσιος=goddeloos ἀπορεω=in onzekerheid verkeren;niet weten ἀρετη ἡ=voortreffelijkheid;dapperheid;deugd ἀσθενης, ἀσθενους=zwak γυμναζομαι=zich oefenen;zich trainen γυμναζω=oefenen;trainen γυμνασιον το=sportschool διδασκαλος ὁ=leraar ἐαν + coni=indien;als εἱς (ἑνος)=één ἑκων, ἑκουσα, ἑκον, ἑκοντος=vrijwillig;expres ἐμαθον=ik leerde kennen;ik begreep;ik vernam ἐπεαν + coni=wanneer ἐπεθεμην=ik viel aan ἐπειδαν=wanneer ἐπιθυμια ἡ=verlangen;begeerte ἐπιμελεομαι + gen.=zorgen voor;zich toeleggen op ἐπιτιθεμαι + dat=aanvallen ἐφη=hij zei ἱνα + coni/ opt.=opdat;om te κοινος=gemeenschappelijk κυκλος ὁ=cirkel;kring μαχομαι + dat=strijden;vechten μη + conj.=niet;opdat niet;om niet te;dat μηχανη ἡ=werktuig;hulpmiddel;middel μιμεομαι=nabootsen νομος ὁ=gewoonte;wet ὁπως + coni/opt=opdat;om te ὀρθος=rechtop;juist ὁσιος=godsdienstig;vroom ὁταν + coni=wanneer ποιητης ὁ=dichter πορευομαι=gaan;reizen σκια ἡ=schaduw;schim συνιημι=begrijpen τεμνω=snijden τρεις , τρια=drie ὑβρις, ὑβρεως ἡ=overmoed;arrogantie ὑπο + acc=naar onder;onder χωρεω=gaan;wijken ὡς + + coni=opdat;om te ἀνεστην=ik stond op ἀνεστησα=ik stelde op ἀνιστημι=doen opstaan;verdrijven;opstellen;oprichten ἀπατη ἡ=bedrog ἀφηκα=ik stuurde weg;ik liet vrij ἀφιημι=laten gaan;wegsturen;vrijlaten;toestaan διαβαινω=oversteken εἷναι=te zenden;laten gaan εἳς, ἑντος=gezonden hebbend;zendend ἐλεγχω=aan de kaak stellen;onderzoeken;bewijzen ἐναντιος + gen/dat=tegenovergesteld aan;vijandig ἐνταυθα=daar;toen ἐπιτιθημι=plaatsen op;opleggen ἐργαζομαι=werken;doen;verrichten;bewerken;maken ἐρρηξα=ik brak ἐστην=ik ging staan;ik bleef staan ἐστησα=ik plaatste ἐτραπομην=ik wendde;ik sloeg op de vlucht ἐτραπον=ik wendde ἐτρεψα=ik wendde;ik keerde ἐτυψα=ik sloeg ἡκα=ik zond;ik liet gaan θαυμαστος=bewonderenswaardig ἱεναι=zenden;laten gaan ἱημι=laten gaan;zenden ἱστημι=plaatsen καθεστηκα=ik ben geraakt;ik ben gekomen in καθιημι=naar beneden laten vallen καθισταμαι=overgaan tot;geraken in;worden καθιστημι=in een toestand brengen;aanstellen;instellen κατασκευαζω=voorbereiden;gereedmaken;uitrusten κατεργαζομαι=bedwingen;doden κατεστην=ik ging over tot;ik werd λοιπον το=voor het overige;voortaan λοιπος=overig ὁδος ἡ=weg ὁπισθεν=van achteren;achter ὁπλον το=wapen παρα + acc=naar;langs;naast;behalve;in strijd met παρεστην=ik hielp παριεναι=binnen te laten παριημι=binnen laten;toestaan;overlaten πεσουμαι=ik zal vallen πως=op de een of andere manier;enigszins ῥηγνυμαι=breken;scheuren ῥηγνυμι=breken;scheuren συλλεγω=verzamelen τρεπομαι=zich wenden;zich keren;op de vlucht slaan τρεπω=wenden;keren ὑψηλος=hoog χαλκους=van brons;bronzen
Ingezonden op 03-02-2019 - 198x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!