Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
engels irregular verbs
› 1 1 t/m 78
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
engels irregular verbs
, deel 1
1 1 t/m 78
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
bet bet bet = wedden let let let = laten set set set = zetten read read read = lezen spread spread spread = verspreiden hit hit hit = slaan split split split = scheiden cut cut cut = snijden put put put = leggen shut shut shut = sluiten cost cost cost = kosten broadcast broadcast broadcast = uitzenden burst burst burst = barsten hurt hurt hurt = bezeren beat beat beaten = slaan become became become = worden come came come = komen run ran run = rennen bend bent bent = buigen lend lent lent = lenen send sent sent = zenden spend spent spent = uitgeven build built built = bouwen burn burnt burnt = verbranden spoil spoilt spoilt = bederven deal dealt dealt = handelen dream dreamt dreamt = dromen learn learnt learnt = leren mean meant meant = bedoelen hear heard heard = horen bleed bled bled = bloeden breed bred bred = kweken feed fed fed = voeden lead led led = leiden meet met met = ontmoeten shoot shot shot = schieten feel felt felt = voelen creep crept crept = kruipen keep kept kept = houden sleep slept slept = slapen sweep swept swept = vegen weep wept wept = huilen lose lost lost = verliezen smell smelt smelt = ruiken spell spelt spelt = spellen bind bound bound = binden find found found = vinden grind ground ground = malen wind wound wound = winden buy bought bought = kopen bring brought brought = brengen fight fought fought = vechten think thought thought = denken catch caught caught = vangen teach taught taught = onderwijzen sit sat sat = zitten spit spat spat = spuwen hold held held = vasthouden get got got = krijgen shine shone shone = schijnen win won won = winnen dig dug dug = graven spin spun spun = ronddraaien cling clung clung = vastklemmen sting stung stung = steken swing swung swung = zwaaien hang hung hung = hangen stick stuck stuck = steken strike struck struck = staken sell sold sold = verkopen tell told told = vertellen stand stood stood =staan understand understood understood = verstaan have had had = hebben make made made = maken lay laid laid = leggen pay paid paid = betalen say said said = zeggen
Ingezonden op 18-10-2009 - 2377x bekeken.
Waardering 6.2 (aantal stemmen: 7)
voting system
1
2
3
4
5
heb je denk ik nx aan..
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!